semester 1 Flashcards

Hoofdstuk 4 de vervolging en vernietiging van mensen in de 19de en 20ste eeuw

1
Q

antisemitisme

A

Racisme en discriminatie t.o.v. de joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

pogroms

A

moordpartijen waarbij joden geviseerd massaal gedood werden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

assimileren

A

aanpassen
–> joden paste zich aan bij de Europese bevolking = qua gewoontes en kledij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

complotdenken

A

het geloof in onbewezen complottheoriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stereotypering

A

algemene beelden over de kenmerken, eigenschappen en gedrag ven een groep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Dreyfusaffaire

A

een joodse legerkapitein onterecht beschuldigt van spionage.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

complottheorie

A

is het idee dat een heftige gebeurtenis het gevolg is van een complot (samenzwering van mensen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

propaganda

A

vorm van massacommunicatie, die als doel heeft de publieke opinie of het gedrag van mensen te beïnvloeden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mein kampf

A

boek dat Hitler in zijn gevangenschap heeft geschreven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dolkstootlegende

A

het geloof dat Duitsland WO1 heeft verloren doordat ze verraden zijn door de politiek en de joden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Neurenberger wetten

A

zijn racistische wetten gericht tegen de joden in Duitsland, waardoor ze minder rechten krijgen dan andere inwoners van Duitsland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kristallnacht

A

het plunderen en in brand steken van duizenden joodse winkels en synagogen.
was een wraakactie en de bevolking gaf nauwelijks een reactie hierop
Joden kregen hiervoor de schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

eugenetische wetenschap

A

de goede genen moesten worden bevorderd en beschermd worden en de slechte genen uitgeschakeld worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Aktion T4

A

de vergassing en het doden met injecties van ongeveer 300 000 Duitsers die in instelling verbleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

psychogenocide

A

massamoord op psychiatrische patiënten in Duitsland, Polen en Oostenrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Dachau

A

het eerste concentratiekamp

17
Q

Einsatzgrüppen

A

groepen met soldaten, opgeroepen agenten uit Duitse steden, aanhangers van de NSDAP, die in eerste instantie politiediensten moesten uitvoeren.
krijgen snel ander werk = elke ongewenst persoon in de bezette gebieden vermoorden.

18
Q

Wannseeconferentie

A

een korte vergadering waarin ze dit hebben besproken:
hoe kunnen we zo snel, efficiënt en winstgevend mogelijk de joodse bevolking uitroeien

19
Q

Vergassing

A

met CO en speciale gaswapens
met gas vermoorden

20
Q

Auschwitz

A

grootste concentratiekampcomplex tijdens WO2

21
Q

Zyklon B

A

een pesticide dat in WO2 werd gebruikt in de gaskamers

22
Q

sonderkommando’s

A

(joodse) gevangenen die de lijken moesten opruimen en verbranden

23
Q

Crematorium

A

Plaats waar de ovens voor de lijken te verbranden stonden

24
Q

Vernietigingscentra

A

hier werden mensen op een snelle en rationele manier vermoord

25
goelag
een verzameling kampen in de Sovjet-Unie die nog het best te vergelijken zijn mat de Duitse concentratiekampen
26
slavenarbeid
arbeid gericht door gevangenen
27
Dossinkazerne
= doorgangskamp kampen die worden opgezet om mensen te verzamelen. En vanuit deze kampen met een trein naar een vernietigingskamp worden gestuurd
28
Auschwitz-Birkenau
combinatie van concentratiekamp en uitroeiingskamp en een werkkamp --> Auschwitz
29
Eichmann
de secretaris van de Wannseeconferentie = 'architect van de Holocaust' =banaliteit van het kwaad
30
banaliteit van het kwaad
een doodgewoon, banaal (alledaags) persoon deed afgrijselijke zaken
31
Staatsburgerschap
geeft een burger bepaalde rechten en plichten