week 4 Flashcards

(54 cards)

1
Q

waarom is diaree bij kinderen relevant?

A

wereldwijd een belnagrijke oorzaak voor morbiditeit en mortalitiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is diarree?

A

definititeis:
- ESPGHAN: alles wat verandering is in ontlasting: dunner en vaker
- WHO: meer dan 3x (water) dunne ontlasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke verwekkers zijn er voor diarree?

A
  • virussen
  • bacterien
  • parasitair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn kenmerken van virale verwekkers bij kinderen?

A
  • erg besmettelijk
  • rotavirus, norovirus, astrovirus, adenovirus
  • alleen goede handhygiene en goed schoonmaken met water en zeep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn kenmerken van bacteriele verwekkers?

A
  • komt minder vaak voor
  • vaak overgedragen via voedsel
  • veel in darmen van kinderen
  • opzichzelf vaak niet toxisch maar door het uitscheiden van toxinen als clostridium, shigella en vibrio wel
  • voorbeelden:
    campylobacter, salmonella, shigella, yersinia, escherichia coli
  • cibrio cholerae en clostridium difficile zijn cholera verwekkers: niet in NL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat zijn kenmerken van parasitaire verwekkers?

A

vaak geen rede voor opname en naar spoed: je wordt er minder snel ziek van

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn risico factoren voor infectieuze diaree?

A
  • slechte hygiene
  • hoge pH maag
  • verminderde motaliteit darm
  • veranderede intestinale flora
  • deficientie antilichamen
  • intrinsieke ziekte van darmepitheel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke andere oorzaken kan diaree hebben?

A
  • anatomisch: m. hirschprung, short bowel
  • allergie: koemelk/ soya
  • immunologischL coeliakie
  • inflammatie: NEC, IBD, appendicitis
  • endocrien: hyperthereoidie
  • maligniteit: neuroblastoom
  • metabool: cl secretorie diarree en CF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn berschermende facoren tegen diarree?

A
  • Mijden van risicofactoren
  • Borstvoeding bij pasgeborenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarmee kan de mate van dehydratie worden ingeschat?

A
  • intresse om te drinken
  • gewicht
  • bewustzijn
  • vitale parameters
  • temp perifere extremiteiten
  • diurese
  • traanproductie
  • vohtigheid slijmvlies
  • huidturgor
  • ingevallen ogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe berekend je het percentage waarmee je dehydratie in kan schatten>

A

((recent gewicht - huidig gewicht)/ recent gewicht) x 100

> 10 % = ernsitg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar kijken we naar bij lab onderzoek?

A
  • Na, K, chloor, glucose, CRP, creat, ureum, bloedgas, osmol
  • anion gab
  • urin eNA, K, osmol
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer geef je welke hydratatie?

A
  • normaal na: isotone dehydratie
  • verlaagd Na: hypotone dehydratie
  • verhoogd Na: hypertonee dehydratie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wanneer IV dehydreren?

A
  • resuscitatie bij > 10 %
  • falen orale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe werkt ORS?

A
  • natrium afhankelijke glucose transporten
  • ook bij beschadigd epitheel
  • natirum naar milieu interieur gepompt
  • passief gaat er water mee
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zijn opname indicaties?

A
  • voitaal bedreigd, bewustzijn stoornis, < 2 maanden, falen ORS, acute buik/ ileus
  • sociale indicatie –> kunnen de ouders het
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wanneer is antibiotica geindiceerd?

A
  • tyfeys
  • salmnelloses met sepsis, onder 3 maanden of immuungecompromiteerd
  • shigella dysenterie
  • gecompliceerd beloop bij campylobacter jejuni
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn kenmerken van bovenste luchtweg infecties?

A
  • meest voorkomende ziekte op de kinderleeftijd
  • 50% van consultaties bij huisartis 0-2 jaar
  • 6-8 episoden met ‘verkoudheid’ per jaar is normaal
  • vrijwel altijd self limiting
  • 80-90% viraal
  • zelden levensbedreigend
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn kenmerken van acute rhinitis?

A
  • meest voorkomende bwi
  • snot, niezen, verstopping
  • bij zuigelingen: dyspnoe, minder drinken
  • verwekkers > 95% viraal
  • rhino, corona, HMP, respiratoir syncytieel virus
  • behandeling bij neusobstructieL spoelen met na cl of xylomethazolanine (geeft vasoconstrictie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat zijn kenmerken van een sinusitus?

A
  • frontalis pas bij > 12 en maxillaris pas bij > 5
  • klachten: lokale pijn, kloppend, erger bij bukken, kloppijn, koorts, malaise, nasale spraak
  • verwekkers: viraal, secundair bacterieel
  • behandeling: neus spoelen en xylomethazoline en antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat zijn kenmerken van acute tonsilitis?

A
  • kan met en zonder pharyngitis
  • klachten: keelpijn, hoest, malaise, ademhalingsbelemmering, slikpijn, cervicale lymfeklierzwelling
  • verwekkers: rhinovirus, adenovirus, esptein- bar, A- streptokokken
  • behandeling: geen, penicillinine bij streptokokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

wat zijn kenmerken van chronische tonsilitis/ hypertrofie?

A
  • tonsillen groeien tot 6e jaar
  • daarna kleiner
  • vergroot bij chronische infectie
  • tonsillectomie alleen bij obstructief slaap apneu syndroom en belemmering slikken en eten
23
Q

wat zijn kenmerken van adenoiditis?

A

symptomen
- verstopping neus
- obstructie buis eustachius: doof
- cervicale lymfadenopathie
- postnasale drup
- slikproblemen, snurken, slaapapneu

verwekkers: bacterieel streptococcen

behandelingL antibiotica bij acute infectie of chirurgisch

24
Q

Bij wie komt laryngitis subglottica veel voor?

A
  • 1- 4 jarigen
  • in herfst en winter
  • niet zeldzaam
25
wat zijn symptomen van laryngitis subglottica?
- na verkoudheid hees: zeehondblaf - progresssieve inspiratoire stridor in de avond - subfebriele tempratuur bij zeldzame ernstige obstructie: - angst, onrust - sterk intrekken - zacht tot opgeheven ademgeruis - bleekheid, cyanose, suf
26
welke therapie wordt gedaan bij laryngitis sibglottica?
- flucocorticosteroid - geruststellen: self - limiting - geen antibiotica - indien ernstigL klinisch observeren - zonodig zuurstof suppeletie, intuberen
27
wat is een epiglotitis?
- door HIB (bacterie - dood zonder behandeling - vaccinatie tegen
28
wat zijn symptomen van epiglottitis?
- acuut ernstig ziek, hoge koorts - snel progressieve insporatoire stridor - kin vooruit door slikpijn --> kwijlen - zit rustig rechtop - geen hoest of heesheid
29
wat is de therapie van epiglottitis?
- intuberen onder narcose - antibioticum tegen g. influenzae = hertelt met behandeling in enkele dagen
30
wat zit er bij welke otitis media achter het trommelvlies?
- acuta = pus - met effusie = vocht
31
Hoe hoort een normaal trommelvlies er uit te zien?
- glanzend en doorschijnend - kleurloos tot parelgrijs - scherpe lichtreflex - lucht in middenoor - normale beweglijkheid
32
welke vormen van otitis media zijn er?
- Acute (AOM)--> typtisch rood bomberend rood ontstoken - Met effusie (OME) --> luchtbellen te zien of gelig achter trommervlies. - Chronische --> voor nu niet belangrijks, normale trommelvlies slecht te herkennen
33
Wat zijn risico factoren van oma?
- passief roken - creche - afwijkende anatomie - obstructie KNO - genetische aanleg
34
hoe behandelen we oma?
symtoom bejandeling vooral en watchfull wating
35
Wat zijn de eerste klinische symptomen van een meningokokken sepsis die in een paar uur heel erg kunnen worden?
- koorts - malaise - spierpijn - braken - meningisme (nekstijfheid)
36
wat doe je bij het primaire assesment van de circulatie bij shock?
cardiovasculair: - Hartfrequentie - polsvolume - capillaire refill - bloeddruk effect circulatie op andere organen: - ademfrequentie en karakter - huid - bewustzijn - diurese
37
waar kan het aan liggen dat de ene wel ziek wordt en de ander niet/ veel zieker?
host: - dieet - leefstijl - geslacht - etnicitiet - arm/ rijk de patogeen access tot snelle health care
38
wat zijn risicofactoren van imd?
- crowding - sociaal economische status - reis/ verblijf in 'meningitis belt' - virulentie van het microorganisme - andistof deficientie - complemnt deficientie - asplenie
39
hoe diagnostiseer je meninogokokken sepesis?
- bloedkweek - geen lumbaanpunctie bij septische shock of verdenking verhoogd ICP - evaluatie van organen / orgaan perfusie
40
wat is de therapie van meningokokken?
antibiotica
41
Wat is het verschil tussen meningitis en (meningo)- encefalitis?
meningitis: - infectie meningen (vliezen - viraal of bacterieel meningo- encefalitits - infectie hersenparenchym - meestal viraal
42
Wat is de rij van hersenvlies van buiten naar binnen?
- dura mater - arachnoid - pia mater
43
Hoe kan verspreiding in brein komen van meningitis?
- directe KNO doorbraak of trauma - hematogene verspreiding vanuit nasopharynx
44
welke 4 processen zijn belangrijk bij heamtogen verspreiding?
- kolonisatie - ivasie bacterien in bloedbaan - overleven bacterien in bloedbaan - invasie van bacterien in CZS
45
wat is een kwetsbare plek waar bacterien makkelijk doorheen kunnen?
bulbus olfactorius
46
wat zijn bealngrijke bacteriele verwekkers bij een meningitis>
- s. pneumoniae - n. meningitidis: A,B, C, W135 en Y - H. influezae type b - s. aureus - listeria monocytogenes - E. coli
47
wat zijn veel voorkomende symptomen bij meningitis?
- koorts - hoofdpijn (fotofobie) - nekstijfheid - convulsies - volle fontanel - focale neurologie - somnolent - comateus
48
Hoe interpreteer je liquor onderzoek bij meningitis?
- veel meer cellen vooraal neutrofiele granulocyten - laag glucose < 2 mmol/l of liqour/bloed ratio <50% - eiwit > 0,5 g/ L (veel)
49
Hoe behandelen we meningitis?
antibiotica en dexamethason
50
wat is de pathofysiologie van meningo- enfacefalitis?
3 typen: - direct effect van micro-organsime dor schade aangedane celtypen - immuunologische effecten - gemengd
51
Wat zijn voorkomende klachten bij leverkanker?
- opgezette lever en (vage) buikpijn - verminderde eetlust - algehele malaise - misselijk en braken - onverklaarbaar gewichtsverlies - jeuk en geelzucht
52
wat is belangrijk om te weten voor HCC diagnose?
- Leverfunctie afwijkingen - Bijbeeldvorming een vergrote massa in lever - Biopt: diagnose rond en HCC vastgesteld
52
Wat heb je nodig voor een effectief vaccinatie programma?
- Aandoening om te voorkomen (bij HPV oorspronkelijk cervix carcinoom) - Een bewezen werkzaam vaccin met weinig bijwerkingen - Kosteneffectief programma (niet alleen geld maar ook maatschappelijke belasting) - Maatschappelijke acceptatie
53
Welke antigenen komen op welke volorgde bij het HBV?
eerst HBsAg dan anti HBg en anti HB cor later dus die meer bij chronsic anti HBs is voor herinnering later en daar wordt ook het vaccineren op gebaseerd.