Week 1 Flashcards
(118 cards)
1
Q
Hoe noemen we de ruimte tussen de neurotransmitters?
A
Synapsspleet
2
Q
Wat liggen er in de achterhoorn?
A
Eindknopjes van het somatosensorische neuron
3
Q
Afkorting IPSP
A
Inhiberend postsynaptische potentiaal
4
Q
Neurologische aandoeningen na een CVA
A
Parese
Anesthesie
Anopsie
5
Q
Wat is anesthesie?
A
Doof gevoel qua tast
6
Q
Wat is anopsie?
A
Niet kunnen zien
7
Q
Neuropsychologische aandoeningen na een CVA
A
Agnosie
Apraxie
Afasie
8
Q
Wat is agnosie?
A
Niet kunnen herkennen, hier heb je een tactiele en visuele vorm van
9
Q
Welke 2 soorten afasie zijn er?
A
Afasie van Broca
Afasie van Wernicke
10
Q
Wat is afasie van Broca?
A
Motorische afasie
11
Q
Wat is afasie van Wernicke
A
Sensorische afasie
12
Q
Psychologische aandoeningen na een CVA
A
Gedrag, stemming en persoonlijkheid veranderen
13
Q
Waar zorgen de primaire gebieden in de hersenen voor?
A
Waarnemen
14
Q
Waar zorgen de secundaire gebieden in de hersenen voor?
A
Herkennen
15
Q
Waar zorgen de tertiaire gebieden in de hersenen voor?
A
Interpeteren
16
Q
Uit welke 2 onderdelen bestaat de secundair motorische schors?
A
Mediaal supplementair motorische cortex en de laterale premotorische cortex
17
Q
Welke cortex zorgt voor de interne trigger?
A
Mediaal supplementair motorische cortex
18
Q
Welke cortex zorgt voor de externe trigger?
A
Laterale premotorische cortex
19
Q
Met welke structuur in de hersenen werkt de mediaal supplementaire motorische cortex samen?
A
Basale kernen
20
Q
Met welke structuur in de hersenen werkt de laterale premotorische cortex samen?
A
Cerebellum
21
Q
Welke 2 soorten CVA zijn er?
A
Herseninfarct en hersenbloeding
22
Q
Wat is er aan de hand bij een herseninfarct?
A
Bloedpropje blijft vast zitten
23
Q
Wat is er aan de hand bij een hersenbloeding?
A
Bloedvat is gescheurd en hier loopt bloed uit wat kan drukken tegen andere hersendelen
24
Q
Symptomen van een CVA
A
Verlamming Moeite met handelingen Veranderd tijdsbesef Spraak en taal stoornissen Neglect Problemen met ruimtelijke waarnemingen Geheugenstoornissen
25
Risicofactoren voor een CVA
```
Hogere leeftijd
Mannelijk geslacht
Eerder doorgemaakte TIA
Hypertensie
Coronaire hartziekten
Diabetes mellitus
Hyperlipidemie
Roken
Overgewicht
Lichamelijke inactiviteit
```
26
Wat is hyperlipidemie?
Hoog cholesterol gehalte in het bloed
27
Complicaties vaak tijdens ziekenhuis periode na een CVA
```
Koorts
Luchtweg- en urineweginfecties
Decubitus
Trombose
Gastro-intestinale complicaties
Depressie
Oedeem hand
Epilepsie
Ondervoeding
Vallen
```
28
Wat is de synapsspleet?
De ruimte tussen de neurotransmitters
29
Waar liggen de eindknopjes van het somatosensorische neuron?
In de achterhoorn
30
Onder welke aandoening van CVA vallen parese, anopsie en anesthesie?
Neurologische aandoeningen
31
Onder welke aandoeningen van CVA vallen afasie, apraxie en agnosie?
Neuropsychologische aandoeningen
32
Onder welke aandoeningen van CVA vallen persoonlijkheid, stemming en gedragsveranderingen?
Psychologische aandoeningen
33
Hoe heet een doof gevoel qua tast?
Anesthesie
34
Hoe heet het niet kunnen zien?
Anopsie
35
Hoe heet het niet kunnen herkennen?
Agnosie
36
Motorische afasie is?
Afasie van Broca
37
Sensorische afasie is?
Afasie van Wernicke
38
Waar gebeurt het waarnemen van een prikkel in de hersenen?
In de primaire gebieden
39
Waar gebeurt het herkennen van een prikkel in de hersenen?
In de secundaire gebieden
40
Waar gebeurt het interpeteren van een prikkel in de hersenen?
In de tertiaire gebieden
41
Wat vormen de mediale supplementaire motorische cortex en de lateraal premotorische cortex samen?
De secundaire motorische schors
42
Voor welke soort trigger zorgt de mediaal supplementaire motorische cortex?
De interne trigger
43
Voor welke soort trigger zorgt de lateraal premotorische cortex?
De externe trigger
44
Basale kernen werken samen met?
De mediaal supplementaire motorische cortex
45
Het cerebellum werkt samen met?
De lateraal premotorische cortex
46
Hoe heet een hoog gehalte cholesterol in het bloed?
Hyperlipidemie
47
Wat gebeurt er in de primair sensorische schors?
Hier komen de prikkels vannuit de thalamus binnen. Vanuit hier komt de sensoriek uit in de primaire sensorische schors
48
Wat gebeurt er in de secundair sensorische schors?
Hier gebeurt het categoriseren van de prikkel, herkenning van de prikkel
49
Wat gebeurt er in de tertiaire sensorische schors?
Hier komen alle prikkels bij elkaar in combinatie met het geheugen en gevoel
50
Wat gebeurt er in de primaire motorische schors?
Via je somatotopie weet je precies welke spieren je nodig hebt voor de beweging
51
Wat gebeurt er in de secundaire motorische schors?
Hier wordt een beweegplan gemaakt van alle handelingen om ervoor te zorgen dat de handeling gaat lukken
52
Wat gebeurt er in de tertiaire motorische schors?
Je bedenkt wat je wilt gaan doen
53
Stoornis bij een leasie in de frontale lob
Afasie van Broca en gedragsveranderingen
54
Stoornis bij een leasie in de pariëtale lob
Je weet niet meer waar je lichaam zich bevindt in de ruimte
55
Stoornis bij een leasie in de occipitale lob
Zicht is niet meer goed
56
Stoornis bij een leasie in de temporale lob
Afasie van Wernicke, zintuigen werken niet meer goed
57
Functies van de linker hemisfeer
```
Taal
Wetenschap
Analyse
Tijd
Details
Regels
```
58
Functies van de rechter hemisfeer
Pakt het hele plaatje
59
Welke verschillende bloedingen heb je die vallen onder een hersenbloeding?
Intracerebraal
| Extracerebraal
60
Welke verschillende bloedingen vallen onder de extracerebrale bloeding?
Epidurale bloeding
Subdurale bloeding
Subarachnoidale bloeding
61
Wat is een intracerebrale bloeding?
Tussen de zenuwen in de verschillende lobben zit de bloeding
62
Wat is een extracerebrale bloeding?
Buiten de hersenen, tussen of buiten de hersenvliezen
63
Wat is apoplexie?
Kapot scheuren van een bloedvat
64
Wat is een epidurale bloeding?
Tussen de dura mater en de schedel
65
Wat is een subdurale bloeding?
Bloeding tussen de dura mater en de arachnoidale mater
66
Wat is een subarachnoidale bloeding?
Bloeding tussen de arachnoidale mater en de pia mater
67
Wat is een ander woord voor hersenvocht?
Liquor
68
Waar staat de afkorting FAST voor?
Face, Arm, Speech en Time
69
Wat zijn de verschillende fases van een CVA?
Hyper acuut
Vroege revalidatie fase
Late revalidatie fase
Chronische fase
70
Hoe lang duurt de hyper acute fase?
De eerste 24 uur
71
Hoe lang duurt de vroege revalidatie fase?
24 uur tot 3 dagen
72
Hoe lang duurt de late revalidatie fase?
3 dagen tot 6 maanden
73
Vanaf wanneer begint de chronische fase
Vanaf 6 maanden
74
In welke schors gebied komen de prikkels vanuit de thalamus binnen?
Primair sensorische schorsgebied
75
In welk schors gebied gebeurt het categoriseren / herkennen van een prikkel
Secundair sensorische schorsgebied
76
In welke schorsgebied komen alle prikkels bij elkaar en komt het geheugen en gevoel erbij?
Tertiaire sensorische schorsgebied
77
In welk schorsgebied weet je via je somatotopie welke spieren je nodig hebt voor een handeling?
Primair motorische schorsgebied
78
In welk schorsgebied maak je het beweegplan?
Secundair motorische schorsgebied
79
In welk schorsgebied bedenk je wat je wilt gaan doen?
Tertiair motorische schorsgebied
80
Waar heeft de leasie plaatsgevonden als er afasie van Broca is en gedragsveranderingen?
In de frontale lob
81
Waar heeft de leasie plaatsgevonden als je niet meer weet waar je lichaam zich bevindt in de ruimte?
Pariëtale lob
82
Waar heeft de leasie plaatsgevonden wanneer het zicht niet meer goed is?
Occipitale lob
83
Waar heeft de leasie plaatsgevonden wanneer er afasie van Wernicke is?
Temporale lob
84
```
Welke hemisfeer is aangedaan als de volgende functies verminder zijn;
Taal
Wetenschap
Analyse
Tijd
Details
Regels
```
De linker hemisfeer
85
Welke hemisfeer is aangedaan als de volgende functie vermindert is;
Het hele plaatje
De rechter hemisfeer
86
Waar staat de afkorting TIA voor?
Transient ischaemic attack
87
Hoe heet een kapot gescheurd bloedvat?
Apoplexie
88
Onder welke soort CVA vallen de intracerebrale bloeding en de extracerebrale bloeding?
Hersenbloeding
89
Waaronder vallen de epidurale bloeding, subdurale bloeding en de subarachnoidale bloeding?
Extracerebrale bloeding
90
Hoe heet de bloeding die plaats vind tussen de dura mater en de schedel?
Epidurale bloeding
91
Hoe heet de bloeding die plaats vind tussen de dura mater en de arachnoidale mater?
Subdurale bloeding
92
Hoe heet de bloeding die plaats vind tussen de arachnoidale mater en de pia mater?
Subarachnoidale bloeding
93
Wat voor stoornis heb je al er een leasie plaats vind in de linker hemisfeer, primair motorische schors?
Hemiparese of hemiplegie van de rechterarm of gezicht
94
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de linker hemisfeer, secundair motorische schors, gebied van Borca?
Afasie van Broca
95
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de linker hemisfeer, primair somatosensorische schors?
Hemi anesthesie van het rechter been
96
Wat voor stoornis heb je als een er leasie plaats vind in de linker hemisfeer, secundaire visuele schors?
Visuele agnosie
97
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de linker hemisfeer, secundair audiotieve schors?
Afasie van Wernicke
98
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de linker hemisfeer, tertiair motorische schors?
Frontaal syndroom
99
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de rechter hemisfeer, primair visuele schors?
Hemi-anopsie
100
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de rechter hemisfeer, tertiaire sensorische schors?
Neglect
101
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de rechter hemisfeer, secundaire akoustische schors?
Akoustische agnosie
102
Wat voor stoornis heb je als er een leasie plaats vind in de rechter hemisfeer, secundair somatosensorische schors?
Tactiele agnosie
103
Wat voor stoornis heb je als er een leasie heeft plaats gevonden in de rechter hemisfeer, primaire motorische schors?
Hemi parese van het been/arm
104
Wat voor stoornis heb je als er een leasie heeft plaats gevonden in de rechter hemisfeer, secundaire frontale lob?
Blik parese
105
Wat is een blik parese?
Iemand kan zich niet focussen op waar hij heen kijkt
106
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een hemiparese of hemiplegie van de rechter arm/gezicht heeft?
Linker hemisfeer, primair motorische schors
107
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een afasie van Broca heeft?
Gebied van Broca of linker hemisfeer, secundair motorische schors
108
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een hemi-anesthesie rechts heeft?
Linker hemisfeer, primair somatosensorische schors
109
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand visuele agnosie heeft?
Linker hemisfeer, secundaire visuele schors
110
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand afasie van Wernicke heeft?
Linker hemisfeer, secundair audiotieve schors
111
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een frontaal syndroom heeft?
Linker hemisfeer, tertiair motorische schors
112
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een hemi-anopsie links heeft?
Rechter hemisfeer, primair visuele schors
113
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een neglect heeft?
Rechter hemisfeer, tertiaire sensorische schors
114
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand akoustische agnosie heeft?
Rechter hemisfeer, secundaire akoustische schors
115
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand tactiele agnosie heeft?
Rechter hemisfeer, secundair somatosensorische schors
116
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een hemi-parese links heeft van het been/arm
Rechter hemisfeer, primair motorische schors
117
Waar heeft de leasie plaats gevonden als iemand een blik parese heeft?
Rechter hemisfeer, secundaire frontale lob
118
Wat is aan ander woord voor de motorische schors?
Prefrontale cortex
