Taak 6 Flashcards
(24 cards)
Ziekte van parkinson
Moeite met aanzetting tot beweging en het initiëren van beweging, ook spiertrillingen kunnen aanwezig zijn. Het is het gevolg van geleidelijke verlies van axonen die dopamine afgeven van de substania nigra naar het striatum. Met verlies van deze input vermindert het striatum zijn remming van de globus pallidus, waardoor zijn remmende input naar de thalamus toeneemt.
Hersengebieden betrokken bij beweging
Prefrontale en motorische cortex, basale ganglia en het cerebellum sturen beweging aan. Beweging heeft een positieve invloed op de prefrontale cortex, basale ganglia, hippocampus en andere delen die betrokken zijn bij leren en geheugen.
Primaire motorische cortex en beweging
Primaire schors maakt beweging mogelijk door het genereren van zenuwimpulsen die nodig zijn een beweging te produceren. Het gaat niet direct van de motorische schors naar de spieren, axonen van de motorcortex strekken zich uit naar de hersenstam en het ruggenmerg, die de impulsen genereren die de spieren besturen.
Primaire motorcortex is ook actief wanneer je bewegingen inbeeld, bewegingen herinnert of werkwoorden die gerelateerd zijn aan bewegingen begrijpt.
Cerebrale cortex en beweging
Voor complexe acties als praten en schrijven. Minder controle over onvrijwillige bewegingen als hoesten, niezen, kokhalzen en lachen. Handelingen zijn moeilijk om vrijwillig uit te voeren, waarschijnlijk door gebrek aan cerebrale controle.
Posterieur pariëtale cortex en beweging (en schade)
Wordt actief tijdens het plannen van een beweging. Deze monitort de positie van het lichaam t.o.v. de wereld.
Bij schade: hebben mensen moeite met het vinden van objecten in de ruimte, zelfs nadat ze hun uiterlijk/verschijning nauwkeurig hebben beschreven. Tijdens het lopen botsen deze mensen vaak tegen obstakels
Prefrontale cortex en supplementaire motorische cortex
Van belang voor plannen en organisatie van een reeks snelle bewegingen.
Als je een gewoonte hebt –> is de supplementaire motorische Cortex van belang voor het onderdrukken van die gewoonte wanneer iets anders belangrijker is om te doen. Deze supplementaire motorische cortex wordt ook actief na een bewegingsfout en ontwikkelt manieren om de verkeerde beweging de volgende keer te remmen.
Prefrontale cortex, slaat sensorische informatie op die relevant is voor een beweging. Gebied is ook actief tijdens het dromen.
Antisaccade task
Wanneer aan de ene kant een stimulus wordt gepresenteerd –> andere kant opkijken.
Spiegelneuronen
Mirror neuronen zijn actief tijdens zowel de voorbereiding van een beweging als tijdens het kijken naar iemand die dezelfde of een vergelijkbare beweging uitvoert.
Spiegelneuronen werden voor het eerst gemeld in de premotorische cortex van apen, daarna van mensen. Deze neuronen zijn interessant vanwege het idee dat ze belangrijk kunnen zijn om andere mensen te begrijpen, zich ermee te identificeren en te imiteren.
Spiegelneuronen in een deel van de frontale cortex worden actief wanneer mensen glimlachen of andere mensen zien glimlachen, en reageren vooral sterk bij mensen die aangeven zich sterk te identificeren met andere mensen.
–> Niet alleen geactiveerd door actie te zien maar ook een herinnering aan die actie. Mirrorneuronen ontwikkelen hun eigenschappen door middel van leren.
Basale ganglia en beweging
Caudate nucleus + putamen = striatum. Het striatum ontvangt input van de hersenschors en substania ligra stuurt zijn output naar de globus pallidus, die vervolgens output stuurt naar de thalamus en frontale cortex.
Directe pad –> van het striatum remt de globus pallidus die een deel van de thalamus remt. Door een remmer te remmen, is het netto-effect excitatie (stimulatie)
Beide paden zijn actief bij beweging en geen van beide paden is actief in rust.
Directe pad: ondersteunend voor initiëren van bewegingen en het verfijnen van deze bewegingen.
De activiteit in het indirecte pad maakt reacties langzamer en minder krachtig.
De taak van de basale ganglia is om de kracht van de geselecteerde beweging te reguleren.
Mensen met schade aan basale ganglia, zoals bij de ziekte van Parkinson zijn in staat tot sterke bewegingen als reactie op onmiddellijke signalen
Directe pad
Doel is om de remming van de thalamus af te nemen om beweging te initiëren.
We willen bewegen –> motorische cortex stuur exciterend neuron (glutamaat) –> striatum (caudate nucleus + putamen) –> remmend neuron (GABA) naar globus pallidus –> remt thalamus –> thalamus activeert en geeft vervolgens exciterende berichten naar de spier.
Thalamus is in principe onderdrukt door globus pallidus, door de globus pallidus dan te remmen, activeert de thalamus.
Substania nigra stuurt ondertussen dopamine naar striatum om deze meer aan te zetten tot remming (dopamine stimuleert remmende neuron) en zorgt voor nog meer remming naar globus pallidus en meer activatie naar thalamus.
Ondertussen stimuleert de subthalamic nucleus de substania ligra om nog meer dopamine te sturen en dus nog meer remming naar globus pallidus.
Substania nigra kan terug communiceren naar subthalamic nucleus dmv remmende neuronen als er genoeg gestimuleerd is. Dit zorgt ervoor dat de substania ligra geremd wordt, deze niet meer de globus pallidus remt en de thalamus weer onderdrukt wordt.
Indirecte pad
Doel is om de thalamus meer inactief te maken en zo spierbewegingen te verminderen en te vertragen. De substantia nigra gebruikt zijn dopamine om dit te verfijnen en ervoor te zorgen dat we onze spieractiviteit niet te veel verlagen.
Ziekte van parkinson (neurotransmitters en nigrostriatal pathway)
Ziekte van parkinson komt grotendeels door een verlies van dopamineneuronen in de hersenen. de substantia nigra is het belangrijkste gebied in de hersenen waar we het grote verlies aan dopamine-neuronen zien. deze dopamineneuronen sturen hun axonen naar het striatum. Deze weg, die loopt van de substantia nigra tot het striatum, wordt de nigrostriatal pathway genoemd. Omdat er een verlies is van de neuronen in Parkinson, zie je tegelijkertijd een vorming van kleine klonten eiwitten in veel van deze neuronen. (Lewy-bodies)
Parkinson biologisch uitgelegd
Wanneer we dopamine-neuronen bij parkinson verliezen, kan de substantia nigra niet zoveel dopamine naar het striatum sturen om de thalamus actiever te maken. De spierbewegingen worden te veel verminderd. De substantia kan niet meer beweging in het directe pad initiëren en kan overmatige vermindering van beweging in het indirecte pad niet voorkomen.
Oorzaken parkinson
Probleem begint in de substania nigra.
- Blootstelling aan gifstoffen, de stof die verantwoordelijk was voor symptomen van Parkinson was MPTP, een chemische stof die in het lichaam omgezet wordt door MPP+ , dit hoopt zich op in neuronen die dopamine afgeven, en hen vervolgens vernietigd.
- Traumatisch hoofdletsel.
- Sigaretten en koffie zorgen voor een verminderd risico.
- Abnormale activiteit van de basale ganglia
Behandeling Parkinson
L-dopa: het herstellen van ontbrekende dopamine. L-dopa, een voorloper van dopamine, die de hersen-bloedbarriere baseert. Echter vertraagd het het voortdurende verlies van neuronen niet en heeft veel bijwerkingen als misselijkheid, rusteloosheid, slaapproblemen, lage bloeddruk, repetitieve bewegingen en soms hallucinaties en wanen.
Deep brain stimulation (DBS): helpt bewegingssymptomen bij parkinson te verminderen. Het gebeurt in 2 stappen:
1. Surveying –> een klein draad, electrode, wordt ingebracht in de hersenen in het gebied van de basale ganglia. ze moeten uitvinden waar de slecht gedragende neuronen in de hersenen zijn. Ze analyseren activiteitspatronen van de neuronen om hen heen en vertalen wat ze vinden in verschillende hoorbare geluiden, zodat chirurgen weten wanneer ze op de juiste plek zijn.
2. Permanent electrodes –> electrodes worden eruit gehaald en permanente electroden worden ingebracht. (aan 1 of 2 kanten, afhankelijk van de ernst van symptomen) ze zijn verbonden met een pacemaker op batterijen onder het sleutelbeen, dus we hebben de mogelijkheid om continu elektrische signalen te sturen naar het deel van de hersenen waar die elektroden zich bevinden. Ze passen de activiteit van de neuronen aan en verlagen de activiteit van onrustige neuronen.
–> Gebruikt om de activiteit van de neuronen in deze gebieden te verminderen en het evenwicht in de directe en indirecte paden te herstellen.
- Fysiotherapie: kunnen bijbehorende spier- en gewrichtspijn verlichten die kunnen voortvloeien uit dingen als stijfheid en de houdingsveranderingen die in de loop van de tijd kunnen optreden.
Tourettes
Stoornis die iemand plotse korte bewegingen of geluiden laat maken. Voor de persoon de beweging of het geluid maakt voelt de persoon een sterke drang de beweging uit te voeren. Na het maken van de beweging of het geluid voelt de patiënt een gevoel van opluchting.
Het is een tic-stoornis en onderscheidt zich van andere tic-stoornissen, omdat bij Tourettes beide tics voorkomen: bewegingen en geluiden.
Wat ook uniek is voor Tourettes is dat mensen manieren vinden om hun Tics te onderdrukken. Dit doen ze bijvoorbeeld door een tic te vervangen door een ander geluid of beweging die meer gepast is in het openbaar, of uitstellen van tics
Bij mensen met Tourettes is een neuraal circuit gevonden die niet helemaal goed functioneert: cortison-striatal-thalamic-cortico-circuit.
Hoofdsymptoom Tourettes: Tic (de soorten)
- Fysieke tic: motorische bewegingen (knipperen, bewegen van lichaamsdeel etc.)
–> Simpele tic: Een spier, plotse korte en herhalende beweging
–> Complexe fysieke tic: complexe bewegingen (meerdere spiergroepen) - echopraxia (miming the movements of other people) - slaan van dingen. - Fonische tic: geluiden (grommen of piepen), woorden of zinnen
–> Simpele fonische tic: enkel geluid (blaffen)
–> Complexe fonische tic: lange zinnen.
Verergeren van Tourettes
- Stress, angst
- Moe
- Ziekte, vooral een streptokokkeninfectie
- Opwinding
- Recent hoofdletsel
Tourettes en het brein (biologisch)
Exacte oorzaak onbekend, maar gelinkt aan schade of abnormaliteiten in de basale ganglia van het brein.
- Afwijkingen kunnen onbalans veroorzaken in de niveaus van neurotransmitters in de hersenen. abnormale niveaus van neurotransmitters kunnen de normale hersenfuncties verstoren resulterend in tics.
Het is waarschijnlijk dat het syndroom van Tourettes een disfunctie in meer dan een neurotransmitter in de bewegingsgerelateerde hersencircuits met zich meebrengt.
Risicofactoren Tourettes
- Vroeggeboorte
- Genetische aanleg
- Ziekte in jeugd
Hypothesen Tourettes
Dopamine pathway:
Bij Tourettes wordt uitgegaan van een interactie van het striatum en dopamine. Een overschot van dopamine in deze paden zorgt ervoor dat men tics gaat uitvoeren.
Gevolg van dopamine overschot:
- Gevoelige dopaminereceptoren
- Extreme dopamine prikkeling
- Overtollig dopamine uitstoot
- Abnormale presynaptische terminal functie
CSTC-pathway:
Dopamineniveaus worden gemoduleerd door twee mechanismen: tonische en fysische dopamine-overdracht, leg uit
tonische transmissie: vindt onafhankelijk van neurale activiteit plaats en verwijst naar de kleine hoeveelheden afgegeven dopamine die de langdurige dopamine-homeostase bepalen.
Fasische afgifte: verwijst naar spike-dependent afgifte –> hypersensitieve neuronen ondergaan verhoogde activering en activeren vervolgens de CTCS-route overmatig.
Behandeling Tourettes
Medicatie:
Antihypertensiva: onderzoekers vermoeden dat dit kan helpen bij het reguleren van de neurotransmitterniveaus
spierverslappers: om spasticiteit te verminderen
neuroleptica: blokkeert de werking van dopamine in de hersenen, typische neuroleptica en atypische neuroleptica –> vaker voorgeschreven dan typische neuroleptica omdat het minder potentieel heeft om bijwerkingen te veroorzaken.
gedragstherapie: gericht op veranderen van gedragspatroon met iemand met Tourettes. Tics worden bewust opgeroepen zodat de patiënt eraan kan wennen. Ook ontspanning want stress kan tics verergeren.
Chirurgische ingreep
- Limbische leucotomie: klein deel van limbisch systeem wordt weggebrand. Het limbisch systeem is verantwoordelijk voor hogere emoties, gedrag en geheugen.
- Diepe hersenstimulatie: elektroden worden geïmplanteerd in delen die zijn gekoppeld aan tics. Deze zijn verbonden aan kleine elektroden. Zo worden verschillende delen van de hersenen gestimuleerd, en vaak worden symptomen hiermee voorkomen.
Verschil en overeenkomsten Parkinson en Tourettes
Overeenkomsten:
- Beide motorische stoornis
- Gaan samen met cognitieve veranderingen
- Gevolg van disfunctie basale ganglia
Verschillen:
- Tourettes (hyperkinetisch), Parkinson (hypokinetisch)