Spaanse woorden 1 - moeilijke worden Flashcards
(75 cards)
1
Q
la cuadrícula
A
het vierkant
2
Q
la cuota
A
de bijdrage
3
Q
la silla
A
de stoel
4
Q
la llave
A
de sleutel
5
Q
el gusto
A
de smaak
6
Q
la existencia
A
het bestaan
7
Q
las noticias
A
het nieuws
8
Q
la empresa
A
het bedrijf
9
Q
el empresario
A
de ondernemer
10
Q
el hombre de negocios
A
de zakenman
11
Q
el empleado de banco
A
de bankmedewerker
12
Q
el crimen
A
de misdaad
13
Q
el peligro
A
het risico
14
Q
el conocimiento
A
de kennis / (EN: knowledge)
15
Q
la ficha
A
het kaartje
16
Q
el recurso
A
het hulpmiddel
17
Q
el partido de
A
het partij / de wedstrijd
18
Q
el concurso
A
de wedstrijd
19
Q
la liga
A
de competitie / ligue
20
Q
el pueblo
A
het dorp
21
Q
el edad
A
de leeftijd
22
Q
el estado
A
de staat
23
Q
además
¿Tienes algo mejor que hacer además de salvar tu carrera?
A
bovendien
Heeft u iets beters te doen dan uw carrière redden?
24
Q
alguien
A
iemand
25
algunas palabras
sommige woorden
26
algunas veces
algunas veces solo tienes que confiar en tu instinto
soms
soms moet je gewoon op je gevoel vertrouwen
27
delante de
delante de nuestra casa
voor
voor ons huis
28
casi
casi a diario
bijna
bijna dagelijks
29
como muestra de …
als een voorbeeld voor …
30
distinto
verschillend
31
lindo
mooi
32
sobre
sobre la vida de su hijo
over / op / aan / boven
over het leven van je zoon
33
maravilloso
schitterend
34
mayor
groter / grootst
35
el aspecto
het uiterlijk
36
el pista de esquí
de skipiste
37
la arena
het zand
38
el cobre
het koper
39
el apartado de correos
de postbus
40
la postal
de ansichtkaart
41
la selva
het woud / jungle
42
la costa
de kust
43
la playa
het strand
44
la carretera
de weg / main street highway
45
la ubicación
de plaatsbepaling / vestiging
46
el ocio
de vrije tijd
47
la mentira
de leugen
48
la película
de film
49
el/la joven
de jongeman/vrouw
50
somos famosos
we zijn beroemd
51
los compañeros de clase
de medecursisten
52
la amistad
de vriendschap
53
la oreja
het oor
54
el ojo
het oog
55
el descendiente
de afstammeling
56
la pareja
de partner
57
el genero
het geslacht
58
la mano
de hand
59
la navaja
het zakmes
60
la vergüenza
de schaamte
61
pues
nou
62
después
na
63
precioso
prachtig
64
la moneda
de munteenheid
65
la toalla de playa
het badlaken
66
la cadena de tiendas
de winkelketen
67
el grupo empresarial
het bedrijfsgroep
68
Rusia
Rusland
69
ruso
russisch
70
todos los dias
elke dag
71
estudiante de comunicación
communicatiestudent
72
al mismo tiempo
tegelijkertijd
73
casi acabado
bijna klaar
74
estoy cansado
ik ben moe
75
es difícil
het is moeilijk
