Spanning Flashcards

(12 cards)

1
Q

ab ovo

A

Wanneer de auteur of filmmaker het verhaal ab ovo laat beginnen, laat hij het verhaal vanaf het begin beginnen. De personages worden eerder langzaam in het verhaal geïntroduceerd vooraleer er allerlei gebeurtenissen plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

in medias res

A

Bij in medias res voert de lezer of kijker meteen naar het midden of zelfs het einde van het verhaal. De vragen die dat bij de lezer of kijker oproept, worden pas nadien beantwoord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

open einde

A

Bij een open einde blijft de lezer of kijker na het verhaal achter met allerlei vragen. De gebeurtenissen zijn niet altijd afgerond. De auteur of filmmaker geeft eventueel suggesties over de afloop van het verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gesloten einde

A

Bij een gesloten einde werkt de auteur of filmmaker het verhaal helemaal af. Alle problemen, acties … zijn voorbij, de situatie van de personages is duidelijk. De lezer of kijker stelt zich geen vragen meer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Cliffhanger

A

Wanneer een verhaal plots op een belangrijk moment afgebroken wordt, vergroot de spanning. Als lezer of kijker word je nieuwsgierig gemaakt naar het vervolg of de volgende aflevering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hij speel met het personage door:

A

-de topische vragen over het personage onvoldoende in te vullen
-vragen op te roepen over het personage

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hij speelt met de tijd door:

A

-de gebeurtenissen te vertragen (retardering)
-de gebeurtenissen te versnellen
-vooruitwijzende elementen in te lassen
-het geven van informatie plots af te breken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

spanning oproepen

A

-door te spelen met de verhouding tussen de achtergronden en vrijgegeven informatie. Hij doet dit vaak aan de hand van de literaire bouwstenen.
-door de gebeurtenissen een onverwachte wending te geven in het verhaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hij speelt met de ruimte door:

A

-sfeerscheppingen in te lassen
-vragen op te roepen over de ruimte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hij speelt met het perspectief door:

A

-de lezer of de kijker informatie te verschaffen en het personage in het ongewiste te laten. (=kennisvoorsprong)
-het personage informatie te verschaffen en de lezer of kijker in het ongewisse te laten (=kennisachterstand)
-de lezer of de kijker het verhaal volledig te laten volgen door de ogen van het personage en op die manier de informatiekennis tussen de personage en lezer of kijker gelijk te schakelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

motorisch moment

A

Dit is in een verhaal is het ogenblik waarop de situatie van een personage plots verandert en er allerlei andere gebeurtenissen op gang komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

suspense

A

Bij suspense veranderen de kijkers in deelnemers en gaan ze meeleven met de personages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly