Thema 3 Flashcards
(94 cards)
Waaruit bestaan sensortechnologie cortices?
Uit gebieden die genummerd zijn op basis van complexiteit van de informatieverwerking.
Wat gebeurd er in primaire cortices?
Basale kenmerken worden hier verwerkt.
Wat gebeurd er in secundaire gebieden?
Verschillende kenmerken die bij een voorwerp horen worden aan elkaar gekoppeld.
Wat gebeurd er in tertiaire gebieden?
Hier vindt integratie van informatie van objecten en informatie van verschillende zintuigen plaats om uiteindelijk een complexe en functionele representatie van de buitenwereld te creëren.
Wat is bottum-up informatie?
Kwakiteit van zintuigen prikkels.
Wat zijn topdown processen?
Aandacht, kennis en verwachting over wat je waarneemt.
Hoe werkt visuele perceptie?
Lichtgolven komen het oog binnen via het hoornvlies, licht gaat door de pupil, de ooglens past zich aan het netvlies (retina), signalen komen samen in de oogzenuw (nervus opticus) en gaat door jaar de hersenen. Beide kruisen het chiasma opticum zodat beide helften informatie krijgen en dan via de LGN naar de thalumus naar de primaire visuele cortex.
Waas zijn kegeltjes voor?
Voor kleurenzicht en details.
Waar ezijn staafjes voor?
Gevoeliger voor licht en beweging en helpt zien in het donker.
Waar is visuele cortex V1 voor?
Analyseren van basisvormen, contrasten en randen.
Waar zij hogere visuele gebieden voor V2-V5?
Beweging, diepte en kleur.
Waar is de ventrale route voor?
Wat pad, objectherkenning.
Waar is de dorsale route voor?
Waar pad, locatie en beweging.
Hoe kan de interactie tussen dorsale (waar) en ventrale (wat) baan?
Twee aparte banen komen uiteindelijk samen, feedbackloops geven informatie van latere fases of er is directe anatomische verbinding tussen beide banen.
Wat zijn de vijf gestalte principes?
Nabijheid, gelijkheid, gelijke richting, continuïteit en sluiting.
Wat homonieme hemianopsie?
Dezelfde delen van het gezichtsveld vallen voor beide ogen uit. Is bij beschadiging chiasma opticum.
Wat is kwadrantopsie?
Blindheid voor bepaalde kwadranten.
Wat is een scotoom?
Blindheid voor een kleinbeeld van het gezichtsveld.
Wat is blindsight? Dit kan optreden bij corticale blindheid (compleet blind)?
Geen bewuste visuele ervaring maar toch is het mogelijk specifieke reacties te geven als een stimuli wordt aangeboden.
Wat is het syndroom van Anton?
Iemand is corticaal blindheid maar zich hier niet bewust van. Gebrek aan inzicht in eigen blindheid (anosognosie).
Wat is cerebrale achromatopsie?
Kleurenblindheid ten gevolge van schade die niet aangeboren is. Bij enige kleurwaarneming maar onvemorgen dit te onderscheiden is er sprake van dyschromatopsie.
Wat is akinetopsie?
Niet kunnen waarnemen van visuele beweging.
Wat is visuele agnosie?
Onvermogen objecten te herkennen op basis van visuele waarneming.
Welke 6 vormen van appetceptieve agnosie (geen compleet beeld van objecten vormen)?
Visuele vormagnosie (moeite met herkennen, matchen vormen), kleuragnosie (niet kunnen genieten, benoemen en betekenis van kleur), simulaatagnosie (probleem met gelijktijdig meerdere objecten waarnemen), prosopagnosie (stoornis herkennen gezichten), topografische agnosie (landschappen niet herkennen) en alexie (woordenblindheid).