Synovitis Flashcards

1
Q

Wat is het typische klinische beeld van jicht?

A

Acute, intermitterende monoartritis van groot of klein gewricht van onderste extremiteit (knie, MTP-1).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer is hyperuricemia meest logisch: bij een Surinaamse vrouw van 30 jaar of bij een Chinese man van 70 jaar?

A

Een Chinese man van 70 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn klinische verschijnselen van jicht?

A
  1. Tophi
  2. Podagra: begint grote teen MTP-1 gewricht.
  3. Koorts en hoge ontstekingswaarden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bepaal je urinezuur tijdens diagnostiek voor of na jichtaanval?

A

Na de aanval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waaruit bestaat de chronische behandeling van jicht?

A

Allopurinol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een meer typisch beeld bij RA: een man van 30 jaar of een vrouw van 50 jaar?

A

Een vrouw van 50 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke auto-antistoffen komen vrij bij RA?

A

ACPA, IgM-RF

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat herkent IgM-RF?

A

De staart van IgG molecuul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er specifiek aan de ACPA?

A

ACPA herkent het gehele molecuul behalve Arginine, wat omgezet wordt in citrulline.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke fase zijn ACPA en RF aanwezig: pre-klinisch, klinisch of chronisch?

A

Pre-klinische fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de typische presentatie van RA?

A

Chronische, symmetrische poliartritis van kleine gewrichten aan hand (en voet).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De DIP-gewrichten zijn vaak aangedaan bij PsA. Welke gewrichten betreffen dit bij RA?

A

MCP en PIP gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke twee typen deformiteiten ontstaan vaak bij RA?

A

Boutonnière en Swanneck

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de extra-articulaire verschijnselen bij RA?

A
  • Cystevorming: Bakerse cyste
  • Cervicale slip
  • Reumanoduli
  • Vasculitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat de niet-medicamenteuze behandeling van RA?

A
  • Educatie
  • Fysio
  • Ergo
  • Chirurgie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Methotrexaat is een DMARD. Met welk ander middel moet je dit medicijn toedienen?

A

Foliumzuur

17
Q

Leflunomide (Arava) is een actief metaboliet met lange halfwaardetijd. Welk middel is nodig om klaring te faciliteren?

A

Cholestyramine

18
Q

Waarom verwacht je bij een B-cel depletie biological niet direct een verlaging van RF antistoffen?

A

Omdat het middel werkt op CD20 op B-cel, niet op plasmacel. Dus wanneer B-cellen kapot worden gemaakt, zullen plasmacellen nog even doorleven en antistoffen produceren. Pas wanneer geen differentiatie meer is naar plasmacel omdat alle B-cellen dood zijn, zullen antistoffen afnemen.