week 1 ecg Flashcards

(54 cards)

1
Q

Wat meet een ECG?

A

Het ECG meet de kleine extracellulaire stroomsignalen die geproduceerd worden door de beweging van de actiepotentialen door de myocyten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoeveel elektrodes heb je nodig voor een ecg en waar plaats je ze

A

10 voor 12 afleidingen
Twee elektrodes op de bovenste ledematen (linkerarm en rechterarm).
Twee elektroden op de onderste ledematen (rechterbeen en linkerbeen).
Zes elektroden op de borstkas (precordiale afleidingen).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel afleidingen worden er verkregen uit de elektroden van de ledematen?

A

De elektroden van de ledematen vormen zes afleidingen, niet vier.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel afleidingen kan je verkrijgen met 10 elektroden?

A

Met 10 elektroden kun je 12 afleidingen van het ECG verkrijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt een afleiding van het hart gemeten?

A

1 positieve elektrode nodig en 1 negatieve
De afleiding geeft de schommelingen in het spanningsverschil tussen de positieve en negatieve elektrodes weer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van de verschillende elektroden in een ECG?

A

Verschillende elektroden kijken naar het hart vanuit verschillende hoeken, waardoor je een driedimensionaal beeld van de elektrische activiteit van het hart krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de p golf

A

geeft de depolarisatie van de atria links en rechts weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het QRS complex

A

geeft de depolarisatie van de ventrikels weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de T golf

A

geeft de repolarisatie van de ventrikels weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de U golf

A

geeft de repolarisatie van de papillairspieren (m. papillaris) weer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat voorkom je met het repolariseren van de papillairspieren

A

dat de av kleppen terugslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de S golf

A

weergeeft het moment waarop de depolarisatie van apex
richting de myocyten van de basis (bovenkant) van het hart gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe bereken je de duur van de diastole

A

verschil tussen het RR-interval en QT-interval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe wordt de systole van de ventrikels weergegeven

A

QT interval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat gebeurd er bij een toenemend RR interval

A

hartslag wordt kleiner

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat zegt het PR interval

A

zegt hoelang het
duurt voordat het actiepotentiaal de AV-knoop bereikt vanuit de SA-knoop

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is het ST segment

A

interval tussen depolarisatie en repolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is het RR interval

A

duur 1 hartcyclus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat is het QT interval

A

Deze index zegt ons iets over de duur/lengte van het ventriculaire actiepotentiaal (depolarisatie) en is dus afhankelijk van de hartfrequentie. Hoe hoger de hartfrequentie, des te korter de ventriculaire depolarisatie en QT-interval

verlengt QT interval kan wijzen op elektrolytstoornissen of andere hardprobleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

hoelang duurt het qrs interval

A

minder dan 0.12 seconden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

hoelang duurt het PR interval

A

tussen 0.12 en 0.2 sec 3-5 hokjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

hoe kan je op een ecg myocardinale ischemie of andere hartafwijkingen zien

A

verandering ST segment

23
Q

Welk vlak meten de zes afleidingen van de ledematen?

A

frontale/coronale vlak

24
Q

Welk vlak meten de zes precordiale afleidingen?

A

transversale vlak

25
wat is afleiding l en graden
een positieve elektrode aan het linkerarm en een negatieve elektrode aan het rechterarm. Deze afleiding vormt een as in het frontale vlak van 0 graden.
26
wat is afleiding ll en graden
positieve elektrode op het linkerbeen en negatieve elektrode op het rechterarm. Deze afleiding vormt een as in het frontale vlak van 60 graden.
27
wat is afleiding lll en graden
positieve elektrode op het linkerbeen en negatieve elektrode op het linkerarm. Deze afleiding vormt een as in het frontale vlak van 120 graden.
28
waarom zie je een positief spanningsverschil op afleiding l
Aangezien het rechteratrium eerder depolariseert dan het linkeratrium, wordt er een positieve spanningsverschil gemeten in afleiding I, waarbij zijn as precies in het frontale vlak loopt van rechteratrium naar linkeratrium (op 0 graden).
29
welke afleidingen kun je het best bekijken bij een hartinfarct van het pars diafragmatica (inferieure deel van het hart
afleidingen II, III en aVF
30
wat is aVR en graden
positieve elektrode op het rechterarm negatief is midden eindhoven De as van deze afleiding loopt in het frontale vlak in een hoek van -150 graden
31
wat is aVL en graden
positieve elektrode op het linkerarm negatief midden eindhoven De as van deze afleiding loopt in het frontale vlak in een hoek van -30 graden
32
wat is aVF en graden
positieve elektrode op het linkerbeen negatief midden eindhoven De as van deze afleiding loopt in het frontale vlak in een hoek van +90 graden.
33
Welke unipolaire afleidingen ‘kijken’ naar het septum en rechterventrikel?
V1, V2 en V3
34
welke afleidingen bekijken het hart vanuit het transversale vlak
precordiale afleidingen
35
waar plaats je V1
vierde intercostale ruimte rechts van het sternum
36
waar plaats je V2
vierde intercostale ruimte links van het sternum
37
waar plaats je V3
midden van V2 en V4 geplakt
38
waar plaats je V4
vijfde intercostale ruimte in de midclaviculaire lijn, onder tepel
39
waar plaats je V5
de positieve elektrode wordt geplakt in het midden van V4 en V6
40
waar plaats je V6
vijfde intercostaal ruimte in de midaxillaire lijn, onder oksel
41
welk interval verkort tijdens tachcardy
PR interval
42
wanneer zie je een positieve deflectie op ecg
Dus als de depolariserende stroom richting de positieve elektrode van de afleiding loopt
43
wanneer zie je een isoelektrische deflectie op ecg
Dus wanneer een afleiding loodrecht staat op depolariserende ‘golf’
44
wat zijn de einthoven afleidingen
1 2 3
45
wat zijn bipolaire afleidingen
eindhoven, 1 2 3
46
wat zijn de goldbergerafleidingen
aVR a VF aV
47
welke afleidingen zijn unipolair
goldberger, avf avr avl en precordiale
48
welke goldberger afleiding is voornamelijk positief
aVF de andere negatief
49
welke precordiale afleidingen kijken naar het LV
v5 en V6
50
wat is de route van een prikkel door het hart
SA knoop internodale route AV knoop Bundel van His Bundeltakken Purkinjevezels
51
wat kan de pacemaker activiteit van het de SA knoop overnemen
AV knoop Purkinjevezels
52
hoeveel sec is een klein hokje op ecg
0.04
53
hoeveel sec is een groot hokje op ecg
0.2
54
hoeveel hokjes zijn 1 sec
5