Theorie van de praktijk Het skelet

Question 1

Waaruit bestaat het skelet?

Answer 1

1 passieve bewegingsapparaat/steunapparaat bestaat uit beenderen gewrichten kraakbeen gewrichtsbanden 2 actieve bewegingsapparaat bestaat uit spieren kapsels banden pezen slijmbeursen

Question 2

Uit welke 2 delen bestaat de schedel?

Answer 2

hersenschedel deel dat hersenen omvat aangezichtsschedel deel dat het gezicht vormd

Question 3

Wat is de romp en waaruit bestaat hij?

Answer 3

De romp of torso is de benaming voor het lichaam van mens of dier zonder ledematen en hoofd. De romp bevat het merendeel van de organen (hart, longen, nieren, lever, galblaas, milt, alvleesklier, darmen, maag). De romp/borstkas/thorax bestaat uit: 1 ribben costae 12 paar (24) 2 borstbeen sternum 3 wervelkolom 32 of 33 wervels

Question 4

Wat zijn ribben?

Answer 4

12 paar ribben smalle gebogen beenstukken die evenwijdig aan elkaar lopen aan achterzijde verbonden met 12 borstwervels/thoracale wervels aan voorzijde verbonden met het borstbeen

Question 5

Noem 3 soorten ribben

Answer 5

1 ware ribben bovenste 7 paar ribben elk via een eigen stukje kraakbeen met borstbeen verbonden 2 valse ribben 3 paar (valse) ribben met het borstbeen verbonden via het kraakbeen van de onderste ware rib 3 zwevende ribben laatste 2 paar ribben staan niet in verbinding met het bostbeen

Question 6

Uit welke 3 delen bestaat het borstbeen/sternum?

Answer 6

plat beenstuk, bestaat uit 3 delen: 1 het handvat kort en breed waaraan het eerste paar ribben vastzit 2 het lichaam lang en smal hieraan vast zitten de volgende 6 paar ribben 3 zwaardvormig aanhangsel klein driehoekig stukje (kraakbeen)

Question 7

Waaruit bestaat de wervelkolom?

Answer 7

Wervelkolom bestaat uit 32 of 33 wervels 1 halswervels 7 stuks 2 borstwervels 12 stuks 3 lendenwervels 5 stuks 4 heiligbeenwervels os sacrum 5 stuks vormen samen het SI-gewricht 5 staartbeenwervels os coccygis 3-4 stuks vormen samen het stuitbeen

Question 8

Waaruit bestaat het atlas-draaier-gewricht?

Answer 8

Atlas-draaier-gewricht 1 atlas of drager bovenste (eerste) halswervel waarop het hoofd steunt maakt ja-knikkende beweging van het hoofd mogelijk geen wervellichaam en doornuitsteeksel 2 draaier axis maakt draaiende beweging van het hoofd mogelijk

Question 9

Wat zijn tussenwervelschijven?

Answer 9

een dunne veerkrachtige schijf, bestaat uit vezelig kraakbeen, waardoor wervelkolom buigzaam is door openingen voor en achter tussen de wervels lopen ruggenmergzenuwen en bloedvaten die het ruggenmergkanaal vormen

Question 10

Noem 3 standen van de wervelkolom

Answer 10

1 lordose normale voorwaartse kromming van de wervelkolom hals en lendengebied 2 kyfose normale achterwaartse kromming van de wervelkolom borst en bekkengebied 2 scoliose abnormale zijwaartse kromming van de wervelkolom zie afb. bladz. 16

Question 11

Noem de onderdelen van een wervel

Answer 11

zie afb. bladz. 17 1 Wervellichaam deel aan de voorzijde 2 Wervelboog deel aan de achterzijde 3 2 dwarsuitsteeksels één aan elke zijde van de wervelboog, links en rechts gericht 4 1 doornuitsteeksel vanuit het midden van de wervelboog en naar achteren wijst 5 gewrichtuitsteeksels met gewrichtsvlakken hiermee vormen de wervels gewrichten met elkaar 6 Wervelgat groot gat in het midden van elke wervel hierdoor loopt het ruggenmerg 7 Wervelkanaal gevormd door de wervels samen

Question 12

Wat weet je van de atlas en de draaier?

Answer 12

atlas 1e halswervel, geen wervellichaam en doornuitsteeksel draaier 2e halswervel, enigste met een doornuitsteeksel op het wervellichaam dat omhoog wijst, waardoor het hoofd kan draaien

Question 13

Waaruit bestaat de schoudergordel?

Answer 13

1 2 schouderbladen 2 2 sleutelbeenderen verbinding tussen de schouderbladen en het borstbeen 3 schoudergewricht aan zijkant van het schouderblad de kom, kop aan het opperarmbeen

Question 14

Waaruit bestaat een arm?

Answer 14

1 opperarmbeen bovenarm 2 onderarm 1 twee dunne pijpbeenderen ellepijp spaakbeen 2 hand 3 elleboog(gewricht) gewricht tussen bovenarm (opperarmbeen) en onderarm (ellepijp en spaakbeen) hierdoor onderarm om zijn eigen lengteas naar binnen en buiten draaien onderarm gebogen en gestrekt

Question 15

Uit welke 3 delen bestaat de hand?

Answer 15

27 beenderen 3 delen: zie afb. bladz. 17 1 8 handwortelbeenderen polsgewricht gevormd door 8 korte onregelmatig gevormde beentjes 2 5 middenhandsbeenderen 5 pijpbeentjes basis voor de vingers, bewegen nauwelijks behalve het basisbeentje voor de duim 3 14 vingerkootjes 4 vingers 3 kootjes/kleine pijpbeentjes duim 2 kootjes

Question 16

Waaruit bestaat de bekkengordel?

Answer 16

Bekkengordel Pelvis zie afb. bladz. 18 onderdeel van de onderste ledematen, vormt de verbinding tussen de romp en de benen bestaat uit: 1 2 Heupbeenderen os coxae 2 heiligbeen os sacrum vergroeiing van 4 of 5 heiligbeenwervels SI-gewricht verbinding aan achterzijde tussen het heiligbeen met heupbeenderen/darmbeenderen 3 staartbeen os coccygis vergroeiing van 3 of 4 wervels

Question 17

Welke 3 beenderen vormen samen een heupbeen?

Answer 17

1 darmbeen os ilium 2 schaambeen os pubis 3 zitbeen os ischii

Question 18

Uit welke delen bestaat het darmbeen?

Answer 18

grootste deel van het heupbeen, opgebouwd uit: 1 darmbeenlichaam 2 darmbeenvleugel 1 darmbeenkam bovenste rand van de darmbeenvleugel 1 voorste bovenste darmbeendoorn 2 voorste onderste darmbeendoorn

Question 19

Waar bevindt zich de band van Poupart?

Answer 19

de liesband/band van Poupart tussen de voorste bovenste darmbeendoorn en de schaambeenknobbel

Question 20

Waar bevindt zich de gewrichtskom van het heupgewricht?

Answer 20

aan de laterale zijde (buitenzijde) van het met elkaar vergroeide darmbeen, schaambeen en zitbeen, bevindt zich de gewrichtskom voor het heupgewricht

Question 21

Waaruit bestaat het heupgewricht?

Answer 21

Heupgewricht coxae is een kogelgewricht/noot gewricht -verbinding tussen heupbeen en bovenbeen/dijbeen zie afb. bladz. 18 1 Heupkom op de rand bevindt zich een kraakbeenring waardoor de kop dieper in de kom ligt 2 dijbeenkop kop van het dijbeen 3 gewrichtskapsels tussen dijbeen, darmbeen, schaambeen en zitbeen heupgewricht veel sterker dan schoudergewricht

Question 22

Noem 5 gewrichtsbanden van het heupgewricht

Answer 22

1 darmbeen-dijbeenband van darmbeen naar de tussendraaierslijn 2 schaambeen-dijbeenband van schaambeen naar de onderkant van de tussendraaierslijn tussen dijbeenhals en het schaambeen 3 zitbeen-dijbeenband tussen de dijbeenhals en het zitbeen 4 Ringband zona orbicularis band die rondom de dijbeenhals loopt en de dijbeenkop stevig in de heupkom trekt 5 Liesband Band van Poupart een sterke band tussen het voorste bovenste darmbeenuitsteeksel (van de heup) naar het schaambeen toe (juist op de liesplooien). Onder deze band door lopen alle spieren, bloedvaten en zenuwen van de voorkant van het (dij-)been

Question 23

Waaruit bestaan de onderste ledematen?

Answer 23

Bestaan uit: 1 het bekken 2 knie knieschijf/kniegewricht verbindt boven- en onderbeen 3 benen 1 bovenbeen dijbeen 2 onderbeen 1 scheenbeen 2 kuitbeen 4 enkel enkelgewricht 5 voet verbindt onderbeen met voet

Question 24

Welke 2 gewrichten heeft het bovenbeen/dijbeen?

Answer 24

Dijbeen os femur grootste, langste, dikste en sterkste pijpbeen Heupgewricht verbinding dijbeenkop met kom van het heupbeen Kniegewricht verbinding dijbeen met onderbeen

Question 25

Uit welke 3 delen is het dijbeen opgebouwd?

Answer 25

1 dijbeenkop caput femoris 2 dijbeenhals collum femoris 3 dijbeenlichaam corpus femoris

Question 26

Waaruit bestaat het dijbeenlichaam?

Answer 26

bovenste deel van het dijbeenlichaam zie afb. bladz. 19 1 grote draaier trochanter major grote dijbeenknobbel naar boven en naar buiten gericht 2 kleine draaier trochanter minor kleine dijbeenknobbel iets lager dan grote draaier en naar binnen gericht tussendraaierslijn aan de voorzijde tussen de grote en kleine dijbeenknobbel/draaier tussendraaierskam aan de achterzijde tussen de grote en kleine dijbeenknobbel/draaier aan de dorsale zijde (achterzijde) van het dijbeenlichaam x-vormige ruwe lijn onderste deel van het dijbeenlichaam 1 binnenste dijbeenknokkel (mediale zijde) 2 buitenste dijbeenknokkel (laterale zijde)

Question 27

Wat is de x-vormige ruwe lijn?

Answer 27

2 langgerekte gebogen lijnen die in het midden tegen elkaar aan liggen (maar niet kruisen) en boven en onder x-vormig uiteenwijken x-vormige ruwe lijn vormen aan de onderkant de kniekuilvlakte met daarin de kniekuilband

Question 28

Waaruit bestaan de buitenste en binnenste dijbeenknokkels?

Answer 28

de 2 knokkels hebben 1 middenvoor een gewrichtsvlak voor de knieschijf knieschijfvlakte 2 aan de achterkant van elkaar een groeve dijbeenknokkel groeve 3 x-vormige ruwe lijn vormen aan de onderkant de kniekuilvlakte met daarin de kniekuilband

Question 29

Waaruit bestaat het onderbeen?

Answer 29

1 scheenbeen os tibia 2 kuitbeen os fibula

Question 30

Waaruit bestaat het onderbeen?

Answer 30

1 scheenbeen os tibia mediaal (binnenzijde) gelegen lang pijpbeen van het onderbeen 2 kuitbeen os fibula lateraal (buitenzijde) gelegen lang/dun pijpbeen van het onderbeen

Question 31

Wat bevindt zich mediaal (binnenzijde) van het scheenbeen?

Answer 31

1 binnenste (mediaal) scheenbeenvlakte bevinden zich geen spieren, alleen met huid bedekt 2 buitenste (lateraal) scheenbeenvlakte 3 achterste (dorsaal) scheenbeenvlakte aanhechting onderbeenspieren 4 scheenbeenkam scherpe rand aan voorzijde die onder de knie begint 5 tussenbeenkam/binnenste scheenbeenrand scherpe rand, wijst naar het naast gelegen kuitbeen 6 scheenbeenknobbel knobbel onder de knie waar de voorste scheenbeenkam begint

Question 32

Wat bevindt zich aan de bovenzijde (proximaal) aan het scheenbeen?

Answer 32

proximaal (bovenzijde) verbreedt het scheenbeen en bevinden zich 2 knokkels die deel uitmaken van het kniegewricht 1 binnenste (mediaal) scheenbeenknokkel 2 buitenste (lateraal) scheenbeenknokkel 3 tussenknokkelverhevenheid verhevenheid in het midden op het gewrichtsvlak van het kniegewricht hechting van de kruisbanden/binnenbanden van de knie

Question 33

Wat bevindt zich distaal (aan de onderzijde) van het scheenbeen?

Answer 33

distaal (aan de onderzijde) verbinding met de voet 1 gewrichtsvlak voor de bovenzijde van het sprongbeen 2 aan de mediale (binnenzijde) zijde een uitsteeksel de binnenenkel malleolus medialis 3 distaal lateraal (uiteinde buitenzijde) een insnijding voor het kuitbeen kuitbeeninsnijding

Question 34

Wat weet je van de lengte van het kuitbeen?

Answer 34

even lang als het scheenbeen maar ligt proximaal (bovenzijde) iets lager vast aan het scheenbeen hierdoor ligt de buitenenkel lager dan de binnenenkel Kuitbeen hoort niet bij het kniegewricht

Question 35

Waaruit bestaat het kuitbeen?

Answer 35

proximale zijde (bovenzijde) het kuitbeenhoofd distaal (uiteinde) buitenenkel malleolus lateralis kuitbeentussenkam scherpe rand, wijst naar het scheenbeen tussenbeenvlies membrana interossea gespannen vlies tussen de kuitbeentussenkam en tussenbeenkam van het scheenbeen

Question 36

Wat zijn menisci?

Answer 36

twee C-vormige (halve maan) kraakbeenschijven boven op het scheenbeen zie afb. bladz. 20 uitholling (kom) voor beide dijbeenknokkels 1 meniscus aan de mediale zijde/binnenzijde verbinding met binnenste dijbeenknokkel (mediale zijde) en binnenste (mediaal) scheenbeenknokkel 2 meniscus aan de laterale zijde/buitenzijde verbinding met buitenste dijbeenknokkel (laterale zijde) en buitenste (lateraal) scheenbeenknokkel

Question 37

Noem de latijnse benaming voor knieschijf

Answer 37

Patella

Question 38

Wat verbindt een kniegewricht?

Answer 38

Kniegewricht articulatio genus door menisci verbinding tussen drie samengestelde beenderen 1 dijbeen os femur 2 scheenbeen os tibia 3 knieschijf patella driehoekig bot grootste sesambeen in het lichaam ingekapseld in de pees van de vierhoofdige dijbeenspier

Question 39

Waarom is de knieschijf een sesambeen?

Answer 39

Een sesambeentje is een klein botje dat vastzit in een pees. De knieschijf is ingekapseld in de pees van de vierhoofdige dijbeenspier

Question 40

Wanneer spreekt men van een voetbalknie?

Answer 40

"wanneer een afgescheurd of los stukje van een meniscus tussen de gewrichtsvlakken bekneld raakt en het knie ""op slot"" raakt"

Question 41

Welke gewrichtskapsels/banden heeft de knie?

Answer 41

1 collaterale banden - om het kniegewricht heen 1 dijbeen-scheenbeenband - ligt mediaal en verbindt dijbeen en scheenbeen 2 dijbeen-kuitbeenband - ligt lateraal en verbindt dijbeen en kuitbeen 2 intra-articulaire banden/binnenbanden - binnen het kapsel van het kniegewricht 1 twee kruislings bevestigde bindweefselbanden die dijbeen en scheenbeen aan elkaar verbinden voorkomen een te sterke draai van het onderbeen 1 voorste kruisband 2 achterste kruisband 2 dwarse knieband- dwarsbandje dat de beide menisci aan elkaar verbindt 3 Kniekuilband - aan de achterzijde om overstrekking te remmen verbindt de laterale knobbel van het dijbeen met de mediale bovenrand van het scheenbeen 4 aan de voorzijde wordt het kniegewricht versterkt door een pees van de vierhoofdige dijbeenspier Knieschijf/patella ligt ingekapseld in de pees van de vierhoofdige dijbeenspier

Question 42

Hoe wordt het enkelgewricht ook genoemd?

Answer 42

enkelgewricht of bovenste spronggewricht articulatio talocruralis verbindt scheenbeen en kuitbeen met de voet is een scharniergewricht dat de voet op en neer beweegt plantair- en dorsaalflexie naar de zoolzijde buigen en naar de rugzijde/richting het scheenbeen

Question 43

Waardoor wordt het enkelgewricht gevormd?

Answer 43

wordt gevormd door 1 bovenkant van het sprongbeen os talus 2 onderkant van het scheenbeen os tibia met de binnenenkel 3 onderkant van het kuitbeen os fibula met de buitenenkel