Voegwoorden Flashcards by wrongplanet 67

Q

ăc / atquĕ

A

en, en ook, en zelfs, en wel; (in vergelijkingen) als, dan

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

antĕquăm

A

voordat

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ăt (ast / ătăt)

A

maar; ja maar, maar toch; daarentegen

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

atquī / atquīn

A

maar toch, niettemin; integendeel; natuurlijk

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

attămĕn

A

maar toch, niettemin

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

aut

A

of, ofwel, of zelfs, of anders

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

autĕm

A

maar, echter; daarentegen; verder, voorts

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ceu

A

alsof, evenals wanneer

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

cŭm

A

toen, nadat, wanneer; omdat; hoewel

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

cŭm prīmŭm

A

zodra

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

cŭm…, tŭm…

A

niet alleen…, maar ook…

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

dōnĕc

A

zolang als; totdat, tot

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

dŭm

A

terwijl; zolang als, als maar, totdat

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

dummŏdŏ

A

als maar, mits

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĕnĭm

A

namelijk, immers, want; echt, inderdaad

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĕnimvērō

A

inderdaad, werkelijk, maar natuurlijk

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ergō

A

dus, dan, bijgevolg

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĕt

A

en, en ook, en verder; en wel; en toch

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĕt … ĕt …

A

zowel … als …

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĕtĕnĭm

A

namelijk, immers, want; echt, inderdaad

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĕtĭamsī

A

ook als, zelfs indien

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

etsī

A

ook al, hoewel, ofschoon

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĭgĭtŭr

A

dus, bijgevolg; dan; kortom

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

Q

ĭtăquĕ

A

daarom, derhalve, dus, dan ook

How well did you know this?

1

Not at all

2

3

4

5

Perfectly

lĭcĕt

ook al, ofschoon

mŏdŏ (mŏdō)

als … maar, mits

năm namquĕ

want, immers, namelijk; inderdaad, werkelijk

nĕc / nĕquĕ

en niet; ook niet, evenmin; maar niet

necdŭm (nĕquĕdŭm)

en nog niet, maar nog niet, nog niet

necnĕ

of niet

necnōn

en ook, alsook

nēdŭm

laat staan dat; niet alleen; des te minder/meer

nēvĕ / neu

en niet, of niet, noch, en opdat niet

nī / nĭsī

als niet, indien niet, tenzij

postquăm / postĕāquăm

nadat, toen; sinds

prĭusquăm

voordat, eerder dan

prŏŭt

al naargelang, in zoverre als

quamquăm

hoewel, ofschoon, ook al; trouwens

quamvīs

hoewel, ofschoon, ook al; en toch

quandōquĕ

aangezien, omdat

quandōquĭdĕm

aangezien, omdat

quăsĭ

alsof, als; als het ware; ongeveer

-quĕ

en (enclitisch)

quĭă

omdat

quīn

waarom niet? ja echt, werkelijk, zelfs; dat (niet)

quŏăd

zolang als; totdat

quŏd

omdat; dat

quodsī

als nu, maar indien

quōmĭnŭs

dat; dat niet, opdat niet

quŏnĭăm

omdat, aangezien, daar

sĕd

maar

sī

indien, als

sĭmŭl ăc/atquĕ

zodra

sīn

maar indien, als daarentegen

sīquĭdĕm

als tenminste; daar nu eenmaal, aangezien

sīvĕ / seu

hetzij; of, wanneer

tămetsī

hoewel, ofschoon; evenwel, toch

tamquăm

zoals wanneer, alsof

ŭt (ŭtī)

hoe(zeer); dat; opdat, zodat; omdat, aangezien; (zo)als; zodra, wanneer, toen

-vĕ

of (enclitisch)

vĕl

ofwel; hetzij