Thema 1.3 Flashcards
(10 cards)
Celmembraan
Is het buitenste laag van een cel en bestaat uit vetmoleculen.
Scheidt het cytoplasma van het milieu buiten de cel.
Cytoplasma
bestaat uit water met daarin allerlei organellen en opgeloste stoffen.
kernmembraan
zit om de kern heen en bevat kernplasma
celkern
ligt in het cytoplasma
vacuole
blaasje in het cytoplasma omgeven door een vacuolemembraan en gevuld met vacuolevocht.
-kan kleurstoffen bevatten en speelt belangrijke rol bij stevigheid van de cel.
Plastiden
-Bladgroenkorrels (chloroplasten) bevatten bladgroen.
-Chromoplasten bevatten kleurstof (rood,oranje,geel).
-leukoplasten dienen om stoffen zoals vet, zetmeel en eiwit op te slaan.
celwand
een stevig laagje om de cel heen.
-is een tussencelstof.
Intercellulaire ruimten
Holten tussen celwanden, gevuld met vocht of lucht.
lichtmicroscoop
kan tot 1000x vergroten. Door zichtbare organellen kan je onderscheid maken van plantaardige en dierlijke cellen.
elektronenmicroscoop
kan meer dan 100 000x vergroten. Verbonden met de computer en de beelden worden ingekleurd, zodat bepaalde structuren beter zichtbaar zijn.