Substantive: allgemeine Regeln Flashcards

(61 cards)

1
Q

personen en dieren

A

natuurlijk geslachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

woorden op -in (indien mogelijk met Umlaut) (bv. Sekretärin)

A

vrouwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

jonge dieren (bv. Kalb, Küken)

A

onzijdig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

als zelfstandig naamwoord gebruikte stammen van werkwoorden (bv. Anfang, Entwurf)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

als zelfstandig naamwoord gebruikte stammen van werkwoorden eindigend op -t (bv. Fahrt, Geburt)

A

vrouwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

-ig (bv. Honig)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

-ich (bv. Teppich)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

-ing (bv. Hering)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

-ling (bv. Schmetterling)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

-ismus (bv. Rassismus)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

vreemde herkomst: -ant (bv. Diamant)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

vreemde herkomst: -ekt (maar niet -jekt) (bv. Respect)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

vreemde herkomst: -it (bv. Bauxit)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vreemde herkomst: -or (bv. Terror)

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

dagen

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dagdelen

A

mannelijk (behalve: die Nacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

maanden

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

jaargetijden

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

windrichtingen

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

weersverschijnselen

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

valuta’s en munten

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

auto’s en treinen

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

alcoholhoudende dranken

A

mannelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

agrarische producten

A

mannelijk (behalve: die Zwiebel, die Kartoffel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
zaaknamen eindigend op -e (bv. Bluse, Kneipe)
vrouwelijk (behalve: der Käse, der Kaffee, der Tee, das Auge, das Ende, das Erbe)
23
-ei (bv. Bäckerei)
vrouwelijk
24
-ung (bv. Zeitung)
vrouwelijjk
25
-heit (bv. Krankheit)
vrouwelijk
26
-keit (bv. Eitelkeit)
vrouwelijk
27
-schaft (bv. Eigenschaft)
vrouwelijk
28
vreemde herkomst: -anz (bv. Distanz)
vrouwelijk
29
vreemde herkomst: -ek (bv. Hypothek)
vrouwelijk
30
vreemde herkomst: -enz (bv. Konferenz)
vrouwelijk
31
vreemde herkomst: -ie (bv. Philosophie)
vrouwelijk
32
vreemde herkomst: -ik (bv. Musik)
vrouwelijk
33
vreemde herkomst: -ion (bv. Explosion)
vrouwelijk
34
vreemde herkomst: -ät (bv. Diät)
vrouwelijk
35
vreemde herkomst: -is (bv. Skepsis)
vrouwelijk
36
vreemde herkomst: -ur (bv. Zensur)
vrouwelijk
37
Als zelfstandig naamwoord gebruikte telwoorden (bv. Sieben)
vrouwelijk
38
schepen (bv. Titanic)
vrouwelijk
39
vliegtuigen en motors (bv. Honda, Boeing)
vrouwelijk (behalve: der Airbus, der Jumbo)
40
Verzamelbegrippen beginnend met Ge- en eindigend op -e (bv. Gebäude, Gemüse)
onzijdig (behalve: die Gemeinde)
41
verkleinwoorden op -chen en -lein (bv. Brötchen, Fräulein)
onzijdig
42
-nis (bv. Ärgernis, Zeugnis)
onzijdig (behalve: die Befugnis, die Besorgnis, die Erlaubnis, die Finsternis, die Kenntnis)
43
-tum (bv. Christentum, Eigentum)
onzijdig (behalve: der Irrtum, der Reichtum)
44
vreemde herkomst: -ett (bv. Minarett)
onzijdig
45
vreemde herkomst: -fon (bv. Telefon)
onzijdig
46
vreemde herkomst: -in (bv. Benzin)
onzijdig
47
vreemde herkomst: -jekt (bv. Projekt)
onzijdig
48
vreemde herkomst: -ment (bv. Kompliment)
onzijdig
49
vreemde herkomst: -skop (bv. Mikroskop)
onzijdig
50
vreemde herkomst: -eum (bv. Museum)
onzijdig
51
vreemde herkomst: -ium (bv. Plutonium)
onzijdig
52
vreemde herkomst: -um (bv. Zentrum)
onzijdig
53
Engelse woorden: -ing (bv. Meeting, Training)
onzijdig
54
letters
onzijdig
55
muzieknoten
onzijdig
56
metalen en chemische elementen (bv. Eisen, Zink)
onzijdig (behalve: der Stahl, die Bronze)
57
geografische namen zonder vast lidwoord
onzijdig (behalve rivieren; die zijn mannelijk of vrouwelijk: der Rhein, der Nil, die Maas ...)
58
hotels, restaurants, cafés en bioscopen (McDonald's)
onzijdig