vocabulaire piste 4 fra-ned Flashcards
(64 cards)
1
Q
l’accès
A
de toegang
2
Q
l’acompte
A
het voorschot
3
Q
l’ascenseur
A
de lift
4
Q
l’avis
A
de mening
5
Q
le couloir
A
de gang
6
Q
le départ
A
het vertrek
7
Q
le descriptif
A
de beschrijving
8
Q
le distributeur automatique
A
de drankenautomaat
9
Q
le drap
A
het laken
10
Q
l’hébergement
A
de verblijfplaats
11
Q
le logement
A
de verblijfplaats
12
Q
le numéro de compte
A
het rekeningnummer
13
Q
l’oreiller
A
het kussen
14
Q
le personnel
A
het personeel
15
Q
le quartier
A
de buurt, de wijk
16
Q
le rapport qualité-prix
A
de prijs-kwaliteit verhouding
17
Q
le réceptionniste
A
de onthaalverantwoordelijke
18
Q
le séjour
A
het verblijf
19
Q
le service
A
de dienst
20
Q
le tarif
A
de prijs (van een kamer)
21
Q
le technicien
A
de technicus
22
Q
les transports en commun
A
het openbaar vervoer
23
Q
l’arrivée
A
de aankomst
24
Q
l’auberge de jeunesse
A
de jeugdherberg
25
la bagagerie
het bagagedepot
26
la chambre double
de tweepersoonskamer
27
la chambre individuelle
de eenpersoonskamer
28
la clim(atation)
de airco
29
la consigne
het bagagedepot
30
la couverture
het deken
31
la demande
de (aan)vraag
32
la disponibilité
de beschikbaarheid
33
la donnée
het gegeven
34
les heures d'ouverture
de openingstijden
35
la période
de periode
36
la personne à mobilité réduite
de mindervalide
37
la propreté
de netheid
38
la réception
het onhaal, de ontvangst
39
la réservation
de reservatie
40
la sécurité
de veiligheid
41
accesible
toegankelijk
42
atrractif
aantrekkelijk
43
bruyant
luidruchtig
44
confortable
comfortabel
45
disponible
beschikbaar
46
équipé de
voorzien van
47
inclus
inbegrepen
48
lumineux
met veel lichtinval
49
promotionnel
promotie-
50
propre
netjes
51
raisonnable
redelijk
52
situé
gelegen
53
spacieux
ruim
54
touristique
toeristisch
55
arranger
regelen, oplossen
56
confirmer
bevestigen
57
disposer de
beschikken over
58
louer
huren
59
manquer
ontbreken
60
réserver
reserveren
61
se trouver
zich bevinden
62
signaler
melden
63
vérifier
nakijken
64
verser
gieten, storten