staatsrecht 1 Flashcards
(34 cards)
rechtsstaat
is een staat waar de gezagsdragers gekomen zijn door het objectief en democratisch tot stand gekomen recht waarvan zij de toepassing verzekeren, waarin de bevoegdheid van de gezagsdragers beperkt zijn door de fundamentele rechten van de burgers en waarbij de rechtsregels afdwingbaar zijn voor een onafhankelijke rechter
consensusdemocratie
in een politieke ruimte twee of meer onveranderlijke groepen die te onderscheiden zijn op basis van religie, ethnische of linguïstische kenmerken. (kenmerkend: oplossing voor politieke conflicten gebaseerd op overeenstemming tussen alle betrokken groepen)
confederalisme
Twee onafhankelijke deelstaten besluiten om sommige bevoegdheden samen uit te oefenen zoals buitenlandse zaken of defensie
kompetenz-kompetenz
de bevoegdheid om de bevoegdheid te bepalen
tweede staatshervorming
1980
BWHI (= bijzondere meerderheidswet): gaf vorm aan het Vlaams en Waals gewest en creeërde een uitvoerend en wetgevend orgaan en kregen ze bevoegdheden zoals arbeidsbemiddeling, economische steun en ruimtelijke ordening
Cultuurgemeenschappen worden omgevormd tot gemeenschappen en zij krijgen persoonsaangelegenheden zoals gezondheidszorg en sociale bijstand
gewesten en gemeenschappen krijgen een raad (later parlement) en een executieve (later regering). Vlaanderen kiest ervoor om de raad en de executieve van het Vlaamse gewest door de gemeenschap te laten uitvoeren
eerste staatshervorming
1970
cultuurgemeenschappen (eerste deelentiteiten): De Franse gemeenschap, De Vlaamse gemeenschap en de Duitstalige gemeenschap op vraag van Vlaanderen
ambitie voor oprichting gewesten -> walen wouden meer autonomie op vlak van economie. (nog niet uitgevoerd dispuut over grenzen)
derde staatshervorming
1988
Onderwijs gaat naar de gemeenschapsbevoegdheden
oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk gewest (BWBI): voor de uitvoering van gemeenschapsbevoegdheden in Brussel worden 3 commissies opgericht; De Vlaamse gemeenschapscommissie, De Waalse gemeenschapscommissie en de gemeenschappelijke commissie
vierde staatshervorming
1993
België officieel omgevormd tot federale staat
Rechtstreekste verkiezingen voor de raad: geen dubbelmandaat meer
gemeenschappen en gewesten kunnen internationale verdragen sluiten
splitsing van Brabant in Vlaams-Brabant en Waals-Brabant
vijfde staatshervorming
2001
gemeenschappen geherfinacieerd
Meer fiscale bevoegdheden naar gewesten
Nederlandstalige Brusselaars vaste vertegenwoordiging in parlement van Brussels Hoofdstedelijk Gewest
zesde staatshervorming
2014
Meer bevoegdheden naar de deelstaten
Senaat hervormd
splitsing van kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde
decenteralisatie
een bestuurlijke organisatievorm waarbij de gedecentraliseerde overheid bevoegdheden krijgt toegewezen en deze onder het administratief toezicht staan van de toezichthoudende overheid
territoriale decentralisatie
functionele decentralistatie
pakket van overheidstaken wordt toebedeeld die elk voor ander stuk van het grondgebied beslissingen zullen nemen bv gemeente en provincie
zien later maar heeft geen verkozen vertegenwoordigers
democratie
staatsvorm waar het volk de macht bezit + goed werkende democratie waarborgt grondrechten
contrat sociale
burger doet afstand van een aantal vrijheden die hij van nature heeft zodat een staat macht kan uitoefenen maar die wordt wel beperkt door de gemaakte afspraken (belangrijke begrenzing door grondrechten)
grondwet in zijn formele betekenis
het geheel van rechtsregels waarvan de goedkeuring aan strakke regels is gebonden dan wetten en waarbij een specifieke wijzigingsprocedure geldt.
grondwet in zijn materiële zin
geheel van fundamentele rechtsregels die de werking en de organisatie van de gezagsinstantie en de verhouding tussen de gezagsinstantie en de burgers regelt, of grenzen bepalen waarin beide tot ontwikkeling kunnen komen
grondwettelijke tekst kan 3 functies vervullen
- constituerende functie: heeft de basis voor het bestaan de organen van de staat
- attribuerende functie: wie welke bevoegdheden uitoefent
- regulerende functie hoe die bevoegdheden moeten worden ingevuld
grondwettelijke gewoonte
norm die ingevolge van ononderbroken en overeenstemmende rechtshandelingen gesteld door de machten met de overtuiging dat deze voor grondwettelijk moeten gehouden. Deze kunnen niet ingaan tegen de tekst van de formele grondwet zelf
algemene rechtsbeginselen met grondwettelijke waarde
rechtsregel die door de rechter als indirect of direct wordt afgeleid uit de principes die aan de gehele rechtsorde ten grondslag liggen en die als grondwettelijk moeten worden beschouwd.
de grondwetgevende procedure
- herzieningsverklaring door de preconstituante:
federale wetgevende macht geeft aan dat grondwet wil wijzigen dit doen ze daar aannemen van herzieningsverklaring, die dan moet worden aanvaard door alle 3 de federale wetgevende instellingen (
constitutieve autonomie van deelstaten
constitutieve autonomie = regels betreffend de samenstelling en de werking van wetgevend orgaan. uitvoering van consitutieve autonomie gebeurt via bijzonder decreet: tweederdemeerderheidvereist (tweederde moet aanwezig zijn en tweederde moet voor stemmen) in Brussel Hoofdstedelijk Gewest is er ook meerderheid vereist in elke taalgroep.
secundair unierecht
recht dat stond komt door organen van de unie zelf
primair unierecht
recht dat tot stand is gekomen door lidstaten van de Europese unie bv. verdragen, …
voorwaarde voor de toepassing van internationaal recht in de interne rechtsorde
objectief criterium: de verdragsbepaling legt duidelijke plicht op om iets (niet) te doen
subjectief criterium: bedoeling van de verdragssluitende partijen om rechten en plichten voor individuele burgers te verlenen