TT vragen 3A2 Flashcards
(82 cards)
1
Q
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij een pasgeboren neonaat met lage O2 saturatie en kreunen?
A
wetlung
2
Q
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij de volgende klachten:
- prematuur
- voedingsretentie
- opvallend bolle buik met uitgesproken vene-tekening
- matig gecirculeerd en stopt af en toe met ademen
A
Necrotiserende enterocolitis (NEC)
3
Q
Welke problemen komen vaker voor bij een prematuur geboren kind dan bij een a terme geboren kind?
A
necrotiserende enterocolitis, intraventriculaire bloeding en chorio-amniotis
NIET meconiumaspiratiesyndroom
4
Q
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij de volgende klachten:
- a terme baby van 1 dag oud
- lage O2 saturatie en kreunen
- sterk meconiumhoudend vruchtwater
A
PPHN (persisterende pulmonale hypertensie van de neonaaat)
4
Q
Wat zijn 3 kenmerken van foetale nood?
A
- meconiumhoudend vruchtwater
- persisterende bradycardie bij neonaat
- persisterende tachycardie bij neonaat
5
Q
Wat is aangewezen onderzoek bij necrotiserende enterocolitis (NEC)?
A
buikoverzichtsfoto
6
Q
Wat zijn de transplacentaire en opstijgende via vagina intra-uteriene infecties?
A
Transplacentair: listeria monocytogenes, toxoplasmose, CMV
opstijgend via vagina: groep B streptococcen (meest voorkomend), E. coli, Herpes simplex
7
Q
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij de volgende klachten:
- typische huiduitslag: paarse vlekjes
- hypotoon, microcephalie
- lab: trombocytopenie, anemie en verhoogde leverenzymen
- icerus
A
congenitale CMV-infectie
8
Q
Welke 2 bacterien geven het meest frequent een chorioamnionitis?
A
groep B streptococcen en listeria monocytogenes
9
Q
Wat zijn risicofactoren voor een groep B streptococcen infectie?
A
- vroeggeboorte (<37 weken)
- infectietekenen moeder
- langer dan 24 uur gebroken vliezen
- eerder kind met GBS-ziekte
- GBS kolonisatie moeder
10
Q
Welke 2 verwekkers kunnen neonatale conjunctivitis geven?
A
chlamydia en gonorrhoeae
11
Q
Welke virale verwekkers infecteren de pasgeborene via verticale transmissie?
A
CMV, parvoB19, HIV
NIET herpes simplex
12
Q
Wat zijn mogelijke oorzaken van hydrops foetalis?
A
- bloedgroep incompatibiliteit (Rh-factor)
- hemolytische anemie
- erfelijke stofwisselingziekte
- erfelijke hartziekten/cardiomyopathie
- chromosoomafwijkingen
13
Q
Welke ontstekingen kunnen perinataal worden veroorzaakt door alfa hemolytische streptococcen
A
- chorionitis
- amnionitis
- funisitis (navelstrengontsteking)
14
Q
Waardoor ontstaat in het algemeen een chorioamnionitis
A
opstijgende infectie
15
Q
Welke stof zorgt voor het openhouden en sluiten van de ductus arteriosus?
A
openhouden: prostaglandine (als dit niet genoeg werkt, dan een Rashkind atrioseptostomie)
sluiten: zuurstof
16
Q
Wat is de meest geschikte toedieningsvorm voor 10 dagen oude zoon en voor 4 maanden?
A
10 dagen - zetpil
4 maanden - drankje
17
Q
Welke fysiologische veranderingen vinden er plaats van neonaat tot kind van 1 jaar die van invloed zijn op absorptie van oraal ingenomen geneesmiddelen?
A
- zuurgraad pH neemt af met toenamen leeftijd
- enzymactiviteit neemt toe
- darmperistaltiek neemt toe en daarmee de passagesnelheid
- neonaten kleiner first-pass effect (afbraak deel geneesmiddel bij eerste passage van lever)
18
Q
Wat kunnen oorzaken zijn van een primaire groeistoornis met een te kleine lengte groei?
A
- verstoorde regulatie epifysairschijf
- Turner syndroom
- Prader-Willi syndroom
- Silver-Russel syndroom
- skeletdysplasieen (achondroplasie, SHOX halpoinsufficientie)
19
Q
Welk onderzoeken voer je uit bij diagnostisch laboratoriumonderzoek bij een kind met afbuigende lengtegroei?
A
- bezinking en volledig bloedbeeld
- coeliakie screening (IgA anti-tissue transglutaminase)
- vrij T4, TSH
- insulin-like growth factor (IGF-I)
- faeces calprotectine
- kreatine
- SNP-array ter uitsluiting van Turner-syndroom
NIET groeihormoon stimulatietest
20
Q
Wat kunnen oorzaken zijn van een secundaire groeistoornis met een te kleine lengte groei?
A
Endocriene stoornis
- te weinig GH, hypothyreoidie
- overmaat cortisol
- pubertas praecox (geen geslachtshormonen)
Chronische ziekte orgaansystemen
- hart, nier- darmziekten
- metabole stoornissen (coeliakie)
Iatrogeen
- glucocorticoiden
- straling, chemo
21
Q
Tot welke chromosoomafwijkingen behoort het Klinefelter syndroom?
A
- geslachtschromosomale
- numerieke
- aneuploidieen (the occurence of one or more extra chromosomes)
22
Q
Uit welke trias bestaat de Pierre Robin sequentie?
A
- mandibula hypoplasie/ micrognatie
- glossoptosis
- ademhalingsproblemen (OSAS)
hebben ook vaak een U-vormig schisis, maar behoort niet tot trias
23
Q
Wat zijn de typische bevindingen bij auscultatie bij een patient met een atriumseptumdefect type II?
A
- systolisch ejectiegeruis
- best hoorbaar po 2e intercostaal ruimte links
- eventueel gefixeerd gespleten 2e toon
24
Welke 7 vragen worden gesteld bij de invoering van vaccinaties?
1. Gaat het om een ziekte die ernstig is voor individuen en die een omvangrijke groep treft?
2. Aanmerkelijke reductie van de ziektelast?
3. Doen eventuele bijwerkingen afbreuk aan de te behalen gezondheidswinst?
4. Last van afzonderlijke vaccinatie in verhouding tot de te behalen gezondheidswinst?
5. Last van totale vaccinatieprogramma inclusief deze vaccinatie in verhouding tot de te behalen gezondheidswinst?
6. Goede verhouding kosten en gezondheidswinst tov andere mogelijkheden?
7. Wordt er een urgent volksgezondheidsbelang gediend?
NIET of het vaccin gemakkelijk leverbaar is
25
Wat is er aan de hand bij een patient met fenylketonurie (PKU)?
- doordat fenylalanine niet kan worden afgebroken, ontstaan er fenylketonen die schadelijk zijn voor de hersenen
- door gebrek ook aan tyrosine, ontstaan er neurologische symptomen zoals verstandelijke beperking, epilepsie, microcefalie en achteruitgang
- andere kenmerken zijn blond haar en hypopigmentatie
- er wordt voor gescreend bij de hielprik
- behandeling: fenylalanine-arm dieet (strikt eiwit beperkt) en tyrosine suppletie
26
Wat is het aangewezen beleid als er bij een baby van paar weken 1 testis niet palpabel is in het lieskanaal of scrotum?
echo abdomen/lieskanaal
27
Wat zijn de verschillen tussen vasculaire tumoren en vasculaire malformaties?
Vasculaire tumoren
- wild groei aan vaatjes, niet afwijkend wel veel
90% zijn hemangiomen
- na geboorte ontstaan
- snelle groei --> plateau --> spontane regressie
- m:v = 1:3
- benigne, borderline of maligne (deze kan maligne ontaarden)
- kan in de lever voorkomen
NIET ontstaat meestal op leeftijd 1-2 jaar
Vasculaire malformaties
- vaten verkeerd aangelegd, ontwikkelingsstoornis
- aanwezig bij geboorte
- proportionele groei, geen spontane regressie, groeit mee met kind
- m:v = 1:1
- capillaire, lymfatische, veneuze en arterioveneuze malformaties
28
Welke hartafwijkingen zijn met Down syndroom geassocieerd?
AVSD
VSD
mitralisklep prolaps
NIET coarctatio aortae
29
Welke complicaties zijn met het syndroom van Down geassocieerd en kunnen in de eerste dagen opspelen?
morbus Hirschsprung
meconiumplug
gastro-esophageale reflux
30
Wat is de meest voorkomende pathologische oorzaak van een antenatale hydronefrose?
subpelvine stenose
31
Welke receptor is belangrijk voor de motorische innervatie van de detrusor spier?
Is dus verantwoordelijk voor de initiatie van de blaascontractie?
de muscarinerge receptor
32
Wat zijn belangrijke verschillen tussen het PBLS protocol tov het BLS protocol bij volwassenen?
- luchtweg openen middels neutral position ipv sniffing position (baby's <1 jaar)
- 5 initiele beademingen bij kinderen
- 15:2 ratio voor compressies ipv 30
- bij baby's <1 jaar wordt de twee-duimen-omcirkel-techniek gebruikt
33
Welke hormonen zijn noodzakelijk bij de mannelijke differentiatie van het inwendige en uitwendige genitaal en wat is hun doelwit structuur?
testosteron - gang van Wolff
AMH - gang van Muller
FGF9 - testis
dihydrotestosteron - penis
34
Waarom hebben kinderen vaker last van aandoeningen aan het respiratoire systeem dan volwassenen?
- m.n. neusademhaling door grote tong
- kleine diameter luchtwegen --> hogere ademweerstand
- bronchus wand structuur bestaat uit meer kraakbeen, meer premature cilia en minder glad spierweefsel -->meer incidentie van occlusie en minder sputum mobilisatie
- er is een kleiner lucht/weefsel oppervlak: minder en onrijpe alveoli, kleiner oppervlak en luchtwegen en minder werkzame alveoli
- ribben bevatten meer kraakbeen en zijn horizontaal gepositioneerd
- het diafragma is ook meer horizontaal gepositioneerd en bestaat uit minder type 1 vezels
35
Wat zijn contra-indicaties voor het geven van borstvoeding?
- borstlaesies: TBC, varicella, HSV
- haemorrhagische koortsen: Marburg en ebola
- HIV met viral load
- enkele psychofarmaca (bv. lithium) en antidepressiva
- alcoholgebruik
- harddrugs en hoge dosis methadon
NIET gangbare virale infecties, HIV bij lage viral load en COVID-19
36
Welke interventies pas je toe bij een HIV-positieve zwangere?
- moeder antivirale medicatie laten gebruiken
- geen borstvoeding laten geven (tot lage viral load)
- baby antivirale medicatie geven als deze geboren is
37
Wat is de TEN-4-FACES beslisregel bij kindermishandeling?
TEN: Torso-Ears-Neck
jonger dan 4 maanden
FACES: frenulum, angle of jaw, cheeks, eyelids, subconjunctiva
p: patterned bruising
38
Wat zijn de 5 stappen van de meldcode kindermishandeling/huiselijk geweld
stap 1: uitbreiden anamnese/sociale anamnese
stap 2: anoniem verplicht overleg met collega en veilig thuis
stap 3: gesprek met ouders
stap 4: kan ik zelf hulp regelen?
stap 5: afwegingskader, sprake van acute of structurele onveiligheid.
Beleid: melden bij veilig thuis, opname om veiligheid te garanderen, denk aan broertjes/zusjes
39
Welk probleem komt vaker voor bij een keizersnede geboren baby dan vaginaal?
TTN (transient tachypnoea of the newborn)
40
Welk probleem komt vaker voor bij een serotien (na 41 weken) geboren kind dan normaal?
meconiumaspiratiesyndroom
41
Wat betekene deze begrippen bij het beschrijven van afwijkingen:
- malformatie
- disruptie
- deformatie
- dysplasie?
- malformatie: vanaf het begin afwijkende structuur
(bv. schisis, split hand, polydactylie)
- disruptie: aanvankelijk normaal door extrinsieke factor afwijkend, geen spontane correctie mogelijk (bv. hersenbloeding in utero, hierdoor inzakking schedeldak)
- deformatie: aanvankelijk normaal door externe mechanische kracht afwijkend, wel spontane correctie mogelijk (bv. insnoeringen boom, deuk ribbenkast door knel in baarmoeder)
- dysplasie: abnormale organisatie van cellen naar weefsels, weefseltype aangedaan, uit zich in meerdere orgaansystemen (bv. osteogenesis imperfecta = botten breken snel of aardappel met afwijkend weefseltype)
42
Wat voor genetische afwijkingen kunnen met een SNP-array opgespoord worden?
Met een array onderzoek kunnen microdeleties (en duplicaties) opgespoord worden
43
Wat voor genetische afwijkingen kunnen met een whole exome sequencing opgespoord worden?
Er kunnen sequentievarianten opgespoord worden
44
Met welk onderzoek kan je het beste chromosomdeleties opsporen?
SNP-array of karyotypering
45
Welke naad is het probleem bij onderstaande schedelafwijkingen:
- trigonocephalie
- scaphocelie
- brachycephalie
- plagiocephalie
trigonocephalie: punthoofd met driehoeksvorm, sluiten metopicanaad
scaphocelie: bootvormig: lang en smal, sluiten sagittaalnaad
brachycephalie: brede schedel met kort en breed voorhoofd, sluiten beide coronanaden
plagiocephalie: scheef hoofd, te vroege sluiting 1 coronanaad of 1 lamboidnaad of positionele door houding
46
Bij een fysiologische splijting van de 2e harttoon, wat hoor je bij ausculatatie?
2e harttoon is wisselend gespleten
47
Welke afwijking wordt gerekend tot de aangeboren hartafwijkingen met obstructie?
supravalvulaire aortastenosen
NIET totaal abnormale longvenestenose
48
Welke aangeboren hartafwijkingen gaan gepaard met verhoogde longdoorbloeding?
- atrioventriculair septumdefect
- open ductus Botalli
- ventrikelseptumdefect
49
Welke aangeboren hartafwijkingen gaan NIET gepaard met verhoogde longdoorbloeding?
- transpositie van de grote vaten
- pulmonalis stenose
50
Waar duidt een systolische souffle het meest waarschijnlijk op?
ventrikelseptumdefect (systolisch is tussen S1 en S2 in)
51
Welke 4 afwijkingen komen voor bij de tetralogie van Fallot?
- ventrikelseptumdefect (VSD)
- vernauwde longslagader
- overrijdende aorta: aorta is aangesloten op linker-en rechterkamer
- rechterventrikelatrofie: door vernauwde longslagader moet er meer druk worden gezet
52
Bij klachten van decompensatio cordis, aan welke aangeboren afwijkingen moet je dan denken?
- afwijkingen links/rechts shunt door grote longdoorbloeding, bv. ventrikelseptumdefect
- afwijkingen uitstroom: belemmerde output, bv. aorta stenose
53
Bij klachten van cyanose, aan welke aangeboren afwijkingen moet je dan denken?
- te weinig longdoorbloeding, bv. door pulmonalisstenose, hypoplastische RV of tricuspidalisatresie (geen tricuspidalisklep)
- intracardiale inmenging: bv. transpositie grote vaten, tricuspidalis atresie
54
Welke radiologische onderzoeken zet je in om de volgende ziektebeelden te diagnosticeren:
- necrotiserende enterocolitis
- malrotatie en volvulus
- pylorushypertrofie
- invaginatie
-appendicitis
- NEC: RX-BOZ
- malrotatie en volvulus: passagefoto (contrast via maagsonde daarna foto)
- invaginatie: echo
- appendicitis: echo, als inclusief MRI
55
Wat is de aangewezen behandeling bij een malrotatie en volvulus?
Acute laparotomie (derotatie dunne darm als volvulus aanwezig, klieven
laddse banden en verbreden mesenterium (Laddse procedure))
56
Welke radiologische afwijkingen doen zich voor bij een NEC?
- Gedilateerde darmlissen
- Pneumatosis intestinalis (lucht in de wand vd darmen)
- Pneumoportogram
- Vrije (intraperitoneale) lucht
- Darmwandverdikking
57
Wanneer mag een oorschelp omschreven worden als een 'laagstaand oor'?
De bovenste helixrand staat lager dan de door de buitenste ooghoek welke haaks staat op de lijn tussen voorhoofd en kin
58
Wat zijn verschillen en overeenkomsten tussen een hypertelorisme en een telecanthus?
Overeenkomsten:
- verbrede neusbrug, vergrote intercanthal distance (ICD)
- geen scheelzien, alhoewel dat bij telecanthus wel zo kan lijken
Verschillen:
- hypertelorisme verplaatsen de buitenste ooghoeken naar buiten, grotere OCD, bij telecanthus niet
- bij telecanthus verkorte oogspleten, bij hypertelorisme niet
- telecanthus binnenste oogwit verminderd/lijkt scheel, hypertelorisme niet
59
Bij welke chromosoomafwijkingen is een biologisch eigen kind mogelijk?
47, XXX
47, XXY
47, XYY
NIET 45,X
60
Wat is een reden om de HPV vaccinatie voor jongens in te voeren?
- de vaccinatiegraad voor HPV meisjes is nu te laag
- jongens kunnen HPV overdragen aan anderen
- jongens kunnen een HPV gerelateerde kanker krijgen
NIET HPV veel voorkomt in de bevolking en dat je van mening bent dat moeder haar zoon moet laten vaccineren
61
Welke belangrijkste complicatie van een hyperbilirubinemie wil je voorkomen met het starten van fototherapie?
kernicterus
62
Welke aangeboren afwijkingen zijn, wanneer deze solitair voorkomen, vaak onschuldig?
3e tepel
epicanthusplooi
cutane postaxiale polydactylie
63
Bij welke aangeboren afwijkingen is er een indicatie om vervolgonderzoek te doen ivm eventueel onderliggend syndroom?
omphalocele
ossale postaxiale polydactylie
64
Wat is de ICD, OCD, IPD en PFL (palpebral fissure length = ooglengte) bij telecanthus en hypertelorisme
Telecanthus:
- ICD vergroot
- OCD normaal
- IPD normaal
- PFL verkort
Hypertelorisme:
- ICD vergroot
- OCD vergroot
- IPD vergroot
- PFL normaal
65
Welke complicaties worden voornamelijk na meconiumaspiratiesyndroom gezien?
- pulmonale hypertensie
- pneumothorax
- respiratoire insufficientie
66
Wat is de AGPAR score?
Appearance: pink (2), extremities blue (1), pale or blue (0)
Pulse: >100 (2), <100 (1), no pulse (0)
Grimace: cries and pulls away (2), grimaces or weak cry (1), no response to stimulation (0)
Activity: active movement (2), arms, legs flexed (1), no movement (0)
Respiration: strong cry (2), slow, irregular (1), no breathing (0)
67
Welke aandoeningen geven groeivertraging?
chronische nierinsufficientie
chronische darmontsteking
coeliakie
chronische anemie
astma
NIET leukemie
68
Wat is de volgorde van meest naar minst krachtige corticosteroiden? (dexamethason, hydrocortison en prednison)
dexamethason > prednison > hydrocortison
69
Welke 2 hormonen zijn betrokken in het lactatieproces, waar worden ze gemaakt en wat is hun effect?
1. prolactine (komt vrij door prikkeling tepel)
- gemaakt door hypofyse voorkwab
- melkproductie neemt toe
2. oxytocine (komt vrij bij zien/horen/voelen kind)
- gemaakt door hypofyse achterkwab
- toeschietreflex
70
Wat wordt er bedoeld met het principe: 'differential susceptibility' in het kader van ontwikkelingspsychologie?
een extra gevoeligheid van sommige kinderen voor zowel positieve als negatieve omgevingsinvloeden
71
Welke spieren ontstaan uit de myotomen van de 2e kieuwboog en door welke motorische zenuw worden deze spieren geinnerveerd?
mimische spieren ginnerveerd door de n. facialis
72
Wat is waar over de BMR vaccinatie?
Na het zelf doormaken van mazelen werkt het immuunsysteem tijdelijk minder.
Bijwerkingen door de BMR vaccinatie kunnen lijken op een lichte versie van de ziekten waartegen gevaccineerd is
73
In welk celorganel vindt in belangrijke mate de afbraak van complexe suikers plaats?
Lysosoom
74
Welke 2 stoffen zijn bij >90% van de patienten aanwezig in de urine in geval van een neuroblastoom?
HVA (homovanillinezuur) en VMA (vanyl mandelic acid)
75
Welke cellen in de neurale buis maken Sonic hedgehog (Shh)
cellen van de 'bodemplaat' (floor plate)
76
Welke hartafwijkingen zijn met Down geassocieerd?
VSD, AVSD, mitralisklep prolaps
Het minst: coarcatio aortae
77
Vanaf welke leeftijd moet een kind met een normale ontwikkeling oogcontact maken?
2 maanden (vanaf ongeveer 6 weken)
78
Op welke aandachtspunten moet de anesthesist in het bijzonder opletten bij een kind met syndroom van Down?
CWK-insatbiliteit
nauwe luchwegen
verhoogde cardiovasculaire risico's
hoge luchtwegobstructie
lage luchtwegproblematiek
aspiratie
NIET schildklierproblematiek
79
Kinderen met Down syndroom hebben vaak recidiverende luchtweginfecties, wat kunnen complicaties daarvan zijn?
gehoorverlies
matige groei
vertraagde spraak-taalontwikkeling
OSAS
pulmonale hypertensie
80
Welke bewegingsapparaat gerelateerde afwijking is of welke afwijkingen zijn geassocieerd met het syndroom van Down?
atlanto-axiale instabiliteit: C1-C2 immobiliteit met myelumcompressie
heup- en patella luxatie
scoliose
artritis
pes planes (platvoeten)
81
