W1 Introductie preventie en interventie Flashcards

(36 cards)

1
Q

Wat is ziekte?

A

Ziekte is een lichamelijke of psychische aandoening die het functioneren belemmert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het verschil tussen acute en chronische ziekten?

A

Acute ziekten duren kort, terwijl chronische ziekten langdurige beperkingen en psychische klachten kunnen veroorzaken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat waren de belangrijkste sterfteoorzaken in Nederland in 2020?

A

COVID-19, dementie, longkanker en beroerte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is gezondheid?

A

Gezondheid omvat meer dan de afwezigheid van ziekte en gaat ook over welzijn, geluk en een actieve levensstijl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat onderzoekt pathogenese?

A

Pathogenese onderzoekt het ontstaan en de ontwikkeling van ziekten en draagt bij aan preventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is salutogenese?

A

Salutogenese richt zich op factoren die gezondheid bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de vier factoren die volgens Marc Lalonde (1974) gezondheid beïnvloeden?

A

Biologische factoren (erfelijkheid, geslacht)

Levensstijl (houding, gedrag)

Omgeving (fysiek en sociaal)

Zorgvoorzieningen (kwaliteit en toegankelijkheid)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat was de impact van Lalonde’s ‘health field’-concept?

A

Gezondheid wordt niet alleen door medische zorg bepaald, maar ook door leefstijl en sociale omgeving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de definitie van gezondheid volgens de WHO (1948)?

A

“Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn.”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Positieve Gezondheid volgens Machteld Huber (2011)?

A

Gezondheid is het vermogen om zich aan te passen en eigen regie te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de zes dimensies van Positieve Gezondheid?

A
  1. Lichaamsfuncties
  2. Mentaal welbevinden
  3. Zingeving
  4. Kwaliteit van leven
  5. Meedoen
  6. Dagelijks functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe verandert gezondheid gedurende de levensloop?

A

Gezondheid evolueert door critical life events zoals geboorte, puberteit en ouderdom.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de gezondheidsuitdagingen per levensfase?

A

Gezond opgroeien: Ouders zijn verantwoordelijk; puberteit brengt risicogedrag.

Gezond blijven: Jongvolwassenen nemen gezondheidsrisico’s; stress door werk.

Gezond ouder worden: Chronische ziekten en sociale isolatie nemen toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn belangrijke indicatoren voor volksgezondheid in Nederland?

A

Levensverwachting: Gestegen van 1950 tot 2020, maar daalde tijdelijk door COVID-19.

Gezonde levensverwachting: Nederlanders leven langer in goede gezondheid.

Sociaal-economische verschillen: Hoogopgeleiden leven gemiddeld 15 jaar langer in goede gezondheid dan laagopgeleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de gevolgen van welvaart voor de volksgezondheid?

A

Welvaart heeft de volksgezondheid verbeterd, maar ook geleid tot welvaartsziekten zoals obesitas en diabetes type 2.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de BRAVO+D-leefstijlthema’s?

A

Beweging, Roken, Alcohol, Voeding, Ontspanning en Drugs.

17
Q

Wat zijn de belangrijkste risicofactoren voor ziekten?

A

Roken (9,4%)

Ongezonde voeding (8,1%)

Weinig beweging (2,3%)

Alcoholgebruik (1,5%)

18
Q

Wat is de invloed van de voedsel- en tabaksindustrie op gezondheid?

A

Deze industrieën maken ongezonde keuzes aantrekkelijk en normaal.

19
Q

Wat is het verschil tussen pathogenese en salutogenese?

A

Pathogenese: Gericht op het bestrijden van ziekten.

Salutogenese: Gericht op gezondheidsbevordering en veerkracht.

20
Q

Wat zijn de vier niveaus van preventie?

A

Universele preventie (gericht op de hele bevolking)

Selectieve preventie (gericht op risicogroepen)

Geïndiceerde preventie (vroegtijdige interventie)

Zorggerelateerde preventie (complicaties beperken)

21
Q

Wat zijn de kernbegrippen van salutogenese?

A

Begrijpelijkheid (comprehensibility)

Hanteerbaarheid (manageability)

Zingeving (meaningfulness)

22
Q

Hoe draagt zorgtechnologie bij aan gezondheid?

A

Zorgtechnologie vergroot de eigen regie en maakt preventie en behandeling toegankelijker.

23
Q

Wat is het spinnenwebmodel van Positieve Gezondheid?

A

Een visuele weergave van zes dimensies, waarin cliënten hun gezondheid evalueren.

24
Q

Waarvoor dient universele preventie?

A

Gezondheidsbevordering voor iedereen

25
Waarvoor dient selectieve preventie?
Gericht op risicogroepen.
26
Waarvoor dient geïndiceerde preventie?
Vroegtijdige interventies.
27
Waarvoor dient zorggerelateerde preventie?
Complicaties beperken bij bestaande aandoeningen
28
Wat is het verschil tussen classificatie en diagnose?
Classificatie biedt een kader/achtergrondinformatie. De diagnose is een nauwkeurige beschrijving van de symptomen, de ernst en eht beloop van de klachten.
29
Wat is het verschil tussen normatieve en niet normatieve levensgebeurtenissen
Normatief zijn gebruikelijke life events die een vaste levenslooplijn aanhouden. Niet normatief is verhuizing, scheiding, overlijden, dingen die op ieder moment kunnen gebeuren en geen voorspellende indicatie hebben.
30
Wat is levensverwachting?
Het gemiddeld aantal levensjaren dat mensen mogen verwachten in goede gezondheid door te brengen.
31
Wat is morbiditeit?
Geeft de mate van het voorkomen van een specifieke ziekte aan.
32
Wat is mortaliteit?
De sterfte in een bepaalde periode.
33
Wat is prevalentie?
Het aantal gevallen van een aandoening per 1000 of per 100.000 op een specifiek moment in de bevolking.
34
Wat is incidentie?
Het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid, per aantal van de bevolking.
35
Wat wordt bedoeld met DALY?
Het aantal gezonde levensjaren dat een populatie verliest door ziekten.
36
Wat is health literacy?
De basiskennis die een individu nodig heeft om gezond te kunnen leven.