Tussentaal Flashcards
(21 cards)
Wat is tussentaal?
Is de informele omgangstaal in Vlaanderen. Dit taalgebruik hangt tss ST en dialect.
Met wat is tussentaal aangevuld?
- franse leenwoorden
- gallicismen ( franse zinsopbouw met nederlandse woorden)
- purismen ( overdreven “zuivere” Nederlandse woorden -> buitenlandse invloeden vermijden)
- ouderwetse vormen
Wat zijn de tussentaalkenmerken (op lexicologisch vlak)?
- gebruiken van leenwoorden uit andere talen
bv. chance -> kans - gebruik van dialectwoorden
bv. plezant, vent, goesting - ge en gij -> je en jij
bv. ‘ge zijt te laat’
Wat zijn de tussentaalkenmerken (op fonetisch vlak)?
- deletie eind -t
bv. nie -> niet - h-deletie voor klinker
bv. elemaal -> helemaal - assimilatie van d -> t wanneer er een d volgt op een t
bv. uitoen (uitdoen) - verkorting in uitspraak
bv. k’ga -> ik ga
t’is -> het is
Wat zijn de tussentaalkenmerken (op morfologisch vlak)?
- meer flexie: lw en bw verbuigen
bv. nen dikken tak - afwijkende vervoegingen v werkwoorden
bv. ge zijt -> je bent - gebruik v dialectvormen voor meervoud/verkleinwoorden
bv. huisen -> huizen
boekie -> boekje
Wat zijn de tussentaalkenmerken (op syntactisch vlak)?
- dubbele ontkenning
bv. ik heb nergens geen zin in - een extra dat na voegwoorden en vraagwoorden, verdubbelen of verdriedubbelen onderwerp
bv. ‘ik weet nie oe dat zij em eeft leren kennen.’
‘da da ni ga lukken.’
Waarom spreken we tussentaal? (3)
1) toegenomen transregionale contacten
2) taalonzekerheid
3) informalisering
Wat is toegenomen transregionale contacten?
- TTC nemen toe -> nood aan omgangstaal die ze over verschillende regio’s konden gebruiken
=> iedereen kon deze taal spreken en verstaan
=> GEEN PROBLEMEN ZOALS BIJ DIALECTEN
Wat vonden veel Vlamingen moeilijk bij het spreken van ST?
hun eigen identiteit te laten doorklinken
Wat is taalonzekerheid?
- In ST voelen veel Vlamingen hun ongemakkelijk -> gebaseerd op N-Nederlands (=vreemde taal + streng correctiebeleid)
- In TT -> veel comfortabeler
=> groter zelfbewustzijn (door toename welvaart & scholingsgraad) -> TT floreert
Wat is informalisering?
- In contrast met strikt geregelde omgangsvormen
=> leidde tot een toename v/h gebruik v. TT in media en onderwijs
Wat is een polemiek?
Een schriftelijke discussie waarbij 2 of meer auteurs elkaar fel bekritiseren -> vaak in pennenstrijd door strek verschillende meningen.
Met wat worden dialecten vaak geassocieerd? (3)
- geborgenheid
- authenticiteit
- volksheid
Met wat worden ST vaak geassocieerd? (3)
- eenheid
- beschaving
- vooruitgang
Met wat worden TT vaak geassocieerd? (1)
- vaak ‘belager van de zuiverheid’
Welke benamingen heeft TT?
- Verkavelingsvlaams
- Joetervlaams
- kromtaal
- wangedrocht
- hamburgertaal
(= negatieve connotaties)
=> MAAR IS OOK EEN VB VAN CODE-SWITCHING
Is TT nieuw?
NEE, het is niet nieuw maar de intentie is wel veranderd
-> niet langer poging tot ST maar TT = moedertaal
Wat is assimilatie?
Gehele of gedeeltelijke gelijkwording v/e medeklinker met een andere medeklinker.
Wat is deletie?
Weglating van klanken of lettergrepen bv. eind -t
Wat is dubbele ontkenning?
= dubbele negatie ( 2x ontkennen in een zin)
Wat is flexie?
De vervoeging van werkwoorden en de verbuiging van andere woordklassen (zn, bn, lw, vw)