Zinsbouw

Question 1

wablieft

Answer 1

-uitsluitend eenvoudige woorden
-enkelvoudige zinnen
-beknopt omschreven
-jongeren en volwassenen

Question 2

De Standaard

Answer 2

-gevarieerde, rijke woordenschat
-enkelvoudige en samengestelde zinnen
-uitgebreider, gedetailleerder omschreven
-jongeren en volwassenen

Question 3

enkelvoudige zin

Answer 3

Dit is een zin met slechts 1 persoonsvorm.

Question 4

samengestelde zin

Answer 4

Deze zin heeft 2 of meer PV’s. Een samengestelde zin bestaat uit meerdere (deel)zinnen. De (deel)zinnen worden verbonden door middel van verbindingswoorden of leestekens.

Question 5

nevenschikkende zin

Answer 5

2 of meerdere hoofdzinnen die gelijkwaardig zijn.

Question 6

onderschikkende zin

Answer 6

Bestaat uit een hoofdzin en een bijzin. De bijzin kan niet op zichzelf staan. De bijzin is afhankelijk van de hoofdzin.

Question 7

de betrekkelijke bijzin

Answer 7

Dit is een bijzin die altijd wordt ingeleid door een betrekkelijk voornaamwoord. De betrekkelijke bijzin is altijd maar een deel van een zinsdeel. Datgene waarnaar verwezen wordt of waarover iets gezegd wordt, is het antecedent.

Question 8

de tangconstructie

Answer 8

dit is een zinsconstructie waarbij er een afstand bestaat tussen delen die bij elkaar horen. Zulke constructies zijn heel gewoon in het Nederlands. Wanneer de afstand tussen de delen echter te groot wordt, zijn tangconstructies vaak moeilijk te lezen en te begrijpen, ook al zijn ze in grammaticaal opzicht correct. Dat kan voorkomen:
-tussen de delen van een scheidbaar samengesteld werkwoord
-tussen hulp- en hoofdwerkwoord
-tussen het onderwerp en persoonsvorm
-tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord