Telencephalon Flashcards

1
Q

Embryologie

A

Uit 1e hersenblaasje. Lamina alaris gaat craniaal erg in omvang toenemen en gaat splitsen in 2 delen waardoor er bilateraal 2 grote lobben ontstaan die gaan leiden tot de hersenhemisferen. Tussen de 2 lobben ligt een groeve = lamina terminalis. Telencephalon heeft 2 holtes = 1e en 2e hersenventrikel.

3 gebieden die gaan ontwikkelen:

  • Archipallium = amonshoorn: oud; –> hippocampus + corpus striatum
  • Paleopallium: oud; –> belangrijk voor reukprikkels en vormt basale ganglia
  • Neopallium: groei verschilt tussen species, sterker uitgebouwd bij hogere vertebraten; wordt geassocieerd met neocortex en zal over paleopallium komen te liggen

Neopallium gaat bij verschillende HD sterk in grootte toenemen en moet daardoor plooien –> groeven (sulci of fissura) en kronkels (gyri).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Opbouw

A
  • Tussen hemisferen fissura longitudinalis cerebri.
  • Grote hersenen van kleine gescheiden door fissura transversa
  • In de hemisferen verschillende gebieden: lobus frontalis (craniodorsaal), lobus parietalis (dorsaal), lobus temporalis (caudomediaal), lobus occipitalis (caudaal), lobus olfactorius (ventraal)
  • Sulcus cruciatus loodrecht op fissura longitudinalis cerebri, hiervoor ligt gyrus precruciatus, hierachter gyrus postcruciatus
  • Aan de zijkant zit gyrus silvius met gyrus extosilvius eromheen
  • Ventraal 2 knobbels: lobus olfactorius met bulbus olfactorius en lobus piriformis
  • Aan mediale zijde lobus piriformis zit tuberculum hippocampus
  • Hersenhemisferen zijn verbonden door corpus callosum = bundel witte stof
  • Bovenop corpus callosum ligt gyrus cinguli, is via fornix verbonden met hippocampus en limbisch systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Neuronen neopallium

A

Neopallium = hersenschors, neuronen zijn in 6 lagen verdeeld, diepste laag (hoogste cijfer) wordt eerst bevolkt. # lagen f(ontwikkeling species). De neuronen in het neopallium zijn UMN, belangrijk voor motoriek, het zijn piramidale cellen.
Neuronen gaan uitlopers op 3 manieren kunnen versturen:
1. Korte uitloper gaat projecteren naar ander gebied hersenschors in dezelfde hemisfeer
2. Lange uitloper gaat naar pons, MO of ruggenmerg projecteren, loopt in capsula interna
3. Uitloper naar andere hemisfeer, steekt over via corpus callosum (bundel witte stof)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Capsula interna

A

Bundel uitlopers van neuronen in hersencortex, lopen naar pons, MO of ruggenmerg. Gaat deel uitmaken van corpus striatum, scheidt ncl. caudatus van ncl. lentiformes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Corpus callosum

A

Bundel witte stof tussen de hemisferen, hierin steken uitlopers over naar de andere hemisfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Corpus striatum

A

Uit archipallium, gestreept uitzicht door afwisseling witte en grijze stof.

Grijze stof van het corpus striatum bestaat uit basale ganglia = subcorticale verzameling van nuclei

  • Ncl. caudatus (= putamen = pallidum): dikke, kommavormige kern, dicht tegen thalamus; door capsula interna van ncl. lentiformes gescheiden
  • Ncl. lentiformes: van claustrum gescheiden door capsula externa
  • Claustrum: aan onderkant paleopallium, heel dun randje

Witte stof:

  • Capsula interna
  • Capsula externa

Corpus striatum moduleert bewegingen. Bij mens 1:1 verhouding –> 1 pyramidale cel gaat contact maken met 1 motorneuron. Bij huisdieren geeft de pyramidale cel informatie door aan verschillende kernen in het cerebellum en het ruggenmerg. Bij de mens gebeurt dit niet, dus we zijn minder afhankelijk van corpus striatum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Archipallium

A

Stuk van het limbisch systeem. Connectie tussen verschillende structuren deels door amygdala (amandelkern) = verzameling op einde claustrum. Amygdala zorgt voor prettig gevoel bij beloning en negatief gevoel bij slechte ervaring. Slaat ook herinneringen op en associeert deze met een emotionele gebeurtenis.
De hippocampus ligt dicht tegen de mediaanlijn tegen de ventrikel, hippocampus wordt ook amonshoornen genoemd. Is belangrijk voor kortetermijngeheugen en leren. Er zitten verschillende neuronen, want het is een verzameling grijze stof. De neuronen gaan steeds op 3 manieren schakelen (three synaptic loop). Iedere keer dat dat schakelpatroon doorlopen wordt, wordt het een beetje verankerd –> wordt een standaardantwoord –> rol in leerproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Amygdala

A

Deel van archipallium van telencephalon, is een verzameling op het einde van het claustrum. Amygdala zorgt voor prettig gevoel bij beloning en negatief gevoel bij slechte ervaring. Slaat ook herinneringen op en associeert deze met een emotionele gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hippocampus

A

Deel van archipallium van telencephalon, ligt dicht tegen mediaanlijn tegen de ventrikel, wordt ook amonshoornen genoemd. Is belangrijk voor kortetermijngeheugen en leren. Er zitten verschillende neuronen, want het is een verzameling grijze stof. De neuronen gaan steeds op 3 manieren schakelen (three synaptic loop). Iedere keer dat dat schakelpatroon doorlopen wordt, wordt het een beetje verankerd –> wordt een standaardantwoord –> rol in leerproces.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Three synaptic loop

A

In de hippocampus, wordt steeds doorlopen in het leerproces. Bestaat uit 3 synapsen.
Start in entorhinale cortex, olfactorische info doet de loop starten. De neuronen die hier zitten gaan projecteren naar de gyrus dentatus = V-vormige verzameling van perikarya in de hippocampus. De perikarya van de gyrus dentatus worden geactiveerd en gaan het signaal doorgeven aan neuronen in de cornu amonis (CA-regio) van de hippocampus. CA bestaat uit 3 gebieden. Vanuit gyrus dentatus gaan neuronen naar CA-3 regio, vanuit CA-3 gaan neuronen via Schäfer collateralen projecteren naar de CA-1 regio en daar neuronen activeren die dat weer gaan terug projecteren naar het subiculum, daarvandaan wordt informatie teruggekoppeld naar de entorhinale cortex = loop-systeem. Deze loop is belangrijk voor het kortetermijngeheugen, andere loops lopen naar andere onderdelen van het limbisch systeem spelen een rol in het langetermijngeheugen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar zit het probleem bij Alzheimer?

A

In de hippocampus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Epilepsie

A

= abnormale, niet-specifieke, onbewuste, in aanval optredende beweging van het lichaam. Ontstaat door een voorbijgaande hoge abnormale neuronale excitatie activiteit in de hersenschors. De pyramidale cellen hebben dan een verhoogde glutaminerge pathway waardoor er teveel glutamaat (excitatie) wordt geproduceerd in vergelijking met de hoeveelheid GABA (inhibitie). Door bensodiasepines toe te dienen kan het GABA-systeem vervangen of geactiveerd worden.

3 vormen:

  • Focaal: slechts een klein deel van de hersenen is aangetast (complex partial seizure)
  • Focaal naar algemeen (generalized seizure)
  • Algemeen: straalt uit naar andere delen van de hersenen waardoor de hele hersenschors zich in excitatie-toestand zal bevinden. Het hele lichaam zal spastisch bewegen door een centrale stoornis die zich zal blijven verspreiden. De thalamus speelt hier en grote rol in. Een probleem met de thalamus gaat vaak gepaard met epilepsie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gyrus cingulatus

A

Op corpus callosum, via fornix verbonden met hippocampus en limbisch systeem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly