Tentamen 2022-2023 Flashcards

(43 cards)

1
Q

Wat vervoeren spinale vezels in de ventrale radix?

A

Motorische informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spinale vezels in de achterste ramus (ramus anterior) vervoeren?

A

Vervoeren sensibele en motorische informatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Gnostische sensibiliteit verloopt via de …… door het ruggenmerg.

A

dorsale kolom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar is de eerste synaps in de baan van vitale sensibiliteit?

A

Ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Somato-sensibele informatie over trilling kruist in de …….

A

Hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

TIA in het a. carotis stroomgebied?

A

Taalstoornis, zwakte in de linker lichaamshelft en kortdurende blindheid aan 1 oog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Symptomen aneurysmatische subarachnoïdale bloeding? Behandeling?

A

“Worst headache of life” (heftige plotselinge hoofdpijn)
Nekstijfheid (meningeale prikkeling)
Misselijkheid, braken
Bewustzijnsdaling of collaps
Lichtschuwheid, insulten

Recidief voorkomen door een endovasculaire behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Medicatie epileptica 4-jarig meisje na 5 minuten?

A

Midazolam nasaal, midazolam buccaal en diazepam rectaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Focale epileptische aanvallen?

A

Focale epileptische aanvallen beginnen in een specifiek hersengebied en kunnen zich uiten als motorische, sensorische, autonome of psychische verschijnselen – met of zonder bewustzijnsstoornis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Werking on-center bipolaire cel in de retina?

A

In het donker geven fotoreceptoren (staafjes/kegeltjes) continu glutamaat af.
Glutamaat hyperpolariseert de on-center bipolaire cel → die is dan inactief.
Bij licht → fotoreceptor minder glutamaat → depolarisatie van de on-center bipolaire cel → activatie.
De bipolaire cel stuurt het signaal door naar een on-center ganglioncel, die een actiepotentiaal naar de hersenen stuurt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Werking off-center bipolaire cel in de retina?

A

Hebben ionotrope glutamaatreceptoren (AMPA/kainaat).
Bij licht geven fotoreceptoren minder glutamaat → minder excitatie → hyperpolarisatie → inactivatie van de off-center cel.
Bij donker geven fotoreceptoren meer glutamaat → meer excitatie → depolarisatie → activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vijf graden nasaal naast de fovea vind je voornamelijk …..

A

Staafjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kleurenzien werkt het beste onder …….. omstandigheden.

A

Fotopische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De overgang van scotopisch naar mesopisch zicht wordt bepaald door de drempel stimulatie van

A

Kegeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Fotopisch, scotopisch en mesopisch?

A

Daglichtvisie, nachtlichtvisie en schemerlichtvisie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Myopie?

A

Bij myopie is het oog te lang, waardoor het beeld van ver weg vóór het netvlies valt, maar dichtbij zien is juist goed zonder bril (-)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hypermetropie?

A

Het oog is te kort, of de breking van het hoornvlies/lens is te zwak.
Hierdoor komt het beeld achter het netvlies terecht in rusttoestand.
Om toch scherp te zien, moet het oog accommoderen (de lens boller maken) — ook voor veraf!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Stroming van kamervocht in volgorde van productie tot opname

A

pars plicata -> pupil -> kanaal van schlemm

19
Q

Acuut glaucoom?

A

Acuut glaucoom (ook wel acute gesloten-hoek glaucoom genoemd) is een ernstige aandoening die ontstaat wanneer de afvoer van het oogvocht (kamerwater) plotseling wordt belemmerd, wat leidt tot een gevaarlijk verhoogde intraoculaire druk (IOP). Dit kan snel leiden tot beschadiging van de oogzenuw en zelfs tot blindheid als het niet snel behandeld wordt.

Symptomen:
Plotselinge, intense pijn in het oog, vaak gepaard met een gevoel van “druk” of “pijn in het hoofd”.
Visusverlies of wazig zicht, vaak gepaard met een halo-achtig zicht rond lichtbronnen.
Rode ogen, door verwijding van de oogvaten.
Misselijkheid en braken

20
Q

Bitemporale hemianopsie zien met uitval van de temporale bovenkwadranten?

A

Hypofyse adenoom

21
Q

proef van Weber?

A

Sensorineuraal gehoorverlies in het linkeroor. Het geluid wordt namelijk niet goed geleid in het aangedane oor (sensorineuraal verlies), en daardoor komt het sterker binnen in het gezonde, niet-aangedane oor

Bij conductief gehoorverlies wordt het geluid via de botgeleiding in het aangedane oor sterker waargenomen omdat de luchtgeleiding van dat oor verstoord is. Dit is typisch voor gevallen waarin er een probleem is met de gehoorgang, het trommelvlies of de gehoorbeentjes in het aangedane oor

22
Q

Waar bevindt de kop van de hamer zich?

A

De kop van de hamer bevindt zich bij recessus epitympanicus

23
Q

Verloop middenoorreflex?

A

Geluidprikkel: Een harde geluid prikkelt het oor.
Verwerking in de hersenstam: Geluid wordt via de gehoorzenuw naar de hersenstam gestuurd.
Reflexboog: De hersenstam stuurt signalen naar de musculus stapedius (verzwakt beweging van de stijgbeugel) en de musculus tensor tympani (versterkt trommelvlies).
Minder geluidsoverdracht: De spiercontracties verminderen de geluidsgeleiding naar het binnenoor, wat het gehoor beschermt tegen harde geluiden

24
Q

Haarcellen?

A

Binnenste haarcellen -> afferent -> geluid waarnemen (sensorisch)
Buitenste haarcellen -> efferent -> versterken geluid (motorisch)

25
Neuritis vestibularis?
Neuritis vestibularis is een aandoening van de vestibulaire zenuw (de evenwichtszenuw), die verantwoordelijk is voor het evenwicht en de coördinatie. Het is een ontsteking van deze zenuw, meestal veroorzaakt door een virale infectie. Symptomen: Plotse duizeligheid (vertigo): Het begin is vaak abrupt en kan enkele dagen duren. De duizeligheid is vaak hevig, maar is niet gepaard met gehoorverlies (in tegenstelling tot een labyrintitis, die wel gehoorverlies kan veroorzaken). Onbalans en instabiliteit: Patiënten ervaren vaak een gevoel van instabiliteit, vooral bij het bewegen of draaien van het hoofd. Geen andere neurologische symptomen: Er is geen sprake van sensorische of motorische uitval, zoals verlamming of gevoelloosheid. Nystagmus: Er is vaak nystagmus (onwillekeurige oogbewegingen), meestal horizontaal, wat het gevolg is van de verstoring in het evenwichtssysteem van het innerlijke oor.
26
BPPD?
BPPD wordt veroorzaakt door het losraken van otoconia (kleine calciumcarbonaat kristallen) uit hun normale locatie in de utrikel van het binnenoor. Deze losgekomen kristallen verplaatsen zich naar de semicirculaire kanalen, meestal het posterieur kanaal, en verstoren de normale werking van het vestibulaire systeem dat verantwoordelijk is voor evenwicht en oriëntatie
27
Geotrope nystagmus?
Dit verwijst naar nystagmus die "georiënteerd is naar de aarde" (geotropisch). Dat wil zeggen dat de nystagmusbeweging richting de grond is gericht. Dit betekent dat de ogen bewegen naar de kant waar de otoconia zich bevinden in het betreffende kanaal.
28
Torsionele nystagmus?
Torsionele nystagmus betekent dat de ogen draaien of roteren rond hun as. Dit type nystagmus komt vaak voor bij vestibulaire aandoeningen die de semicirculaire kanalen beïnvloeden (zoals BPPD), waar de kristallen de normale werking verstoren en roterende oogbewegingen veroorzaken.
29
Een upbeat component?
Een upbeat component betekent dat de oogbewegingen een opwaartse component bevatten (naar boven gericht), wat vaak wordt geassocieerd met de verstoring van het posterieure kanaal. Het posterieure kanaal is verantwoordelijk voor het detecteren van verticale bewegingen, dus bij verstoring door losgelaten otoconia, zien we vaak een verticale (upbeat) component in de nystagmus.
30
Focale laesie van de rechter motorische cortex?
De man heeft zwakte in de linkermondhoek als gevolg van een focale laesie van de rechter motorische cortex, die de motorische controle over de linker kant van het gezicht verstoort. Spontane bewegingen zoals lachen blijven mogelijk vanwege reflexieve hersengebieden die geen beroep doen op de beschadigde motorische cortex. Het vermogen om de wenkbrauwen op te trekken of ogen te knipperen blijft intact omdat deze reflexen een bilaterale innervatie hebben en dus gedeeltelijk beschermd zijn tegen de gevolgen van de laesie aan de andere kant van de hersenen.
31
AB vezels?
Somatosensibel
32
Diagnose bij myasthenia gravis?
Antistoffen tegen acetylcholinereceptoren meten
33
FSHD (facioscapulohumerale spierdystrofie)?
Zwakte aangezicht, asymmetrische zwakte en enkelzijdig voorkomen van scapula alata en negatieve familie anamnese
34
Klapvoet lokaliseren
N. peroneus
35
ALS?
Oorzaak: ALS is een neurodegeneratieve aandoening die zowel de motorische neuronen (zowel de bovenste als de onderste motorische neuronen) aantast. Kenmerken: Het leidt tot progressieve spierzwakte en atrofie, en spasticiteit door de aantasting van motorische neuronen. Patiënten vertonen vaak spierkrampen en tremoren. Klinisch beeld: Vaak begint het met asymmetrische spierzwakte in een arm of been, maar later verspreidt het zich naar andere spieren. Het beïnvloedt ook de ademhalingsspieren, wat leidt tot ademhalingsproblemen in latere stadia. Prognose: De ziekte is progressief en dodelijk. De levensverwachting is meestal korter dan vijf jaar na diagnose
36
Polymyositis?
Oorzaak: Polymyositis is een auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem de skeletspieren aanvalt, wat leidt tot ontsteking van de spieren. Kenmerken: Het veroorzaakt symmetrische spierzwakte, vaak in de proximale spieren (bijvoorbeeld de heup- en schoudergordelspieren). Het kan ook gepaard gaan met vermoeidheid, pijn en spieratrofie. Klinisch beeld: Typisch beginnen de symptomen met spierzwakte in de bovenarmen en bovenbenen, waardoor het moeilijk wordt om activiteiten uit te voeren zoals opstaan uit een stoel, traplopen of het omhoog trekken van de armen. Prognose: De ziekte kan chronisch zijn en het verloop varieert. Bij vroege behandeling met immunosuppressiva kunnen veel patiënten verbeteren.
37
IBM (inclusion body myositis)?
Oorzaak: IBM is een progressieve spierziekte die zowel spiervezels als neurale structuren aantast. Het heeft een auto-immuuncomponent, maar de exacte oorzaak is onduidelijk. Kenmerken: Het komt vaker voor bij oudere volwassenen en veroorzaakt symmetrische spierzwakte, vooral in de distaal (onderste extremiteiten) en proximaal (bovenste extremiteiten) spieren. Het wordt gekarakteriseerd door spieratrofie en moeilijkheden met het vasthouden van voorwerpen of lopen. Klinisch beeld: Typische symptomen zijn valincidenten, moeite met het opstaan of het vasthouden van dingen, en moeite met slikken. Prognose: IBM is progressief en de meeste patiënten ervaren langzame achteruitgang in spierfunctie. Er is geen effectieve behandeling voor IBM, hoewel fysiotherapie kan helpen bij het behoud van spierfunctie
38
Limb-girdie spierdystrofie
Oorzaak: LGMD is een groep van erfelijke spierziekten die de spieren van de schouder- en heupgordel aantasten. Het wordt veroorzaakt door genetische mutaties die leiden tot spierdegeneratie. Kenmerken: De ziekte veroorzaakt spierzwakte in de heup- en schoudergordelspieren, wat leidt tot problemen met lopen, traplopen, en het omhoog heffen van de armen. Klinisch beeld: Symptomen beginnen vaak in de jeugd of jong volwassenheid, met progressieve zwakte in de heup- en schoudergordelspieren. De ziekte kan verschillende genetische vormen hebben, wat leidt tot variatie in de ernst en het verloop. Prognose: Het verloop varieert sterk, afhankelijk van het subtype van LGMD. Sommige vormen zijn langzaam progressief, terwijl andere ernstiger zijn en sneller tot verlies van functie kunnen leiden.
39
MS?
Oorzaak: Auto-immuunziekte waarbij het immuunsysteem myeline in het centrale zenuwstelsel (CZS) aanvalt. Locatie: Hersenen en ruggenmerg. Kenmerken: Wisselende neurologische klachten: visusproblemen (neuritis optica), krachtsverlies, sensibiliteitsstoornissen, ataxie, mictiestoornissen. Beloop: Meestal relapsing-remitting, soms primair of secundair progressief. Diagnose: MRI (wittestoflaesies), liquoronderzoek (oligoklonale banden), klinisch beeld. Behandeling: Immunomodulerende therapie (bv. interferonen), corticosteroïden bij exacerbaties, symptoombestrijding.
40
Guillain-Barré syndroom
Oorzaak: Auto-immuunreactie (vaak na infectie) tegen myeline van het perifere zenuwstelsel (PZS). Locatie: Spinale en perifere zenuwen (wortels en zenuwen). Kenmerken: Acuut ontstane opstijgende spierzwakte, areflexie, vaak na infectie. Soms respiratoire insufficiëntie of autonome stoornissen. Beloop: Acuut, progressief over dagen tot weken, daarna geleidelijk herstel. Diagnose: Kliniek + EMG/ENG, verhoogd eiwit in liquor zonder veel cellen ("albuminocytologische dissociatie"). Behandeling: IVIG of plasmaferese, ondersteuning van ademhaling indien nodig
41
Vitamine B12 deficiëntie
Oorzaak: Tekort aan vitamine B12 (door malabsorptie, maagpathologie of veganistisch dieet). Locatie: CZS én PZS, met name achterstrengen ruggenmerg. Kenmerken: Subacute gecombineerde strengziekte: symmetrische paresthesieën, ataxie, spasticiteit, geheugenstoornissen, anemie. Beloop: Progressief, omkeerbaar bij vroege behandeling. Diagnose: Vitamine B12-spiegels, methylmalonzuur, homocysteïne, bloedbeeld. Behandeling: Vitamine B12-suppletie (oraal of intramusculair)
42
Myasthenia gravis
Oorzaak: Auto-immuunziekte tegen acetylcholinereceptoren op de neuromusculaire overgang. Locatie: Neuromusculaire overgang (post-synaptisch). Kenmerken: Spierzwakte die toeneemt bij inspanning (fatigue), vaak oogspieren (ptosis, diplopie), kauw-, slik- of ademhalingsproblemen. Beloop: Fluctuerend; kan stabiel blijven of verergeren. Diagnose: AChR-antistoffen, EMG (decrement), Tensilon-test, CT-thorax (thymoom?). Behandeling: Acetylcholinesteraseremmers (bv. pyridostigmine), immunosuppressie, thymectomie indien thymoom, bij crisis: plasmaferese of IVIG.
43
Neuropraxie, axonotmesis en neuromesis?
1. Neuropraxie (graad I) Definitie: Tijdelijke geleidingsblokkade zonder structurele schade aan het axon. Pathofysiologie: Vaak door compressie of ischemie. Kliniek: Tijdelijke motorische en/of sensibele uitval. Geen denervatie van de spier op EMG. Herstel: Volledig binnen dagen tot weken. 2. Axonotmesis (graad II) Definitie: Axon is doorgescheurd, maar de omhulsels (endoneurium, perineurium) blijven grotendeels intact. Pathofysiologie: Ernstiger compressie of tractie. Kliniek: Motorische en sensibele uitval. Wallerse degeneratie distaal van de laesie. Herstel: Mogelijk, maar langzaam (1–3 mm/dag) via axonregeneratie langs de intacte schacht. 3. Neurotmesis (graad III-V bij Sunderland) Definitie: Volledige doorsnijding van zowel axon als omhulsels. Pathofysiologie: Meestal bij scherpe trauma’s of volledige scheuring. Kliniek: Volledige motorische en sensibele uitval. Geen spontane regeneratie. Herstel: Alleen mogelijk met chirurgische reconstructie.