Vocabulaire En Phrases-clés Chapitre 0 Flashcards
(122 cards)
1
Q
Le français
A
Frans
2
Q
Le prof
A
De docent
3
Q
L’exercice (mannelijk)
A
De opdracht
4
Q
Oui
A
Ja
5
Q
Non
A
Nee
6
Q
Bonjour
A
Hallo, goedendag
7
Q
Au revoir
A
Tot ziens
8
Q
Merci
A
Bedankt
9
Q
C’est
A
Het is
10
Q
Écoute
A
Luister
11
Q
Regarde
A
Kijk naar
12
Q
Lis
A
Lees
13
Q
Écris
A
Schrijf
14
Q
Parle
A
Spreek
15
Q
Prends
A
Pak, neem
16
Q
Ouvre
A
Open
17
Q
Ferme
A
Sluit
18
Q
Cherche
A
Zoek
19
Q
Choisis
A
Kies
20
Q
Répète
A
Herhaal
21
Q
Réponds
A
Geef antwoord
22
Q
Le livre
A
Het boek
23
Q
L’ordinateur (mannelijk)
A
De computer
24
Q
Le stylo
A
De pen
25
l'ecole (vrouwelijk)
de school
26
un
één
27
deux
twee
28
trois
drie
29
quatre
vier
30
cinq
vijf
31
six
zes
32
sept
zeven
33
huit
acht
34
neuf
negen
35
dix
tien
36
onze
elf
37
douze
twaalf
38
treize
dertien
39
quartorze
veertien
40
seize
zestien
41
dix-sept
zeventien
42
dix-huit
achttien
43
dix-neuf
negentien
44
vingt
twintig
45
lundi
maandag
46
mardi
dinsdag
47
mercredi
woensdag
48
jeudi
donderdag
49
vendredi
vrijdag
50
samedi
zaterdag
51
dimanche
zondag
52
aujourd'hui
vandaag
53
apprends
leer
54
fais
doe/maak
55
travaille
werk
56
complète
vul in/vul aan
57
les devoirs
het huiswerk
58
le garçon
de jongen
59
la fille
het meisje
60
la page
de bladzijde
61
le mot
het woord
62
Frans
Le français
63
De docent
Le prof
64
De opdracht
L’exercice (mannelijk)
65
Ja
Oui
66
Nee
Non
67
Hallo, goedendag
Bonjour
68
Tot ziens
Au revoir
69
Bedankt
Merci
70
Het is
C’est
71
Luister
Écoute
72
Kijk naar
Regarde
73
Lees
Lis
74
Schrijf
Écris
75
Spreek
Parle
76
Pak, neem
Prends
77
Open
Ouvre
78
Sluit
Ferme
79
Zoek
Cherche
80
Kies
Choisis
81
Herhaal
Répète
82
Geef antwoord
Réponds
83
Het boek
Le livre
84
De computer
L’ordinateur (mannelijk)
85
De pen
Le stylo
86
de school
l'ecole (vrouwelijk)
87
één
un
88
twee
deux
89
drie
trois
90
vier
quatre
91
vijf
cinq
92
zes
six
93
zeven
sept
94
acht
huit
95
negen
neuf
96
tien
dix
97
elf
onze
98
twaalf
douze
99
dertien
treize
100
veertien
quartorze
101
zestien
seize
102
zeventien
dix-sept
103
achttien
dix-huit
104
negentien
dix-neuf
105
twintig
vingt
106
maandag
lundi
107
dinsdag
mardi
108
woensdag
mercredi
109
donderdag
jeudi
110
vrijdag
vendredi
111
zaterdag
samedi
112
zondag
dimanche
113
vandaag
aujourd'hui
114
leer
apprends
115
doe/maak
fais
116
werk
travaille
117
vul in/vul aan
complète
118
het huiswerk
les devoirs
119
de jongen
le garçon
120
het meisje
la fille
121
de bladzijde
la page
122
het woord
le mot
