unit 1: vocab Flashcards
(190 cards)
1
Q
an adjustment
A
aanpassing
2
Q
an alien
A
vreemdeling
3
Q
an applicant
A
iemand die een aanvraag invult
4
Q
assistance
A
hulp
5
Q
asyulum seeker
A
asielzoeker
6
Q
barracks
A
barak
7
Q
clearance
A
toestemming
8
Q
a convoy
A
konvooi: een groep voertuigen
9
Q
de facto
A
de facto, in feite
10
Q
a displaced person
A
ontheemd
11
Q
eligibility
A
het in aanmerking komen
12
Q
emigrant
A
emigrant
13
Q
fine
A
boete
14
Q
immigrant
A
immigrant
15
Q
imprisonment
A
hechtenis, gevangenisstraf
16
Q
integrity
A
integriteit
17
Q
intervention
A
interventie, tussenkomst
18
Q
migrant
A
migrant
19
Q
privacy
A
privacy
20
Q
prosecution
A
vervolging (voor het gerecht)
21
Q
refugee
A
vluchteling
22
Q
refund
A
terugbetaling
23
Q
a value
A
waarde
24
Q
a waist
A
taille
25
to activate
activeren, aanmaken
26
to assess
evalueren
27
to ban
verbannen
28
to commence
beginnen, aanvatten
29
to convey
uitdrukken
30
to consent
instemmen met
31
to declare
aangeven
32
to disembark
een schip, vliegtuig, etc. verlaten, aan land gaan
33
to entitle
toelating geven/krijgen
34
to fare
vergaan
35
to flank
flankeren, naast iets staan
36
to grant
verlenen
37
to intend
van plan zijn, bedoelen
38
to lodge (a complaint/a form)
een klacht neerleggen, een formulier indienen
39
to people
bevolken
40
to perish
verdwijnen
41
to persecute
vervolgen (door het gerecht)
42
to process
behandelen
43
to refuse
weigeren
44
to strip
strippen, ontkleden
45
cosmopolitan
kosmopolitisch
46
dependent
afhankelijk
47
exempt
vrijgesteld
48
fraudulent
frauduleus
49
inclusive
inclusief, inbegrepen
50
in transit
in transit
51
irreversible
onomkeerbaar
52
reciprocal
wederkerig
53
sensitive
gevoelig
54
sufficient
(ruim) voldoende
55
a criminal offence
veroordeling
56
an ancestor
voorouders
57
a constraint
remming
58
diversity
diversiteit
59
gene pool
genenpool
60
an image-maker
imagovormer
61
mosaic
mozaïek
62
predecessor
voorganger, voorouder
63
propaganda
propaganda
64
to advocate
verdedigen
65
to annihilate
totaal vernietigen
66
to appeal to
aantrekken
67
to reveal
onthullen, toelichten
68
appalling
afschuwelijk
69
biological
biologisch
70
gruesome
gruwelijk
71
infamous
berucht
72
lanky
lang en smal, slungelachtig
73
maritime
maritiem, met betrekking tot de zee
74
beyond (a) reasonable doubt
zonder enige redelijke twijfel
75
hunter-gatherers
jagers-verzamelaars
76
to peer on to/in to
nauwkeurig kijken
77
a denizen
bewoner
78
a longing
verwachting, verlangen
79
a lumberjack
houthakker
80
a tarp
dekzeil
81
to covet
benijden
82
to dis
beledigen
83
to delude
misleiden
84
to herald
aankondigen
85
to shed
afschudden, verlossen
86
maiden
eerst(e)
87
perpetual
eeuwig
88
cell membrane
celmembraan
89
cell wall
celwand
90
chlorophyll
chlorofyl
91
chloroplast
chloroplast
92
chromosomes
chromosomen
93
cytoplasm
cytoplasma
94
endoplasmic reticulum
endoplasmatisch reticulum
95
Golgi bodies
Golgi-apparaat
96
lyosome
lysosoom
97
mitochondrion
mitochondrion
98
nucleus
nucleus
99
ribosomes
ribosomen
100
vacuole
vacuole
101
aanpassing
an adjustment
102
vreemdeling
an alien
103
iemand die een aanvraag invult
an applicant
104
hulp
assistance
105
asielzoeker
asylum seeker
106
barak
barracks
107
toestemming
clearance
108
konvooi: een groep voertuigen
a convoy
109
de facto, in feite
de facto
110
ontheemd
a displaced person
111
het in aanmerking komen
eligibility
112
boete
fine
113
hechtenis, gevangenisstraf
imprisonment
114
integriteit
integrity
115
interventie, tussenkomst
intervention
116
vervolging (voor het gerecht)
prosecution
117
vluchteling
refugee
118
terugbetaling
refund
119
waarde
a value
120
taille
a waist
121
activeren, aanmaken
to activate
122
evalueren
to assess
123
autoriseren, toelating geven
to authorise
124
verbannen
to ban
125
beginnen, aanvatten
to commence
126
uitdrukken
to convey
127
instemmen met
to consent
128
aangeven
to declare
129
een schip, vliegtuig, etc. verlaten, aan land gaan
to disembark
130
toelating geven/krijgen
to entitle
131
vergaan
to fare
132
flankeren, naast iets staan
to flank
133
verlenen
to grant
134
van plan zijn, bedoelen
to intend
135
een klacht neerleggen, een formulier indienen
to lodge (a complaint/a form)
136
bevolken
to people
137
verdwijnen
to perish
138
vervolgen (door het gerecht)
to persecute
139
behandelen
to process
140
weigeren
to refuse
141
strippen, ontkleden
to strip
142
kosmopolitisch
cosmopolitan
143
afhankelijk
dependent
144
vrijgesteld
exempt
145
frauduleus
fraudulent
146
inclusief, inbegrepen
inclusive
147
onomkeerbaar
irreversible
148
wederkerig
reciprocal
149
gevoelig
sensitive
150
(ruim) voldoende
sufficient
151
veroordeling
a criminal offence
152
voorouders
an ancestor
153
remming
a constraint
154
diversiteit
diversity
155
genenpool
gene pool
156
imagovormer
an image-maker
157
mozaïek
mosaic
158
voorganger, voorouder
predecessor
159
verdedigen
to advocate
160
totaal vernietigen
to annihilate
161
aantrekken
to appeal to
162
onthullen, toelichten
to reveal
163
afschuwelijk
appalling
164
biologisch
biological
165
gruwelijk
gruesome
166
berucht
infamous
167
lang en smal, slungelachtig
lanky
168
maritiem, met betrekking tot de zee
maritime
169
zonder enige redelijke twijfel
beyond (a) reasonable doubt
170
jagers-verzamelaars
hunter-gatherers
171
nauwkeurig kijken
to peer on to/in to
172
bewoner
a denizen
173
verwachting, verlangen
a longing
174
houthakker
a lumberjack
175
dekzeil
a tarp
176
benijden
to covet
177
beledigen
to dis
178
misleiden
to delude
179
aankondigen
to herald
180
afschudden, verlossen
to shed
181
eerst(e)
maiden
182
eeuwig
perpetual
183
celmembraan
cell membrane
184
celwand
cell wall
185
chromosomen
chromosomes
186
cytoplasma
cytoplasm
187
endoplasmatisch reticulum
endoplasmic reticulum
188
Golgi-Apparaat
Golgi bodies
189
lysosoom
lysosome
190
ribosomen
ribosomes
