TV290 groendak Flashcards

(38 cards)

1
Q

belasting daktuin

A

> 400kg/m²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

belasting lichte daktuin

A

100-400kg/m²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

begroend dak belasting

A

30-100kg/m²

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een eenlaags groendaksysteem?

A

Een systeem waarbij de vegetatie rechtstreeks in een substraatlaag geplant wordt die direct op de afdichting ligt. Dit wordt afgeraden wegens risico op problemen zoals slechte waterafvoer en dichtslibbende afvoerbuizen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de nadelen van een eenlaags groendaksysteem?

A

Gebrekkige waterafvoer, dichtslibben van tapbuizen en een verhoogd risico op schade aan de afdichting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Gebrekkige waterafvoer, dichtslibben van tapbuizen en een verhoogd risico op schade aan de afdichting.

A

Een systeem met een substraat en een draineerlaag, gescheiden door een filterlaag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat een drielaags groendaksysteem?

A

Uit een substraat, draineerlaag én een waterreservoir dat water levert aan de planten tijdens droge periodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het voordeel van een drielaags groendaksysteem?

A

Het geïntegreerde waterreservoir helpt de vegetatie in stand houden tijdens droge periodes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke voordelen bieden groendaken voor de levenskwaliteit?

A

Ze zorgen voor een esthetisch aangename omgeving, verbeteren de luchtkwaliteit, houden luchtvochtigheid op peil en zorgen voor een aangenamere temperatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het effect van groendaken op de biodiversiteit?

A

Ze ondersteunen de instandhouding van fauna en flora door rust- en doorgangszones te creëren in verstedelijkte gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welk concept beschrijft de onderlinge afhankelijkheid van dier- en plantensoorten?

A

Biodiversiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe beïnvloeden groendaken de waterafvoer?

A

Ze verminderen de totale hoeveelheid afgevoerd regenwater en verlagen het piekdebiet tijdens stortbuien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welk piekdebiet werd gemeten bij een naakt dak tegenover een intensief groendak van 20 cm tijdens een hevig onweer?

A

0,84 l/min.m² voor het naakte dak tegenover 0,22 l/min.m² voor het intensieve groendak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een bijkomend voordeel van het vertraagd afvoeren van water door groendaken?

A

Het vermindert de belasting van het rioleringsnet en helpt overstromingen te voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem enkele aandachtspunten bij groendaken.

A

Brandveiligheid, extra belasting op de draagstructuur, nood aan intensief onderhoud, doordachte vegetatiekeuze en zorgvuldige installatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is nodig als men opgevangen regenwater wil gebruiken voor toiletspoeling, wassen of schoonmaken?

A

Een actieve-koolstoffilter om de kleur te corrigeren en organische vervuiling te beperken.

17
Q

Wat bepaalt vooral de akoestische isolatie bij een massa-veer-massasysteem zoals een groendak?

A

De ontkoppeling tussen het plantendek en de draagstructuur, niet enkel de massa van de constructie.

18
Q

Hoe kan men contactgeluiden door regeninslag op een dak verminderen?

A

Door een soepel plantendek aan te brengen dat het contactgeluid efficiënt dempt.

19
Q

Wat is een massa-veer-massasysteem?

A

Een geluidsisolerend systeem met twee massieve lagen, gescheiden door een soepele, verende laag.

20
Q

Uit welke drie onderdelen bestaat het massa-veer-massasysteem?

A

Eerste massa (bv. betonnen dak)

Veerlaag (bv. minerale wol, polystyreen)

Tweede massa (bv. plantenlaag bij groendak)

21
Q

Wat is de functie van de “veer” in het systeem?

A

De veer dempt de trillingen tussen beide massa’s en voorkomt dat geluid wordt doorgegeven.

22
Q

Waarom is een massa-veer-massasysteem beter dan een enkelvoudige constructie voor geluidsisolatie?

A

Omdat de ontkoppeling tussen de lagen zorgt voor extra demping van luchtgeluid.

23
Q

Wat zijn de twee belangrijke aspecten van brandveiligheid bij groendaken?

A

Brandweerstand van het dakgeheel

Brandgedrag van de afwerkingsmaterialen

24
Q

Waarom moet overbelasting door een groendak gecontroleerd worden?

A

Om zeker te zijn dat de draagconstructie de extra belasting aankan zonder beschadiging.

25
Kunnen alle daken een groendak dragen?
Lichte groendaken meestal wel, zelfs bij renovatie; daktuinen moeten vanaf de ontwerpfase onderzocht worden.
26
Waarom zijn sommige plantensoorten ongeschikt voor groendaken?
Omdat hun wortels het dichtingsmembraan kunnen doorboren en lekken veroorzaken.
27
Wat maakt herstellingen moeilijker bij lekken in groendaken?
Dikker substraatlagen maken toegang tot het dichtingsmembraan lastiger en duurder.
28
Welke invloed heeft de vegetatiekeuze op het onderhoud?
Sommige planten vereisen kunstmatige besproeiing of verankering, afhankelijk van substraatdikte en dakhoogte.
29
Wanneer is verankering van vegetatie met rasterwerk aangeraden?
Bij hoge daken, dunne substraten of voor grotere planten zoals bomen.
30
Hoeveel onderhoud vraagt een extensief groendak?
Nauwelijks meer dan een klassiek plat dak.
31
Hoeveel onderhoud vraagt een intensief groendak?
Minstens evenveel als een klassieke tuin.
32
Wat moet men controleren bij de keuze voor een intensief groendak?
Of het dak voldoende toegankelijk is voor mensen en materiaal.
33
Wat is meestal nodig bij intensieve groendaken?
De installatie van een irrigatiesysteem.
34
Wat gebeurt er met de lagen van een groendak bij een hellend dak?
Ze hebben de neiging om naar beneden te schuiven.
35
Vanaf welke helling kan afschuiving optreden op een gladde afdichting (bv. PVC)?
Vanaf ongeveer 10°.
36
Vanaf welke helling kan afschuiving optreden op een ruwe afdichting (bv. EPDM, bitumen zonder leischilfers)?
Vanaf ongeveer 20°.
37
Vanaf welke helling kan afschuiving optreden op een zeer ruwe afdichting (bv. bitumen met leischilfers)?
Vanaf ongeveer 25°.
38
Wanneer is een verankeringssysteem (zoals geotextiel) nodig?
Als de helling groot genoeg is om afschuiving te veroorzaken, afhankelijk van het type afdichting.