Taak 9: Wetenschappelijke integriteit en open science Flashcards

1
Q

2 redenen waarom mensen methodologische gebreken kunnen vergeven:

A
  1. Eerdere overtuigingen van onderzoekers over een bepaald onderwerp
  2. Belang van het onderwerp van een onderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

2 manieren waarop het belang van een onderwerp de evaluaties van mensen kan beïnvloeden:

A
  1. Clementie bias = wetenschappers die onderzoek artikelen lezen zijn vergevingsgezinder voor
    methodologische zwakheden die ze opmerken in studies van belangrijke problemen
  2. Oversight bias = het belang van een probleem maakt het moeilijke om methodologische
    zwakheden op te sporen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Binominale effectgrootteweergave

A

de grootte van een effect illustreren door de effectgroottes om
te zetten in binominale succespercentages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

2 manieren waarom mensen eerder methodologische zwakheden over het hoofd zien in een
onderzoek dat belangrijke problemen aanpakt

A
  1. Representativiteitsheuristiek = veronderstelling dat een onderdeel, het geheel
    vertegenwoordigt
    Voorbeeld: omdat een probleem belangrijk is, moet de studie ook belangrijk zijn
  2. Halo-effect = wanneer iemands algemene indruk is gebaseerd op een bepaalde
    eigenschap/evaluatie wat de specifieke kenmerken nadelig kan beïnvloeden
    Voorbeeld: door verliefdheid van onderzoekers op het belang van een onderwerp, kunnen ze
    de onvolkomenheden ervan over het hoofd zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Methodologische gebreken in een onderzoek kan leiden tot

A
  1. Slordigheid
  2. Twijfelachtige onderzoekspraktijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Publicatiedruk

A

sterke stimulansen om snel, veel en vernieuwend te publiceren
Manier om prestatie van wetenschappers te beoordelen → prestatiefrequentie
Daarom → kwaliteitscontrolemechanismen om fouten op te sporen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Collegiale toetsing

A

ezen, becommentariëren en het adviseren over of een artikel al dan niet goed
genoeg is voor publicatie door andere onderzoekers met expertise
Nadeel 1: geen volledige garantie voor optimale kwaliteit
Nadeel 2: menselijke factor kan beperkende factor zijn ofwel Cognitieve bias

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cognitieve bias

A

vertekeningen in de oordeelsvorming van peer-reviewers en bij het nemen van
beslissingen
4 soorten cognitieve bias:
1. Novelty bias (niewigheidsbias)
= een resultaat wat vernieuwend is, wordt soms minder kritisch bekeken
2. Leniency bias
= een onderzoek met een belangrijk onderwerp
3. Confirmation bias (kan leiden tot cherry-picking)
4. Hindsight bias (kan leiden tot HARKing)
Gevolg van cognitieve bias → verlies van kritische attitude

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wetenschappelijke fraude

A

niet-wetenschappelijke prikkels die tot problematische onderzoek
uitvoering kunnen leiden d.m.v. bedrog of misleiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

3 soorten twijfelachtige onderzoekspraktijken:

A
  1. HARKing (Hypothesizing After the Results are Known)
    = wanneer een onderzoeker een onverwacht resultaat vindt en het onderzoek presenteert op
    een manier alsof dit onverwachte resultaat altijd al het doel was om te vinden
    → statistisch resultaat zonder a-priori-hypothese is een toevallig resultaat en dus foutpositief resultaat
  2. Cherry-picking
    = wanneer een onderzoeker alleen de meest positieve onderzoeksresultaten presenteert
  3. P-hacking
    = wanneer een onderzoeker verschillende analysestrategieën gebruiken om zo op zoek te
    gaan naar een significant resultaat ter ondersteuning van hun hypothese
    → confirmation bias
    Hoe kunnen we dit voorkomen:
  4. Bewust zijn van onze biases
  5. Objectieve criteria voor kwalitatief goed onderzoek
  6. Vooraf formuleren van verwachtingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Motivated reasoning

A

beschrijft hoe bepaalde doelen of motivaties de oordeels- en besluitvorming
van mensen kunnen beïnvloeden
* Scout mindset
= begrijpen van de situatie (dingen zien zoals ze zijn i.p.v. wat je zou willen zien)
* Soldier mindset
= verslaan van de vijand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

4 normen van Merton

A
  1. Gemeenschappelijkheid
    = alle wetenschappers moeten toegang hebben tot de kennis van wetenschap
  2. Universalisme
    = kenmerken van de wetenschapper mogen geen rol spelen bij het beoordelen van
    wetenschappelijke producten
  3. Belangeloosheid
    = wetenschap komt ten goede van het algemeen belang en niet persoonlijk gewin
  4. Georganiseerde scepsis
    = wetenschap moet voortdurend blootgesteld kunnen worden aan kritische analyse en
    collegiale toetsing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Open science

A

aanvullende kwaliteitscontrolemechanisme die streeft naar transparantie en
toegankelijkheid
▪ Reproduceerbaarheid = onderzoekers kunnen op basis van de informatie die over een studie
wordt gegeven, het onderzoek op dezelfde manie opnieuw doen
4 pijlers van open science:
1. Preregistratie
= het openbaar maken van onderzoeksplannen, verwachtingen en analyseplannen
2. Open data
= openbaar maken van onderzoeksgegevens
3. Open materialen
= openbaar maken van onderzoeksmaterialen
4. Open access publicaties
= iedereen die geïnteresseerd is heeft toegang tot een publicatie van een onderzoek (NIET
gratis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 soorten onderzoek - open science

A
  1. Exploratief
    = onderzoeker zonder a-priori-verwachtingen data analyseert of onderzoeksresultaat
    toevallig vind
  2. Bevestigend
    = onderzoeker probeert een hypothese te bevestigen of te verwerpen
    Preregistratie wordt gebruikt om het verschil tussen een exploratief of bevestigend onderzoek van
    tevoren duidelijk te maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

5 principes voor integere wetenschapsbeoefening volgens VSNU-gedragscode

A
  1. Eerlijkheid
  2. Zorgvuldigheid
  3. Transparantie
  4. Onafhankelijkheid
  5. Verantwoordelijkheid
    Kortbondige omschrijving van VSNU-gedragscode → 61 normen voor integer onderzoek rondom
    verschillende fasen van het onderzoeks- en publicatieproces.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly