unit 2 english Flashcards

(116 cards)

1
Q

gefocust

A

focused

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verstrooid

A

distracted

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

focus

A

focus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verstrooiing, afleiding

A

distraction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

onbewust

A

unaware

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

zonder besef

A

unawareness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gemakkelijk

A

easy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

gemak

A

ease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ongehoorzaam

A

disobedient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

ongehoorzaamheid

A

disobedience

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zelfverzekerd

A

confident

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

vertrouwen

A

confidence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

bezorgd

A

anxious

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ongerustheid

A

anxiety

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

angstig

A

frightened

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

angst

A

fear

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

onoverwinnelijk

A

invincible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

onwetend

A

ignorant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

onwetendheid

A

ignorance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

lief

A

affectionate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

genegenheid

A

affection

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

trouw

A

loyal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

loyaliteit

A

loyalty

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

tot mensen aangetrokken

A

drawn to humans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
het iemand graag naar de zin maken
eager to please
26
het verlangen om te behagen
eagerness to please
27
gewelddadig
aggressive
28
agressie
aggression
29
door een afschuwelijk africhtingsproces dwingen
to force through a horrific training process
30
in bedwang houden
to restrain
31
vastbinden in touwen of kettingen
to tie in ropes or chains
32
ketenen
to chain
33
opsluiten
to cage
34
beweging beperken
to restrict movement
35
jongen van hun moeder scheiden
to separate cubs from their mother
36
ze slaan als ze ongewenst gedrag vertonen
to hit when they exhibit unwelcome behaviour
37
dieren onderwerpen
to submit animals
38
een piepkleine kooi
a tiny cage
39
een betonnen vloer
concrete floors
40
een kale, dorre kuil
a sterile barren pit
41
een overvolle kuil
an overcrowded pit
42
vreselijke omstandigheden
atrocious conditions
43
met wilde dieren aan de leiband gaan wandelen
to walk wild animals on a lead
44
wilde dieren knuffelen
to hug wild animals
45
dieren als fotorekwisiet gebruiken
to use animals as photo props
46
stropen
to poach
47
een stroper
a poacher
48
stropersvallen opsporen
to track poaching snares
49
een trofeejager
a trophy hunter
50
stedelijke uitbreiding
urban encroachment
51
bewust maken
to raise awareness of
52
aonverantwoord gedrag
irresponsible behaviour
53
wrede praktijken
cruel practices
54
ritten op de rug laten maken
to give rides
55
circuskunsten uitvoeeren
to perform circus tricks
56
toeristen vermaken
to entertain tourists
57
lijden
to suffer
58
verhoogd vatbaar zijn voor ziekte
to have increased susceptibility to disease
59
aantasten
to affect
60
aangetast
affected
61
kwetsbaar
vulnerable
62
met uitsterven bedreigd zijn
to face extinction
63
een zachtaardig dier
a gentle animal
64
een prachtige soort
an amazing species
65
toekomstbestendig maken
to future-proof
66
de nieuwste technologie gebruiken
to use the latest technologies
67
ultramodern
state-of-the-art
68
geavanceerd
cutting-edge
69
een probleem aanpakken
to address a problem
70
laten zien
to feature
71
aan de eisen voldoen
to meet the needs
72
strikt, streng
stingent
73
een norm
a standard
74
een bepaling
a regulation
75
ethisch
ethical
76
het 3V principe toepassen
to apply the priciples of the 3Rs
77
de zorg optimaliseren
to optimise care
78
een essentieel onderdeel zijn
to be a vital component
79
tot vooruitgang leiden
to lead to advances
80
kennis uit onderzoek verkrijgen
to gain knowledge from research
81
betrokken zijn bij
to be committed to
82
middelen verspillen
to waste resources
83
een haalbaar alternatief
a viable alternative
84
mislukken in proeven op mensen
to fail human trials
85
de functie van menselijke organen nabootsen
to mimic the function of human organs
86
een achterhaald vertrouwen in
an outdated reliance on
87
een allergeen
an allergen
88
volgens mij
in my opinion
89
volgens mij
As i see it
90
ik ben ervan overtuigd dat
i am convinced that
91
volgens
according to
92
sommige mensen beweren
some people claim
93
ik bedoel dat
what i mean is
94
we kunnen niet ontkennen dat
we cannot deny that
95
ik ga akkoord
i agree
96
ik ben voor
i am in favour of
97
ik ben tegen
i am opposed to
98
ik heb bezwaar tegen
i object to
99
kortom
in brief
100
integendeel
on the contrary
101
bovendien
moreover
102
trouwens
besides
103
dus, als gevolg daarvan
as a result
104
echter
however
105
alhoewel
although
106
ondanks
despite
107
omdat
since
108
door vanwege
because of / due to
109
vandaar
therefore
110
niet alleen maar ook
not only but also
111
anderzijds
on the other hand
112
in plaats van
instead of
113
onvoldoende
insufficiently
114
zeer, heel erg
highly
115
uiterst
exceedingly
116
te overdreven
overly