T2.3 Betrouwbaarheid Flashcards

(40 cards)

1
Q

Wat is meetfout en hoe beïnvloedt het de betrouwbaarheid van een meetinstrument?

A

Meetfout is het deel van een meetscore dat puur door toeval komt. Het verlaagt de betrouwbaarheid van een meetinstrument doordat het de nauwkeurigheid van de meting aantast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt betrouwbaarheid gedefinieerd in de klassieke testtheorie?

A

Betrouwbaarheid wordt gedefinieerd als de proportie van de variantie in de geobserveerde testscores die wordt veroorzaakt door de ware scores. Dit wordt uitgedrukt als de correlatie tussen de ware scores en de geobserveerde scores in het kwadraat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de relatie tussen betrouwbaarheid en meetfout?

A

Betrouwbaarheid en meetfout zijn omgekeerd gerelateerd: een hogere betrouwbaarheid betekent minder meetfout en vice versa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe kan betrouwbaarheid worden geschat volgens de klassieke testtheorie?

A

Betrouwbaarheid kan worden geschat door de correlatie te berekenen tussen de geobserveerde scores van twee parallelle testen die hetzelfde meten en evenveel meetfout hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan het effect van meetfout worden verminderd?

A

Het effect van meetfout kan worden verminderd door meer metingen te verrichten en deze te middelen, waardoor de meetfout rondom het gemiddelde steeds kleiner wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is test-hertestbetrouwbaarheid?

A

Test-hertestbetrouwbaarheid is de mate waarin herhaalde metingen met hetzelfde meetinstrument vergelijkbare resultaten opleveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke uitdagingen zijn er bij het bepalen van test-hertestbetrouwbaarheid?

A

Uitdagingen zijn onder meer veranderingen in de psychologie van individuen, geheugeninvloeden, transient error en het inschatten van de termijn tussen metingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is transient error en hoe beïnvloedt het test-hertestbetrouwbaarheid?

A

Transient error is een meetfout veroorzaakt door tijdsafhankelijke factoren. Bij te korte intervallen tussen metingen kan de meetfout twee keer dezelfde richting hebben en daardoor versterkt worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke maatstaven worden gebruikt voor het meten van test-hertestbetrouwbaarheid?

A

Test-hertest alpha en de coefficient of equivalence and stability zijn twee maatstaven die worden gebruikt om test-hertestbetrouwbaarheid te beoordelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een nadeel van test-hertestbetrouwbaarheid met betrekking tot deelnemersuitval?

A

Uitval van deelnemers kan optreden tussen de eerste en tweede meting, wat de betrouwbaarheidsschatting kan vertekenen en de representativiteit van de steekproef kan aantasten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is interne consistentie?

A

Interne consistentie verwijst naar de mate waarin verschillende items van een meetinstrument hetzelfde meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe kan interne consistentie worden gebruikt als schatting voor betrouwbaarheid?

A

Interne consistentie kan worden gebruikt als een schatting voor betrouwbaarheid onder bepaalde aannames, waardoor het wordt gebruikt als een enkele meting van een meetinstrument.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een kritiekpunt op de interne consistentie-benadering?

A

Een kritiekpunt is dat deze benadering geen rekening houdt met transient error, wat onrealistisch is in psychologisch onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar kunnen meer details over betrouwbaarheidsschatters gebaseerd op interne consistentie worden gevonden?

A

Voor een uitgebreide bespreking van deze betrouwbaarheidsschatters wordt verwezen naar McNeish (2017).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is split-half-betrouwbaarheid?

A

Split-half-betrouwbaarheid is een maat voor interne consistentie waarbij een meetinstrument in twee helften wordt verdeeld en de correlatie tussen deze helften wordt berekend als schatting van betrouwbaarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe wordt split-half-betrouwbaarheid berekend?

A

Een meetinstrument wordt verdeeld in twee helften, de gemiddelde scores van elke helft worden berekend voor elke deelnemer, en vervolgens wordt de correlatie tussen deze twee helften berekend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk probleem kan optreden bij de split-half-betrouwbaarheidsbenadering?

A

Het probleem is dat er verschillende manieren zijn om een meetinstrument in twee helften te verdelen, wat kan leiden tot variabele correlaties tussen deze helften.

18
Q

Hoe kan het probleem van variabele correlaties bij split-half-betrouwbaarheid worden opgelost?

A

Door alle mogelijke split-half-betrouwbaarheden te berekenen en het gemiddelde te nemen, wat resulteert in de coëfficiënt alpha.

19
Q

Wat is de coëfficiënt alpha?

A

De coëfficiënt alpha, ook bekend als Cronbach’s alpha, is het gemiddelde van alle mogelijke split-half-betrouwbaarheden en wordt gebruikt als maat voor de interne consistentie van een meetinstrument.

20
Q

Wat is de formule voor het berekenen van coëfficiënt alpha?

A

α = k / (k - 1) * (1 - ∑(σ²i) / σ²X), waarbij k het aantal items in het meetinstrument is, σ²i de variantie van een gegeven item en σ²X de variantie van het meetinstrument.

21
Q

Waarom is de coëfficiënt alpha zo belangrijk?

A

De coëfficiënt alpha is eenvoudig te berekenen, zelfs zonder computers, en is beschikbaar in populaire statistische software zoals SPSS, waardoor het een veelgebruikte maat is voor interne consistentie.

22
Q

Welke problemen kunnen optreden bij het gebruik van coëfficiënt alpha?

A

Coëfficiënt alpha vereist een tau-equivalent meetmodel, wat betekent dat alle items even sterk op een factor moeten laden, wat vaak niet het geval is in de praktijk. Daarnaast kan het ontbreken van de transient error een beperking zijn.

23
Q

Wat is coëfficiënt H en hoe wordt het berekend?

A

Coëfficiënt H is een maat voor interne consistentie die rekening houdt met verschillende factorladingen. Het wordt berekend met de formule H = √(1 + ∑(l²i) / (1 - ∑(l²i))), waarbij l²i de factorladingen zijn.

24
Q

Wat is de Greatest Lower Bound (glb)?

A

De Greatest Lower Bound (glb) is een maat voor interne consistentie die niet eenvoudig met de hand te berekenen is, maar beschikbaar is in software. Het geeft een betere schatting van de betrouwbaarheid van een meetinstrument.

25
Wat is Omega en welke varianten bestaan er?
Omega is een maat voor interne consistentie die verschillende varianten heeft, zoals McDonald’s omega, Revelle’s omega en de hiërarchische omega. Deze worden berekend met behulp van een structural equation model in software.
26
Hoe kies je de juiste betrouwbaarheidsmaat?
De keuze hangt af van je behoeften, mogelijkheden en meetmodel. Als tau-equivalentie geldt, kun je coëfficiënt alpha gebruiken. Als dit niet het geval is, is coëfficiënt H een betere optie. Omega-varianten zijn ook bruikbaar als je beschikking hebt over geschikte software.
27
Wat bepaalt of de betrouwbaarheid van een meetinstrument goed genoeg is?
De geschiktheid van betrouwbaarheid hangt af van factoren zoals de toepassing, de breedte van het construct en de tijdsduur van de meting.
28
Wat is het doel tijdens de ontwikkeling van een meetinstrument en hoe wordt betrouwbaarheid verbeterd?
Tijdens ontwikkeling is het doel om de betrouwbaarheid te maximaliseren terwijl de belasting voor deelnemers minimaal blijft. Betrouwbaarheid wordt verbeterd door meer items toe te voegen en ambiguïteit te verminderen.
29
Waarom is het belangrijk om betrouwbaarheidsmaten te rapporteren bij de ontwikkeling van een meetinstrument?
Het is belangrijk voor transparantie en voor andere onderzoekers die het instrument willen gebruiken.
30
Wat moeten onderzoekers doen voordat ze een meetinstrument gebruiken in een andere populatie/context?
Ze moeten de betrouwbaarheid verifiëren en mogelijk een aparte validatiestudie uitvoeren in die populatie/context.
31
Waarom zijn betrouwbaarheidsintervallen belangrijk bij het interpreteren van betrouwbaarheidsschattingen?
Betrouwbaarheidsintervallen geven inzicht in de nauwkeurigheid van de schattingen, vooral bij kleine steekproeven.
32
Waarom kan een meetinstrument mogelijk niet bruikbaar zijn in een bepaalde populatie/context?
Meetinstrumenten moeten geschikt zijn voor specifieke populaties en contexten; als dit niet het geval is, kan dit resulteren in een lage betrouwbaarheid en meetfout.
33
Wat moeten onderzoekers doen als ze ontdekken dat hun meetinstrument niet betrouwbaar genoeg is?
Ze moeten de implicaties erkennen, mogelijke correcties overwegen en transparant zijn over de beperkingen van hun onderzoek.
34
Hoe kan de betrouwbaarheid van een item worden berekend uit de betrouwbaarheid van het gehele meetinstrument?
Met behulp van de Spearman-Brown-formule kunnen onderzoekers de betrouwbaarheid van een item schatten op basis van de betrouwbaarheid van het meetinstrument en vice versa.
35
Welke formules worden gebruikt om de betrouwbaarheid van een meetinstrument en items te berekenen?
De Spearman-Brown-formule wordt gebruikt om de betrouwbaarheid van een meetinstrument te schatten op basis van items, en vice versa.
36
Wat is het doel van item-analyse bij vragenlijsten?
Het doel van item-analyse is om de kwaliteit van vragenlijsten te evalueren door naar de verdeling en correlatie van items te kijken. Hiermee kan worden bepaald hoe goed de vragenlijst meet wat hij beoogt te meten.
37
Waarom is het hercoderen van items soms nodig bij item-analyse?
et hercoderen van items is nodig om ervoor te zorgen dat alle items in een vragenlijst dezelfde richting hebben. Dit is belangrijk voor de consistentie van de vragenlijst en de interpretatie van de resultaten.
38
Welke methoden worden gebruikt om de interne consistentie van een vragenlijst te meten?
Coëfficiënt Alfa en Omega worden gebruikt om de interne consistentie van een vragenlijst te meten. Omega wordt vaak gebruikt vanwege zijn robuustheid en wordt beschouwd als een betrouwbare schatter van interne consistentie.
39
Maak verwerkingsopdracht 2.3!!!
40