Transplantatie week 49 Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat zijn absolute contra-indicaties voor orgaandonatie?

A

Risicofactoren voor HIV
Maligniteit t.t.v. overlijden
Onbehandelde sepis met multi-orgaanfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Is er een maximum leeftijd voor orgaandonoren?

A

Nee, geen maximum leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn algemene contra-indicaties orgaandonatie?

A

Onbekende doodsoorzaak
Onbehandelde sepsis
Maligniteiten, met uitzondering van ongemetastaseerde hersentumoren en indien de voorgeschiedenis een curatief behandelde maligniteit vermeldt
Actieve virale infectie met rabiës, herpes zoster, rubella of hiv
Actieve tuberculose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke ischemietijd is schadelijker voor een orgaan: warme of koude?

A

Warme is het meest schadelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke organen kan een DBD-donor wel geven en een DCD-donor niet?

A

De dunnen darm en begin dikke darm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de maximale CIT (cold ischemic time) van het hart, de longen, de lever en pancreas en de nieren?

A

Hart = 4 uur
Longen = 8 uur
Lever en pancreas = 5-10 uur
Nieren = 24 uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor soorten weefsels kan gedoneerd worden?

A
  • Oogweefsel
  • Huid
  • Hartkleppen
  • Botweefsel, kraakbeen en pezen
  • Bloedvaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel weefseltransplantaties waren er in 2022?

A

1909 hoornvlies donaties
119 hartklep donaties
2877 botdonaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke twee mogelijkheden zijn er om de nierfunctie te vervangen?

A

Transplantatie
Dialyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is cross-over transplantatie?

A

Als donorpaar wisselt van ontvanger en donor omdat die beter matchen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke waarden probeert men bij donorzorg aan te houden bij de volgende parameters:
HF:
MAP:
SpO2:
Diurese:

A

HF: 60-120 p/min
MAP: 70-90 mmHg
SpO2: >95%
Diurese: 0,5-3 ml/kg/uur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doet het zelfstandig uitname team en wat doet het acceptatie-team?

A

Het ZUT neemt de buikorganen uit
Het acceptatieteam moet longen en hart uitnemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de voordelen van een levende donornier?

A

Kortere wachttijd
Pre-emptief
Betere resultaten
Planbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan je doneren bij leven?

A

Goede motivatie: vrijwillig, geen betaling
Fysieke en mentale gezondheid:
Korte termijn risico’s: operatie complicaties
Lange termijn risico’s: nierfalen, operatie complicaties, co-morbiditeit
Immunologisch passend: bloedgroep en kruisproef

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke aanvullende onderzoeken kunnen er gedaan worden om te kijken of er een passende niertransplantatie kan plaatsvinden?

A

Immunologische match: bloedgroep en weefsel (HLA)-typering
* Bepalen nierfunctie;
* serum kreatinine, eGFR
* 2x 24h urine, mGFR
* Bepalen risicofactoren voor nierfunctie verlies, operatie:
* Bloeddrukmeting
* Bloed: glucose, HbA1c, electrolyten, albumine, tot. eiwit, CRP, levertesten, bloedbeeld, stolling
* Urine a.o/sed, eiwit/kreat ratio
* Urine kweek
* Virusserologie: CMV, EBV, Hep B, Hep C, HIV
* Lues serologie
* X-thorax
* ECG
* CT-abdomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn absolute contra-indicaties voor nierdonatie?

A
  • Leeftijd <18 jr
  • Wilsonbekwaam
  • Hoge verdenking op dwang tot donatie
  • Gestoorde nierfunctie, proteinurie
  • Diabetes mellitus
  • Groot risico op peri-OK complicaties of nierfalen in de toekomst
  • Actieve / recente maligniteit
  • Actieve infectie
  • Actieve alcohol / drugs verslaving
  • Ongecontroleerde psychose
  • Onvoltooide behandeling psychiatrische aandoening
  • Zwangerschap
17
Q

Wat zijn relatieve contra-indicaties voor nierdonatie

A

Nierstenen
* Urologische afwijkingen
* Microscopische hematurie
* Morbide obesitas
* Veel diabetes mellitus of hypertensie / cardiovasculair lijden in familie
* Familiaire nierziekte (genetische screening)
* Hypertensie

18
Q

Zijn HLA-antistoffen en bloedgroep antistoffen natuurlijk of niet-natuurlijk?

A

Bloedgroep is natuurlijk
HLA is niet-natuurlijk en ontstaan bij zwangerschap, transplantatie of transfusie

19
Q

Wat zijn de voordelen van niertransplantatie?

A

 U hebt geen dialyse (meer) nodig.
 Verbeterde conditie
 Na de transplantatie zijn er minder leefregels. U hoeft zich niet meer
aan een streng dieet te houden.
 De kwaliteit van leven neemt sterk toe. Tenminste: bij de meeste
mensen. Uw arts kan dit niet van tevoren garanderen.
 De levensverwachting is hoger dan bij dialyse.

20
Q

Wat zijn de nadelen van transplantatie

A

Operatierisico’s
Afstoting
Medicatie tegen afstoting
Terugkeer oorspronkelijke ziekte
* Resultaat valt tegen
* Mislukt: Bij 1 op de 20 patiënten mislukt de transplantatie. Bijvoorbeeld
omdat het lichaam de nieuwe nier afstoot. Dit is erg ingrijpend, zowel
lichamelijk als geestelijk.
* Beperkte levensduur nieuwe orgaan: gemiddeld is dat 10 jaar voor een
nier van een overleden donor, en 20 tot 25 jaar voor een nier van een
levende donor. Daarna is een nieuwe transplantatie of dialyse nodig.

21
Q

Welk chromosoom codeert voor de HLA-eiwitten

22
Q

Welke cellen ontstaan uit de lymfoïde stamcel?

A

T-lymfocyten, B-lymfocyten en NK-cellen

23
Q

Welke cellen ontstaan uit de myeloïde stamcel?

A

-Erytrocyten
-bloedplaatjes
-neutrofiele granulocyten
-basofiele granulocyten
-eosinofiele granulocyten

24
Q

Welke 3 signalen en in welke volgorde geeft een APC aan een T-cel?

A

Signaal 1: antigeen donor
Signaal 2: CD80/86 naar CD28
Signaal 3: cytokine-afgifte

25
Wat zijn eigenschappen van cytokines?
 betrokken bij de communicatie tussen verschillende cellen regulerende stoffen  belangrijke mediatoren bij ontstekings- en afstotingsreacties  kunnen o.a. cytotoxische T-cellen activeren  cytotoxische T-cellen kunnen donorcellen doden  toxisch en gevaarlijk voor donororgaan
26
Waar zorgen IL-2 en IL-15 voor?
Dit zijn cytokines die de proliferatie van T-cellen stimuleren
27
Wat is de belangrijkste indicatie om een levertransplantatie te doen?
Leverkanker (HCC, hepatocellulair carcinoom)
28
Wat zijn indicaties voor levertransplantaties?
Acuut leverfalen Gedecompenseerde cirrose PSC en cholangitis HCC Polycystische levercarcinoom Cholangiocarcinoom
29
Waar staat MELD score voor en naar welke waardes kijkt dit model?
Model for End-stage Liver Disease Het model kijkt naar INR, bilirubine en creatinine
30
Wat voorspelt de MELD score en sinds wanneer voorspelt de MELD score dit?
De MELD-score voorspelt de korte termijn sterfte en wordt sinds 2002 gebruikt voor toedeling donorlevers
31
Wat is NMP?
Normotherme machine preservatie
32
Hoe worden HLA-antistoffen gevormd?
Na transplantatie, transfusie, zwangerschap
33
Welke HLA-I subtypen zijn belangrijk?
A, C en B
34
Welke HLA-II subtypen zijn belangrijk?
DP, DQ, DR
35
Hoeveel procent van de mensen die een levertransplantatie nodig heeft, heeft een verleden van alcoholgebruik?
>20%
36
Wat is NAFLD?
Non-alcoholic fatty liver disease
37