tentamen Flashcards

(139 cards)

1
Q

Waar zit wat in de lymfeklier?

A
  • t- lymfocyten in de paracortex
  • b- lymfocyten in de cortex (krijgen antigenen direct uit afferente vaten
  • plasmacellen die IgM uitscheiden naar mergstrengen in de medulla
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

welke Ig doet parasieten?

A

IgE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen secretoir IgA en
serum IgA?

A
  • secretoir is dimeer
  • secreoir heeft 4 ipv 2 bindingsplaatsen
  • secretoir heeft j keten
  • secretoir heeft secretoire componenten
  • secretoir is beter beschermd tegen enzymafbraak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat doen b- cellen in de marginale zone?

A

reactie tegen TI- antigenen die macrofagen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is er aan de hand bij CLL?

A

rijpe B- lymfocyt woekering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

waardoor vindt klontering plaats?

A
  • productie chemokinenen die immigratie monocyten en t- lymfocyten bevorderen
  • activatie endotheel die cytokinen produceren
  • expressie adhesiemoleculen door endotheelcellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn klachten van virale tonsilitis?

A
  • hoesten, snotterig en conjuctivitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke methoden kunnen alleenstaand de identiteit van bacterien vaststellen?

A
  • 16s sequencing
  • Maldi- TOF
  • geautomatiseerd APi
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom is een DNA virus vaker latent dan een RNA virus?

A

DNA komt in het genoom van de gastheercel voor replicatie en kan zo in de cellen aanwezig blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet Th1?

A
  • virus/ bacterien doden
  • humorale + macrofaag activatie
  • IFN- gamma en IL-2
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet Th2?

A
  • regulatie humorale immuniteit
  • IL4, 5, 13
  • wormen en allergenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet Th17?

A
  • IL-17, IL22, Il-6, TGF- beta
  • neutrofiele granulocuten
  • regulatie ontsteking
  • schimmels en extracellulaire bacterien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat doet Treg?

A
  • TGF-beta en IL-10
  • onderdrukken functie andere lymfocyten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is er met het immuunsysteem bij allergie?

A

te sterk werkend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is er met het immuunsysteem bij auto- inflammatie?

A

verkeerd wrkend innate immuunsysteem
–> weefselbeschadiging en koorts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is er met het immuunsysteem bij auto- immuniteit

A

verkeerd werkend adaptief immuunsysteem –> weefselbeschadiging, DM 1 en reuma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de functies van IgG?

A
  • blokkeren celreceptoren –> het ligand kan niet binden
  • complement aanzetten tot killing
  • antilichaam afhankelijke killing
  • opsonisatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat doe lactoferrine?

A

anti- bacterieel in granula van neutrofiele granulocyt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat doet IL-1?

A

pro inflammatoire reactie
–> Th1 aanzetten, verhoging, MHC expressie en macrofagen expressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat doen opsonine receptoren?

A

fagocytose en signaleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat zijn klachten van de giarda parasiet?

A

slijm, winderig, moe, malaise en buikkrampen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe worden macrofagen gestimuleerd?

A

m1: IFN- gamma
M2: IL-4 en IL-13

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat zorgt voor MHC-II expressie?

A

IFN-gamma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat zijn acute fase interleukines?

A

IL1, IL6 en TNF alfa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waarom is serologie niet altijd handig?
kan wel bij virussen maar duurt even
26
Wat doen biofilms?
- bescherming tegen antibiotica en fagocytose - makkelijke uitwisseling genetisch materiaal
27
hoe onstaan biofilms?
-k= kunstmateriaal - decubitis wonden - chronsiche beschdiging als longen van CF patienten
28
waar zijn relatief meer gram + bacterien?
huid en keel
29
wat houdt de baltimore classificatie in?
hoe viraal genoom mRNA wordt
30
wat is antigeen drift??
standaart mutaties
31
wat is antigeen shift?
allen als delen van genoom los liggen mogelijk
32
Hoe kan je COVID- 19 aantonen?
- viruskweek - serologie - pcr
33
Waarom was de ontwikkeling van COVID-19 vaccins zo snel?
- eerder MERS kennis - MRNA nu mogelijk - overlappende fase 1, 2 en 3 studies - productie al voor begind studie - versnelde teolating
34
wat zijn de verwekkers van rinitis bijna altijd?
viraal
35
hoe kan je OMA/ OME diagnostiseren?
- otomicroscopie - audiometrie
36
wat bekijk je bij Liquor?
- glucose gehalte - celgetal: onderverdeling polymorf en mononucleair - totaal eiwit - micor- organismen in gram preperaat - bacteriele kweek
37
wat heef je bij streptocokken?
pencillline
38
welke TLR hoort bij welk virus/ bacterie?
- TLR 1 en 2: gram + - TLR4: gram - - TLR 3: DNA/ RNA virussen
39
Welke ziektenbeelden zijn geassocieerd met NTM infecties?
- pulmonaal - lymfeklieren in hals - huid en weke delen - gedissemineerde infecties
40
Wat doen NK- cellen?
killen bijveranderde MHC klasse-1 en productie IFN- gamma
41
Welke receptoren zijn geen PRR?
opsonine receptoren
42
wat doen prostaglandinen?
koorts, pijn en vasodilatatiewa
43
waar zorgen leukotrienen voor?
allergische reacties
44
wat doet GM- CSF?
proliferatie en maturatie leukocyten in beenmerg
45
Wat doet TNF?
doden cellen (tumor necrosis factor)
46
Waar zit NOD2?
cytoplasma van monocyten, macrofagen en dendritische cellen
47
Bij welke ziekten worden granulomen gevormd?
sarcoidose, crohn, tuberculose en lepra
48
Hoe stimuleren NK- cel en macrofaag elkaar
macrofaag met IL-12 een NK- cel dan NK cel met IFN gamma macrofaag en dan maakt macrofaag TNF- gamma voor beide
49
Hoe komen antigenen in tonsillen?
via epitheliale laag
50
hoe gaan geactiveerde lymfocyten uit tonsillen?
efferente lumfevaten
51
wat is atopisch syndroom
eerst contact huid en dan bij voedsel inname in darm allergisch respons
52
waarom kan de huid bij distributieve shock wel warm zijn?
overmatige vasodilatatie
53
wat is asperigillus fumigatis?
oppertunistische schimmel
54
wat doet acyclovir?
remt bij herpes DNA polymerase
55
waarom meer fouten bij RNA virussen?
geen proofreading
56
wat is de Ct waarde?
moment flourescente signaal naar achtergrond --> lage ct is bij minder cycli al positief en dus meer besmettelijk
57
Waardoor wordt je bij MIS- C ziek?
- hypotensie en risico op shock door slechte ventrikelfunctie
58
wanneer kan er anti HBc in bloed zijn?
alleen als ze het virus ook echt hebben dorgemaakt
59
wat is de standaard TBC medicatie?
- isoniazide - rifampicine - pyrazinamide - ethambutalol
60
waarbij bloederige diarre?
salmonella, yersina, EHEC en campylobacter
61
bij welke faryngitis kan acuut reuma voorkomen?
bacteriele
62
Welke cytokinen zorgen voor koorts?
IL-1, TNF en IL-6
63
Wat doen lysozymen?
afbraak peptidoglycanen (bestanddeel bacterie)
64
wat doet lactoferrine?
- ontstekingsremmer - anti- oxidant - anti- bacterieel en anti viraal
65
Wat doet TLR?
activatie cellen
66
Wat doet NO pro-inflammatoir en anit- inflammatoir?
pro: helpt bij fagocytose en aantrekking macrofagen anti: remt de adhesie van endotheelcellen en zorgt zo voor vasodilatatie
67
Wat is er met het weefsel bij een mycard infarct?
na 24 uur meestal pas bloedingen en necrose wel al neutrofiele granulocyten eerder.
68
wat beoefent de effectorfunctie van antistoffen?
alleen de constante domeinen van de zware keten
69
door wat is kruispresentatie?
extracellulair eiwit dat door MHC- 1 gepresenteerd wordt doordat het in de cel weer ontsnapt uit endosoom
70
Hoe gaan thymocyten door de thymus?
- dubbelnegatief in paracortex - dubbel positief in cortex - enkel positief in medulla
71
wat zit waar in de lymfeklier?
- macrofagen: outercortex - t- lymfocyten in paracortex - b- lymfocyten in medulla
72
Wat doen pre- biotica?
stimuleren groei/ veranderend de metabole activiteit van bacterien
73
Waar zit MALT weefsel?
rondom bronchus, neus/ tonsillen en darmen
74
Hoe kan he het effect van therapie zien bij CLL?
pateint- specifieke PCR analyse
75
waar kan je kolonisatie analyse geod voor gebruiken?
diagnostiek leukemie/ lymfoom
76
waar kan je cytogenetisch onderzoek voor gebruiken?
diagnostiek en bepalen therapie
77
Waar kan je cytomorfologisch onderzoek voor gebruiken?
classificatie van leukemie
78
Welke virussen kunnen DNA in plasma repliceren?
POK virussen
79
Welke Ig heb je bij primo infectie?
IgM, geen IgG
80
Waardoor kan je niet altijd een PCR doen bij virussen?
- virus kan al weg zijn maar er zijn nog wel symptomen - plaats van virus is slecht bereikbaar - detectie limiet - mutaties in primer binding
81
Hoe komt er resistentie bij acyclovir?
- aangrijpingspunt wijzigen --> geen binding - fosforylering voorkomen --> niet actief
82
welke ziekten komen voor bij MISC?
- gastro: acute buik - cardio: myocard dysfunctie, pericarditis, valvulitis en coronairafwijkingen
83
Wat zijn risicofactoren voor het krijgen van diarree?
- veranderende intestinale flora (bijv na antibiotica) - slechte hygiene/ drinkwater/ sanitaire voorzieningen - antilichaam deficientie IgG of IgA - verminderde darm mobiliteit - hoge pH maag
83
waar wordt adenoititis door veroorzaakt?
bacterien
84
wat zijn de bealngrijkste functies van IgM en IgA?
IgM: complementsysteem activatie IgA: neutralisatie
85
Hoe behandelen we chronsiche hepatitis?
- supressie virale replicatie - immuunmodelatie
86
Wat zorgt voor welke isotype switch?
- IFN-gamma --> igG - IL-6 --> IgM - IL-10 en TGF- beta --> IgA - IL-4 en IL13 --> IgE (deze combi doet ook M2)
87
Wat hebben HEV endotheelcellen?
een verhoogde expressie van adhesie moleculen
88
welke ziekte komt vaak voor die auto-inflammatie is?
mediterane periodieke koorts
89
wat doet CTIIA?
vorming HLA-II door IFN- gamma komt er ook CTIIA expressie op t- lymfocyten en endotheel/ epitheelcellen
90
Wat doen C3a en C5a?
aantrekken en activeren leukocyten die microben verneitigen
91
wat kan als enige vuildeeltjes fagocyteren?
macrofagen
92
wat produceert de lever?
- complementfactoren - factor XII --> bradykadine (verhoging vasculaire oermibilitateit), coagulatie en fibrinolyse
93
wat is een mogelijke verwekker van MALT type non hodgkin lymfoom?
helicobacter pylori
94
wat doen CD4+ cellen in de cortex van de lymfeklier?
stimuleren B-cellen nadat ze in de paracortex door DC geactiveerd zijn
95
wat is een probiotica?
een levend micro- organisme
96
waardoor kan koorts ontstaan bij viscerale leishmiasis?
superinfecties
97
welke virussen kunnen door zoonose?
- hepatitis E: leverworst - West- Nile virus: via vogels - herpes B: door besmette apen
98
hoe veroorzaakt EBV PTLD?
proliferatie virus en t-celreactie
99
Hoe kan een bacterie virussen ontwijken?
- fusie fagosoom en lysosoom tegenhouden - ontsnappen uit fagosoom - kaspel die beschermd - apc vermogen verlagen - afbraak h2o2 - toxine productie - catalase productie
100
in darm veel anaerobe, gram neagtieve bacterien maar welke positieve ook?
enterokokken (laag virulent maar hecht wel aan kunstmateriaal)
101
wat zit er in HBV vaccinatie?
- HBsAg-eiwit - aluminium hydroxida als adjuvant (verhoging immuniteit) - pre 1 en pre 2 eiwitten
102
Hoe voorkom je virale resistentie?
- combinatie therapie - anti-viraal middel met hoge genetische barriere - juiste dosering en behandelaar
103
welke ziekte komt misc mee en welke symtpomen/
ziekte van kawski --> systemische ontsteking, persisterende kooorts en actief/ ontremd afweersysteem
104
Wat zijn veel voorkomende "verkoudklachten" virus?
- rhinovirus - corona - sarscov-2 - HMP virus - adenovirus
105
Wat zijn veelvoorkomende virale verwekkers van meningo encefalitits?
- enterovirus - parechovirus - influenza - mazelen - direct contact als: herpes, bof - tekenbeet: TBE - reis: flavi bij japan en west- nile amerika
106
wat is er bij contaminantie?
mogelijk geen behandeling nodig
107
tegen welke meningokokken zijn vaccins?
ACWY
108
Wat houdt klonale deletie in?
verwijderen van immuuncellen die een gevaar kunnen zijn voor autoimmuunreacties --> in thymus en beenmerg
109
Bij een ziekte als e. coli op kweek zetten wat is het probleem?
je weet niet of je kolonisatie kweekt of de verwekker van de ziekte
110
wat zijn de 3 ethische uitgangspunten bij code zwart?
- ieder mens is gelijkwaardig - zoveel mogelijk levens redden - gelijke gevallen gelijk en ongelijke gevallen ongelijk behandelen
111
welke receptoren zorgen direct voor fagocytose?
opsonine receptoren (niet cytokine en TLR)
112
wat voor virus is influenze?
gesegmenteerd RNA virus --> kan malkkelijk resistentie want geen prooofreadings dus mutaties en antigeendrift
113
wat doet een epitheelcel en wat een plasmacel bij IgA?
epitheel: productie secretoir component en uitscheiden secretoir IgA plasmacel: productie J- keten en uitscheiden van secretoir IgA
114
welke cellen th cellen zullen B- cellen vooral beinvloeden ?
Th2
115
Wat doet immunofluorescentie?
toont antistoffen aan
116
wat doet een immunoblot?
eiwitten geproduceerd door virus
117
wat doet ELISA?
antistoffen aantonen
118
Wat doen ICAM- 1 en LFA- 1?
versterkend de binding tussen APC en lymfocyten rondom de t- cel receptor
119
wat kan TSS veroorzaken?
- TSST-1 - staphylococcal enterotoxine B en C
120
welke factoren zorgen dat een infectie chronisch kan worden?
- immunologisch: interferon respons en ineffectief t- cel respons - gastheerfactoren: leeftijd, overgeiwcht en co- infectie - virale factoren: geno/ subtype , inoculum dosis
121
wat diagnsotische gebruiken voor identificatie bacteriele verwekkers?
- kweek - PCR
122
Hoe krijg je toxoplasmose?
voedsel, kattenbak en tuinieren
123
wat is het verschil van klachten parovirus bij volwassenen en kinderen?
- volwassen: meer artritis, gewrichtpijn en zwellingen - kinderen: slapped cheecks en koorts
124
Welke ziekten bij lage t- cel count?
< 400 = herpes zoster < 350 = tuberculose < 300 = orale candida < 200 = pneumo..., oesopfagale candida, mucocutane herpes <100 = toxoplasmose, cryptokokken, coccidiodomycose, mycobacteriumavium en Cytomegalovirus (CMV) < 50 cryptosporidose
125
welke vaccin in vaccinatie programma?
- DKTP - HiB - BMR - MenACWY - pneimocokken - HPV
126
wat zijn kenmerken van acute rhinitis?
- verkouden, snot, niezen, benauwd - 95% virale verwekker: rhinovirus, covid-19, RS en HMP - spoelen met NAcl/ xyclometazoline
127
wat zijn kenmerken van acute sinitis?
- > 5 jaar, kloppende pijn, malaise, nasale spraak - viraal of secundair bacterie - NIET STOMEN: nacl/ xylometazoline
128
Wat zijn kenmerken van acute tonsilitis/ pharyngitis?
- hoesten, slikpijn, malaise, slecht ademenen en cervicale lymfezwelling - viraal: rhino, ebv, adeno, groep A streptokokken - expectatieve behandeling en streptokokken = pencilline
129
wat zijn kenmerken van adenoiditis?
- verstopte/ loopneus, beus eustageus: slikproblemen, ademhalings belaemmering - bacterieel: streptokokken - viraal: influenza H - antibiotica en soms adeotomie
130
wat zijn kenmerken van laryngitis subglottica?
- hees, zeehond, inspiratoire stridoor, ademtekort tekenen - parainfluenza virus - mild = glucocorticosteroiden ernstig = o2 en intubatie
131
wat zijn kenmerken van epiglottitis?
- kin, inspiratoire stridor ACUUT - HiB = verwelkker - NIET met spatel in keel kijken - antibiotica, intuberen en tracheotomie
132
Wat doet FDC?
- rol SHM - structuur follikels en opruimen restanten - antigenen binden en presenteren met FC- en complement receptoren aan B- cellen zonder migratie
133
Wat doet NF- kappa B?
- transcriptie van cellulaire active markers - adhesie en co- stimulatie van moleculen, chemokines en pro inflammatoire cytokines
134
wat stimuleert de lever voor productie acute fase eiwitten?
- IL-1 - IL-6 - TNF- alfa
135
wat is IFN beta?
ontstekingsremmer
136
wat is het verschil tussen directe en indirecte schade?
direct: door virus zelf indirect: door reactie van het immuunsysteem
137
wat is het cytomegalovirus?
verwekker meningitis bij babys
138