Vocabulaire K6 Flashcards
(208 cards)
1
Q
(eruit)zien
A
(aus)gehen
2
Q
liggen
A
liegen
3
Q
hangen
A
hängen
4
Q
staan
A
stehen
5
Q
(be)vinden
A
(be)finden
6
Q
delen
A
teilen
7
Q
maken, doen
A
machen
8
Q
opslaan, bewaren
A
lagern
9
Q
leven
A
leben
10
Q
geloven
A
glauben
11
Q
schilderen
A
malen
12
Q
(be)gieten
A
gießen
13
Q
klaarspelen, lukken
A
schaffen
14
Q
zoeken
A
suchen
15
Q
opbellen, telefoneren
A
anrufen / telefonieren
16
Q
kopen
A
kaufen
17
Q
sluiten
A
schließen
18
Q
bewijzen
A
beweisen
19
Q
(be)antwoorden
A
(be)antworten
20
Q
mogen, graag hebben, lusten
A
mögen
21
Q
leggen
A
legen
22
Q
wonen
A
wohnen
23
Q
inrichten
A
einrichten
24
Q
stellen, zetten, plaatsen
A
stellen
25
studeren
studieren
26
(zich) uitrusten, ontspannen
(sich)erholen
27
nodig hebben / gebruiken
brauchen
28
krijgen
bekommen
29
spelen
spielen
30
laten
lassen
31
organiseren
organisieren
32
proberen
versuchen / probieren
33
(mee)nemen
(mit)nehmen
34
betekenen
bedeuten
35
kloppen, juist zijn
stimmen
36
ontdekken
entdecken
37
motiveren, staven
begründen
38
gebeuren
passieren
39
bureau, schrijftafel
der Schreibtisch, e
40
schoen
der Schuh, e
41
stoel
der Stuhl, ¨e
42
papiermand
der Papierkorb, ¨e
43
pyjama
der Schlafanzug, ¨e
44
tafel
der TIsch, e
45
poster
der / das Poster
46
kast
der Schrank, ¨e
47
kunstdruk, reproductie
der Kunstdruck, ¨e
48
cd-speler
der CD-SPieler
49
droom
der Traum,¨e
50
tv
der Fernseher
51
zetel
der Sessel
52
verdieping
der Stock, Stockwerke
53
berging
der Abstellraum,¨e
54
kelder
der Keller
55
grasmaaier
der Rasenmäher
56
mechanicien
der Mechaniker
57
gast
der Gast,¨e
58
koelkast
der Kühlschrank,¨e
59
zolder
der Dachboden, ¨
60
eettafel
der Esstisch, e
61
sleutel
der Schlüssel
62
balpen
der Kugelschreiber
63
oorring
der Ohrring,e
64
vloer, grond
der Boden, ¨
65
paraplu
der Regenschirm, e
66
tapijt
der Teppich, e
67
spiegel
der Spiegel
68
tennisracket
der Tennisschläger
69
nachtkastje
der Nachtisch, e
70
keukentafel
der Küchentisch, e
71
kleerkast
der Kleiderschrank,¨e
72
bloempot
der Blumentopf,¨e
73
(kook)pot
der Topf, ¨e
74
computer
der Computer
75
plaats
der Platz, ¨e
76
teddybeer
der Teddybär, en
77
inkomhal
der Flur, e
78
tuin
der Garten, ¨
79
vuilnisbak
der Mülleimer
80
arts, dokter
der Arzt,¨e
81
maand
der Monat, e
82
lift
der Aufzug, ¨e
83
oven
der Ofen, ¨
84
(kook)fornuis / haard
der Herd, e
85
juwelen
der Schmuck
86
vulpen
der Füller
87
inbreker
der Einbrecher
88
ring
der Ring, e
89
inbraak
der Einbruch, ¨e
90
gordijn
Die gardine, n
91
muts
die Mütze,n
92
deur
die Tür, en
93
vaas
die Vase, n
94
bloem
die Blume, n
95
lade, schuif
die Schublade, n
96
stereoinstallatie
die Stereoanlage, n
97
cd
die CD, s
98
hoek
die Ecke, n
99
lamp
die Lampe, n
100
keuken
die Küche
101
garage
die Garage, n
102
huistaak
die Hausaufgabe, n
103
woning
die Wohnung, en
104
rust
die Ruhe
105
(uit)zicht
die Sicht, en
106
angst, schrik
die Angst, ¨e
107
gouden ketting
die Goldkette, n
108
villa
die Villa, Villen
109
beddengoed, bedlinnen
die Bettwäsche
110
huis
das Haus,¨er
111
kamer
das Zimmer
112
bed
das Bett, en
113
rek
das Regal,e
114
venster
das Fenster
115
sofa
das Sofa,s
116
meubel
das Möbel
117
nachtkastje
das Nachtkästchen
118
eetkamer
das Esszimmer
119
badkamer
das Badezimmer
120
tuinhuis
das Gartenhaus,¨er
121
bureau, studeerkamer
das Arbeitszimmer
122
fiets
das Fahrrad,¨er
123
werkgereedschap
das Werkzeug, e
124
probleem
das Problem, e
125
spoeltafel
das Spülbecken
126
lavabo
das Waschbecken
127
geld
das Geld
128
gsm
das Handy's
129
(wan)ordelijk
(un)ordentlich
130
chaotisch
chaotisch
131
klein
klein
132
lang
lang
133
belangrijk
wichtig
134
oud
alt
135
groot
groß
136
klaar, helder
hell
137
schrift
das Heft, e
138
boek
das Buch, ¨er
139
foto / tekening / schilderij
das Bild, er
140
glas
das Glas¨er
141
aquarium
das Aquarium, -ien
142
slaapkamer
das Schlafzimmer
143
hout
das Holz
144
2-persoonsbed
das Doppelbett, en
145
woonkamer
das Wohnzimmer
146
gelijkvloers
das Erdgeschoss, e
147
auto
das Auto, s
148
dak
das Dach,¨er
149
logeerkamer
das Gästezimmer
150
rijwoning
das Reihenhaus, ¨er
151
wc, toilet
das WC, (s)
152
schilderij
das Gemälde
153
zwembad
das Schwimmbad, ¨er
154
telefoon
das Telefon, e
155
gestreept
gestreift
156
ovaal, eivorming
oval
157
rond
rund
158
rood
rot
159
comfortabel, gemakkelijk
bequem
160
nieuw
neu
161
klaar
fertig
162
donker
dunkel
163
groen
grün
164
eigen
eigen
165
duur
teuer
166
rustig
ruhig
167
heel, erg, helemaal
ganz
168
anders
anders
169
laat
spät
170
later
später
171
links
links
172
zelden
selten
173
nu
jetzt
174
onder
unter
175
in
in
176
aan
an
177
naast
neben
178
voor(tijd/plaats)
vor
179
met
mit
180
gezellig
gemütlich
181
nuttig
nützlich
182
moeilijk
schwierig
183
ver(der)
weit(er)
184
misschien
vielleicht
185
stom, dom
blöd
186
zeer, erg
sehr
187
ten slotte / tenslotte
schleißlich
188
rechts
rechts
189
alleen
allein(e)
190
op
auf
191
achter
hinter
192
tussen
zwischen
193
over/boven
über
194
voor(doel)
für
195
tegenover
gegenüber
196
mijn thuis
mein Zuhause
197
op het ogenblik
im Moment
198
groep mensen die samenwonen en het huishouden delen
die Whongemeinschaft
199
aan/tegen de linkermuur
an der linken Wand
200
aan/tegen de rechtermuur
an der rechten Wand
201
in het midden
in der Mitte
202
op de eerste verdieping
im 1. Stock
203
gebouw waar meerdere gezinnen wonen
das Mehrfamilienhaus
204
ééngezinswoning
das Einfamilienhaus
205
per maand
pro Monat
206
een barbecue houden
eine Grillparty organiseren
207
een beetje
ein bisschen
208
er is (een douche)
es gibt (eine Dusche)
