Toets Aardrijkunde lj1 periode 3 Flashcards

1
Q

wat moet een goede kaart aan voldoen?

A

Een titel, schaal, legenda, duidelijke verschillen in het gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke soorten kaarten zijn er?

A

natuurkundige overzichtskaart
staatkundige overzichtskaart
topografische kaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Het verschil tussen een overzichtskaart en een thematische kaart

A

Thematische kaarten gaan over één onderwerp. Bijvoorbeeld over het klimaat, voedsel, grondstoffen en handel.

overzichtskaarten gaan over het gebied en is eigenlijk gewoon een overzicht naar het omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

waarom gebruiken wij kaartvakken

A

Om plaatsen op de kaart te vinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarover kaartmakers met een schaal werken

A

op een kaart wordt de werkelijkheid altijd verkleind.
Het is tenslotte onmogelijk om een kaart van Nederland te maken waarop alles op werkelijke grootte te zien is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het verschil tussen een grootschalige- en een kleinschalige kaart

A

kleinschalige: een schaal groter dan 1:100.000
grootschalige: een schaal kleiner dan 1:100.000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke soorten afstanden zijn er

A

hemelsbrede afstand
absolute afstand
relative afstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe bepaal je de breedteligging en lengteligging

A

breed is ____
Lengte is l

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kan je aan een kaart herkennen of het aan de kaarteisen voldoet.

A

als het een titel, legenda en verschillende kleurtjes en symbolen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een natuurkundige overzichtskaart?

A

Natuurlijke verschijnselen zoals rivieren, meren en reliëf (hoogteverschillen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een staatkundige overzichtskaart?

A

De invloed van mensen.
Je ziet duidelijk de verschillende landen, steden, wegen, kanalen, (spoor)wegen en grenzen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een topografische kaart?

A

Een nauwkeurige overzicht van verschijnselen in een (klein) gebied). Denk hierbij aan dorpen, steden, straten, sloten, wegen, hoogte en landgebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een hemelsbrede afstand

A

De afstand tussen 2 plaatsen in een rechte lijn.
Hierbij hou je geen rekening met wegen, bergen, wateren of bebouwing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een
relative afstand

A

De afstand tussen twee plaatsen gemeten in tijd, geld en/ of moeite. als jij met de auto naar school gaat ben je sneller dan met de fiets.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een absolute afstand

A

de kortste afstand over de weg tussen twee plaatsen. Hierbij houd je dus wel rekening met de aanwezige onderdelen in het landschap.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly