TT vragen 3A1 Flashcards

(91 cards)

1
Q

Men spreekt van subfertiliteit als er na een bepaalde periode onbeschermd seksueel contact
geen zwangerschap is ontstaan. Welke periode wordt hierbij gehanteerd?

A

1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer een paar kinderen probeert te krijgen, neemt de kans op zwangerschap met de tijd af.
Wat is de spontane zwangerschapskans na één jaar onbeschermd seksueel contact?

A

ongeveer 80%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Er is een relatie tussen gewicht, uitgedrukt als body mass index (BMI), en de vruchtbaarheid bij
zowel vrouwen als mannen. Bij mannen lijkt obesitas van invloed te zijn op de sperma kwaliteit,
uitgedrukt in de twee parameters: het aantal motiele zaadcellen en de DNA fragmentatie
index (DFI, een maat voor DNA integriteit).
Hoe kenmerken deze twee parameters zich bij mannen met obesitas?

A

aantal motiele zaadcellen verlaagd, terwijl de DFI verhoogd is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke fase van de cyclus is FSH hoger dan LH?

A

Het enige moment dat dit is is periovulatoir. (moment van de eisprong)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke dingen moet je RULE OUT bij oorzaken van amenorroe?

A
  • hyperprolactinemie
  • hypo-/hyperthyreoidie
  • Cushing syndroom
  • androgen secreting neoplasm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke hormonen prik je altijd bij amenorroe?

A

FSH, LH, oestradiol, prolactine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke WHO classificatie valt iemand waarschijnlijk onder die ondergewicht heeft, topsport doet of eetstoornis heeft? En wat is dan de gonadotrope en oestrogene status?

A

WHO I. Het probleem ligt centraal, dus waarschijnlijk een hypo-oestrogene en hypogonadotrope status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de aangewezen behandeling voor amenorroe veroorzaakt door hyperprolactinemie (evt. microadenoom)

A

dopamine agonist (niet chirurgie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de klinische kenmerken die passen bij de diagnose PCOS (Rotterdamse criteria)?

A
  1. cyclusstoornis (evt. oligomenorroe)
  2. meer dan 20 follikels per ovarium
  3. echoscopisch detecteerbaar
  4. klinisch en/of biochemisch hirsutisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vul aan: humane stamcellen komen qua eigenschappen het meest overeen met…

A

een embryoblast en de cellen van de inner cell mass

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke 2 meiose-specifieke processen zijn afhankelijk van DNA reparatie processen?

A
  1. chromosoomparing
  2. crossover-vorming
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is crossing-over essentieel voor een correct verloop van de meiose?

A

essentieel voor een correcte chromosoom segregatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Als de diagnose tubapathologie is, wat kan je opmerken bij de anamnese en lichamelijk onderzoek?

A

Anamnese: regulaire cyclus
LO: normaal aspect ovaria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is pelvic inflammatory disease (PID)?

A

Een ontsteking van het vrouwelijke geslachtsorgaan, vaak veroorzaakt door bacteriele infecties.
Beinvloedt het proces van de bevruchting (toegang tot elkaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is varicocele?

A

Een verwijding van aderen in het scrotum die de bloedafvoer van de testikels beinvloedt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kunnen oorzaken zijn van een laag ejaculaatvolume en een te laag pH?

A
  • obstructieve azoospermie (blokkade in zaadleiders, voorkomt dat sperma het ejaculaat bereikt ondanks normale spermaproductie in testikels)
  • een aangeboren bilaterale agnesie van de vasa deferentia (specifieke vorm van obstructie waarbij de vasa deferens afwezig zijn)
    NIET een non-obstructieve azoospermie of spermatogenetisch defect, deze verklaren niet het lage ejaculaatvolume en pH, welke meer typerend zijn voor problemen met zaadleiders of gerelateerde structuren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Gedurende een periode van koorts kan de spermatogenese onderdrukt worden, hoelang duurt het herstel van de spermatogenese minimaal?

A

10 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke factor bepaalt de kans op een spontane zwangerschap na een geslaagde microchirurgische vaso-vasostomie het meest?

A

aantal jaren verstreken na sterilisatie (<50% als >8 jaar na sterilisatie)
kans spontane zwangerschap <20% als vrouw >35.
is daarnaast ook afhankelijk van operatietechniek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is passend beleid bij een vrouw met PCOS waarbij het niet lukt om zwanger te worden?

A

Bij PCOS (WHO II) denk aan ovulatie-inductie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is passend beleid bij een vrouw >35 bij wie het niet lukt om zwanger te worden?

A

IVF-traject vanwege de hogere leeftijd icm subfertiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

In welk folliculair celtype en via welk hormoon neemt de intracellulaire concentratie van het enzym aromatase toe tijdens de cyclus? Geef daarnaast ook aan welk hormoon hierdoor wordt omgezet door dit enzym.

A

Granulosa cel
Wordt geactiveerd door FSH
maken aromatase
Zet androgenen om in oestradiol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke celtype wordt gestimuleerd door het luteïniserend hormoon (LH) en welk hormoon wordt er vervolgens geproduceerd door dat celtype?

A

Theca cel
gestimuleerd door LH
maken androgenen (testosteron) aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke stelling is waar?
1. De diagnostische betrouwbaarheid voor het voorspellen van een ovulatie met BTC (basale temperatuurcurve) is laag
2. De ovulatie vindt vlak voor de stijging van de lijn in de basale temperatuurcurve plaats

A

Beide zijn waar!
Temperatuurstijging wordt veroorzaakt door de verhoogde progesteronproductie geproduceerd door het corpus luteum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Voor welke diagnose is IVF bewezen effectief gebleken?

A

tuba pathologie.
in vergelijking met IUI-MOH wordt bij IVF de eicel eruit gehaald en in vitro bevrucht, hierdoor hoeft het niet door de tuba.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van het lage testosteron?
overgewicht NIET gebruik van betablokkers
26
Wat is het meest aangewezen onderzoek bij een patient met klachten van erectiestoornissen en verminderd libido?
Colour doppler onderzoek van de penis, kan helpen bij het vaststellen of de erectiesstoornissen een vasculaire oorzaak hebben
27
Welke neurotransmitter is betrokken bij het tot stand komen en weer afzwakken van een erectie (detumescentie)?
adrenaline
28
Welke processen vinden plaats bij het tot stand komen van een erectie?
1. afname van veneuze bloedafvoer in corpus cavernosum 2. relaxatie van gladde spiercellen in corpus cavernosum 3. toename arteriele bloedtoevoer via a.cavernosa NIET de relaxatie van ischiocaverneuze spieren
29
Wat kunnen oorzaken zijn van erectiestoornissen?
1. hypogonadisme 2. depressie 3. arterieel vaatlijden NIET plasbuisoperatie
30
Wanneer moet je denken aan uterus myomatosus? (vleesbomen)
= benigne tumoren van gladde spiercellen in de baarmoeder bij LO: vergrote, onregelmatig gevormde baarmoeder die palpabel is symptomen: hevige menstruaties, pijn, stolselverlies
31
Welke bevindingen passen bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap?
1. tweelagig endometrium 2. vochtcollectie naast de uterus/ vrij vocht in Douglas 3. een positieve zwangerschapstest NIET koorts
32
Wanneer is het gebruik van de combinatiepil gecontra-indiceerd, maar biedt de minipil een uitkomst?
- bij het geven van borstvoeding - migraine met aura - bij ernstige leveraandoening minipil bevat alleen prostageen en geen oestrogeen
33
Waar berust de anticonceptieve werking van de hormoonspiraal en de koperspiraal op?
Hormoonspiraal berust onder andere op een versterkend effect van de barrierefunctie van het cervixslijm. Koperspiraal berust voornamelijk op het verhinderen van de innesteling van een embryo.
34
Wat zijn de onderliggende endocrinologische mechanismen voor verminderde lichamelijke opwindbaarheid bij iemand die borstvoeding geeft?
- door geven van borstvoeding, verhoogd prolactine en dat leidt tot vermindering van androgeen - minder androgeen zorgt voor minder zin en ook verminderde lichamelijke opwindbaarheid - verder is er ook een laag oestrogeen: leidt to atrofie huid vagina en extra vermoeidheid
35
Noem 3 patronen in hormonale veranderingen die voor kunnen komen na de menopauze en wat hun specifieke invloed is.
1. door verlaging androgenen --> minder zin in seks 2. door verlaging oestrogeen, ook verlaging SBHG --> meer bio-available androgenen --> meer zin in seks 3. door verlaging oestrogenen --> overgangsklachten -> indirect minder zin door fysieke klachten
36
Wat is de functie van androgenen en oestrogenen bij seks?
Androgenen zorgen voor: - het koppelen van seksuele betekenis aan lichamelijke prikkels - maakt brein + genitalien klaar voor seks - maken zin in seks en seksuele fantasie mogelijk Oestrogenen zorgen voor: - beinvloeden kwaliteit huid vagina: atrofie -maakt lichaam klaar vooor testosteron - geen invloed lubricatie an sich
37
Wat is bij mannen de meestvoorkomende seksuele dysfunctie?
vroegtijdig orgasme
38
Welke 3 medicijnen kunnen ejaculatiestoornissen als bijwerking hebben?
alfablokkers SSRI GnRH agonist
39
Welke medicijnen kunnen erectiestoornissen als bijwerking hebben?
betablokkers antiarithmica, antipsychotica oxycodon HIV medicatie antiepileptica
40
Welke medicijnen kunnen lubricatieklachten als bijwerking hebben?
anticholinergica
41
Welke medicatie kan de zin in seks verminderen als bijwerking?
GnRH agonist/antagonist statines SSRIs anticonceptiva
42
Wat is de prevalentie van urine incontinentie en prolaps?
Urine incontinentie komt vaker voor dan prolaps, respectievelijk 30-10%
43
Bij welke vrouwen met een epitheliaal ovariumcarcinoom is genetisch onderzoek geindiceerd?
Bij alle vrouwen met een vorm van epitheliaal ovariumcarcinoom
44
Als patienten onderstaande aandoeningen hebben, waar hebben ze dan een vergrote kans op: - BRCA1 mutatie - Lynch syndroom - PCOS
- BRCA1 mutatie vergrote kans op ovariumcarcinoom - Lynch syndroom vergrote kans endometriumcarcinoom (ook ovarium?) - PCOS vergrote kans endometriumcarcinoom
45
Welke dingen uit de anamnese en welke risicofactoren differentieren het best tussen de volgende carcinomen? - ovariumcarcinoom - cervixcarcinoom - endometriumcarcinoom - vulvacarcinoom
- ovariumcarcinoom: ascites, BRCA1 mutatie - cervixcarcinoom: contactbloedingen, HPV - endometriumcarcinoom: postmenopauzaal bloedverlies, nullipariteit - vulvacarcinoom: jeuk, lichen sclerosus
46
Welke behandeling is aangewezen bij een vrouw met uitgezaaide cervixcarcinoom?
palliatieve therapie
47
Welke behandeling is aangewezen bij een patient met cervixcarcinoom van parametria met afwijkende klieren, T2 stadium
alleen chemoradiatie
48
Welke behandeloptie is het meest passend voor de volgende situaties (geef elke keer aan bij patient van 30 met kinderwens en patient van 50) - dysplasie (CIN III) - laagstadium Ia1 - cervixcarcinoom Ib1 (<2 cm) - cervixcarcinoom 1b2 (>2 en <4 cm)
- dysplasie (CIN III) --> LLETZ beide pt - laagstadium Ia1 --> 30: conisatie en 50: simpele hysterectomie - cervixcarcinoom Ib1 (<2 cm) --> 30: trachelectomie en 50: radicale hysterectomie - cervixcarcinoom 1b2 (>2 en <4 cm) --> 30: experimenteel chemo met trachelectomie en 50: radiacale hysterectomie
49
Welke afwijking ligt ten grondslag aan stress incontinentie, en wat zou een operatieve behandeling kunnen zijn?
stress incontinentie wordt veroorzaakt door urethrale hypermobiliteit, behandeling: aanbrengen van mid-urethrale sling
50
Wat zijn risicofactoren voor prolaps?
- vaginale bevalling (zwaar kind >4000g, pariteit) - >BMI, overgewicht - obstructief longlijden, bv. COPD - positieve familie anamnese - roken - zwaar lichamelijk werk - operatie (hysterectomie, eerdere prolaps chirurgie, uterus extirpatie)
51
Welke subtypes hrhPV zijn verantwoordelijk voor het meerendeel van de vormen van baarmoederhalskanker?
16 en 18
52
Wat zijn de 3 meestvoorkomende oorzaken van post coitaal bloedverlies?
- cervicitis veroorzaakt door chlamydia trachomatis - ectropion - cervicale intra-epitheliale neoplasie
53
Welke behandelingen zijn geschikt voor stress incontinentie?
botulinum toxine A injecties (botox) anticholinergica sacrale neuromodulatie NIET TVT-O synthetische tape
54
Wat is de meest voorkomende vorm van urine-incontinentie en waardoor wordt dit veroorzaakt?
stressincontinentie door urethrale hypermobiliteit
55
Welke omschrijvingen passen bij onderstaande celtypen? - spermatocyt - sertolicel - leydigcel - spermatide - spermatogonium
- spermatocyt: ondergaat meiose - sertolicel: produceert inhibine (remmend effect testosteron), begeleidt rijping zaadcellen - leydigcel: bevindt zich in het interstitium, produceert testosteron - spermatide: post-meiotisch zonder flagel - spermatogonium: stamcel van spermatogenese
56
Wat zijn humane embryonale stamcellen?
zijn pluripotent
57
Wat is de anticonceptieve werking van de progestin only pill (POP, de minipil)?
- berust voornamelijk op het onderdrukken van de gonadotrofinen (LH/FSH) ontoegankelijk lijm in cervix uteri minder op onderdrukking van ovulatie verhinderen innesteling embryo
58
Wat is de anticonceptieve werking van de prikpil?
= voorraad progesteron aanleggen - vrijwel volledige onderdrukking ovulaties - beperkte mate onderdrukking follikelontwikkeling
59
Wat is de anticonceptieve werking van de orale anticonceptiepil?
- onderdrukken follikelontwikkeling en ovulatie (onderdrukken LH door prostagene component) - onderdrukken FSH stijging door oestrogene component - transformatie endometrium (P) - veranderingen cervicaal slijmproductie (P) - beinvloeding tubamotoriek-/peritaltiek (P)
60
Wat zijn de werkingsmechanismen van de combinatiepil?
- vorming van LH en FSH wordt geremd - opbouw endometrium verandert - samenstelling cervixslijm verandert NIET receptoren van oestrogenen geblokkeerd
61
Bij welke vormen van aniconceptie wordt de ovulatie niet beinvloedt?
- koperspiraal - fishie clips (permanente sterilisatiemethode vrouw)
62
Welke weken zijn het meest risicovol bij het vergeten van de pil?
weken 1 en 3 omdat dan de pilvrije periode toeneemt (in geval van stopweek) uitgangspunt: 7-dagen regel - tenminste 7 dagen achtereen onderdrukking nodig - verlengt pilvrije periode >7 dagen, verminderde betrouwbaarheid - interval 2 pillen <36 uur = geen aanvullende maatregelen
63
Wanneer kan je welke noodanticonceptie gebruiken?
- levonorgetrel (synthetisch P) --> onderdrukking LH-piek, gebruiken tot max. 3 dagen na onbeschermde coitus - uliprital (progesteron receptor modulator) --> onderdrukking LH piek + beinvloeding endometrium, gebruiken tot max. 5 dagen - koperspiraal --> beinvloeding endometriu,, gebruiken tot max. 5 dagen, meest effectieve methode
64
Wat is het belangrijkste uitgangpunt van het incentive motivation model? Welke voorwaarden heeft dit model?
Uitgangspunt: je hebt zin omdat je seks hebt (zin in seks als er seksuele prikkels zijn) voorwaarden: 1. intact seksueel systeem 2. stimuli met seksuele betekenis 3. geschikte omstandigheden
65
Hoeveel procent van de zwangere vrouwen in NL is een 'zeer kwetsbare zwangere'?
0,5-1%
66
Wat is de kans dat een kind van depressieve ouders gedurende de kindertijd (voor het 18e levensjaar) depressie ontwikkelt?
40%
67
Wat zijn risicofactoren voor een diep-veneuze trombose bij een pas bevallen vrouw op haar kraambed?
- overgewicht - hoge leeftijd van de moeder - immobiliteit NIET diabetes gravidarum
68
Welk percentage van ovariumcarcinomen heeft een erfelijke oorzaak?
10%
69
Wat is de gouden standaard voor het stellen van de diagnose endometriose?
laparoscopie
70
Welke bevindingen zijn essentieel voor de diagnose pre-eclamsie?
Hypertensie gepaard met een of meerdere van volgende opties: - proteinurie - afwijkingen in bloedbeeld (nier, lever, etc.) - neurologische schade - groeivertraging van de foetus
71
Wat zijn risicofactoren voor pre-eclampsie?
- primipariteit: eerste kind - oudere leeftijd - eiceldonatie: meer lichaamsvreemd HLA NIET zwanger van donorsemen
72
Wat is de rol van gap junctions tussen granulosa cellen en de eicel bij het opheffen van de meiose I blokkade?
Door het VERDWIJNEN van de gap junctions gaat cAMP in de oocyten OMLAAG.
73
Van welke zenuw takken de sensibele zenuwtakken af, die de glans clitoridis innerveren?
de n. pudendus
74
Wat ontstaat er uit de buis van Muller en de gangen van Wolff?
Buis van Müller: eileiders, uterus, vagina Gangen van Wolff: zaadleider, epididymis, vesicula seminalis
75
Welke parameters maken deel uit van het Hunault predictiemodel?
- leeftijd vrouw - duur subfertiliteit - eerdere zwangerschap (primair of secundair subfertiel) - motiliteit spermacellen - verwijzing huisarts of specialist?
76
Wanneer moet je denken aan een uterus myomatosus?
Bij een cyclische stoornis met menorragie (niet alleen veel bloedverlies, ook lange duur menstruatie) --> denk oorzaak uterus zelf, niet per se hormonaal. - obesitas - harde, onregelmatige zwelling onderbuik - kans neemt toe in vruchtbare periode
77
Wat is het dual process model of grief en wat zijn de rouwtaken van William Worden?
Dual process model: switchen tussen - Verliesgerichte coping (loss orientation): bezig zijn met het verdriet en de pijn van het verlies. - Herstelgerichte coping (restoration orientation): je aanpassen aan het leven zonder de overledene, zoals nieuwe rollen oppakken of veranderingen in het dagelijkse leven maken. Rouwtaken van William Worden, zonder vaste volgorde uitvoeren van: 1. Onder ogen zien dat het verlies echt is. 2. De pijn van het verlies voelen en ervaren. 3. Je aanpassen aan een leven zonder de overledene. 4. De band met de overledene op een nieuwe manier behouden, terwijl je verder gaat met je eigen leven.
78
Wat is minderhedenstress?
= ontstaat waneeer mensen onderdeel zijn van een gestigmatiseerde minderheidsgroep (zoals LGBTQ+). Stress of spanningen omdat je anders bent. - angst voor negatieve reacties en negatieve reacties zelf, maar ook verminderde zelfacceptatie - vooral jongeren, biseksuelen en lesbische vrouwen verhoogde kans
79
Hoe wordt endometriumcarcinoom gediagnosticeerd?
klachten: onregelmatige cyclus, echo: onregelmatig opgebouwd endometrium met polycysteuze adnexa, onregelmatig bloedverlies Diagnose: echo en het verkrijgen van weefsel via biopsie me flexibel buisje (pipelle), hysteroscopische biospie of curettage
80
Wat zijn risicofactoren voor stress incontinentie?
- HNP - jonger Vaak veroorzaakt door hypermobiele urethra of ISD Behandeling: bekkenbodem fysiotherapie of operatie om urethrale hypermobiliteit op te heffen dmv een mid-urethrale sling
81
Wat zijn risicofactoren voor urge incontinentie?
- echt aandrang - ouder (postmenopauzaal) Vaak veroorzaakt door detrusoroveractiviteit Behandeling: bekkenbodem fysiotherapie, botox injecties, anticholinergica, sacrale neuromodulatie
82
Wat wordt beoordeeld dmv POP-Q stadia?
de mate van prolaps. stadium 0 = geen prolaps, de rest bepaalt door distale punt prolaps <1 of > 1 cm boven of beneden het hymen
83
Wat zijn mogelijke complicaties voor het gebruiken van NSAIDs tijdens de zwangerschap?
bloedingen, doofheid bij foetus, weeen remming
84
Hoe kan je poliep, myoom, stollingsstoornis en adenomyosis (binnenkant baarmoeder) onderscheiden?
Poliep: meestal intermenstrueel bloedverlies of spotting, niet per se HMB (hevig menstrueel bloedverlies)). Postmenopauzaal bloedverlies of onregelmatig bloedverlies Myoom: HMB, latere leeftijd, vergrote uterus, pijn/druk op blaas of darmen Stollingsstoornis: dymenorroe (pijnlijke menstruatie) en HMB, fluxus postpartum, symptomen sinds menarche, geen structurele afwijkingen uterus Adenomyosis: vrouwen >35 jaar, HMB en dysmenorroe, vergrote uterus op echo
85
In welk FIGO stadium wordt een ovariumcarcinoom meestal ontdekt?
FIGO III
86
Welke weefsels dragen bij tot de vorming van het diafragma?
pleuroperitoneale membraan, septum transversum, dorsaal mesenterium van de oesophagus NIET pericard
87
Wat is het effect van histon modificaties (bv. methylering, acetylering en ubiquitylering) op DNA?
histon modificaties hebben: - effect op genregulatie - effect op compactie van chromatine - zijn anders in een promotor van een actief gen dan in het coderende deel van een gen leiden NIET tot een toename van genexpressie
88
Wat is het verschil tussen een complete en partiele molazwangerschap?
een complete molazwangerschap is DIPLOID en bevat ALLEEN PATERNALE chromosomen. een partiele molazwangerschap is TRIPLOID en bevat ZOWEL MATERNALE ALS PATERNALE CHROMOSOMEN. (molazwangerschap is bijzondere vorm van miskraam waarbij de placentavlokken zijn gezwollen tot een gezwel van kleine blaasjes (cysten), HCG-serum is sterk verhoogd)
89
Welk middel is het meest schadelijk voor de foetale ontwikkeling?
alcohol
90
Welke antistoffen kunnen een foetale tachycardie veroorzaken?
TSH-receptor antistoffen (bv. bij ziekte van Graves --> foetale hyperthyreoidie) NIET TPO-antistoffen (zijn vooral marker auto-immuun aandoeningen)
91