Week 10 Flashcards

(35 cards)

1
Q

Wat zijn de kenmerken passend bij inflammatoire aandoeningen van de gewrichten

A
  1. ochtendstijfheid > 60 minuten
  2. nachtpijn
  3. pijn wordt minder bij beweging
  4. ontstekingskenmerken: rood, pijn, zwelling, warm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillen tussen inflammatoir en niet-inflammatoi bij pijn, beweginsbeperking, zwelling, rood, ochtendstijfheid

A
  • pijn is bij inflammatoir in de ochtend, bij niet-inflammatoir in de avond en bij belasten
  • beweginsbeperking is bij inflammatoir actief en passief, bij niet-inflammatoir alleen actief
  • zwelling is bij niet inflammatoir benige structuur
  • rood is bij inflammatoir soms (acuut inflammatoir) bij niet-inflammatoir nooit
  • ochtendstijfheid is bij inflammatoir langer dan 60 minuten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat wordt er met de isometrische test getest

A

of de otsteking buiten het gewricht ligt: slijmbeursen, pezen, spieren, spieraanhechtingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Verschillen tussen articulair en peri-articulaire ontsteking

A

articulair
- zwelling en pijn beperkt zich tot gebied van gewrichtskapsel
- bewegingsbeperking is in alle richtingen
- het is actief en passief pijnlijk
- pijnlijk vooral in gestrekte stand

periarticulair
- zwelling/pijn in een groter gebied in het verloop van de pees, beursa of spier
- bewegingsbeperking in bepaalde richtingen
- alleen actief pijnlijk, niet passief
- bij bursitis is meeste pijn in buigstand
- isometrische testen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verschillen tussen acute en chronische artritis

A

Chronisch: tussen 6 weken en 3 maanden, zelden rood, niet super warm, wel gezwollen. Diagnostiek dmv patroonherkenning
Acuut: warm, rood, gezwollen. Diagnostiek dmv gewrichtspunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

DD van artritis monoarticulair/oligoarticulair acuut en chronisch

A

acuut: septische artritis, jicht, pseudojicht
chronisch: spondylartropathie, TBC artritis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

DD van artritis polyarticulair acuut en chronisch

A

acuut: viraal, reactieve artritis
chronisch: RA, psoriasis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is belangrijk bij de anamnese bij artritis

A

leeftijd, geslacht, ras, familieanamnese, infecties, auto-immuunfenomenen
autoimmuunfenomenen zijn: raynaud, sicca, UV overgevoeligheid, ulcera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke botten zijn aangedaan bij acute/hematogene osteomyelitis

A

femur, tibia, humerus
wervelkolom bij volwassenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom komt hematoge osteomyelitis zo veel bij kinderen voor

A

de groeischrijf heeft erg goede doorbloeding
kinderen hebben een onrijp immuunsysteem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke osteomyelitis vormen ontstaan in de volgende gevallen:
- na beet/snee verwonding
- bij diabetes
- na een operatie
- bij neonaten

A

subacute/focale osteomyelitis
chronische osteomyelitis
postoperatieve osteomyelitis
neonatale osteomyelitis (is multifocaal!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

symptomen van hematogene osteomyelitis

A

de eerste symptomen zijn koorts, malaise
daarna komt drukpijn
alarmsymptoom is als kind het aangedane ledemaat niet meer beweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

diagnostiek van osteomyelitis

A

stap 1: CRP, bloedkweek, leukocyten aantal en differentiatie
stap 2: rontgen, echo en als nodig mri, botscan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

verwekkers van hematogene osteomyelitis

A

s. aureus, steeds vaker kingella en bij immuungecompromitteerden ook de gramnegatieven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

prognose en complicaties van hematogene osteomyelitis

A

prognose is afhankelijk van snelle diagnose en adequate antibacteriele behandeling
complicaties zijn artritis, sekwestervorming en groeiremming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

septische artritis is te herkennen aan

A
  • acute monoarticulaire artritis aan heup/knie
  • patient is ziek met koorts
  • verhoogde ontstekingswaarden in bloed
17
Q

DD van septische artritis

A
  • cellulitis
  • erysipelas
  • bursitis
    (geen beperking van beweging)
  • jicht
  • pseudojicht
18
Q

pathogenese van septische artritis

A

door een ontsteking komen er proteolytische enzymen vrij waarmee bot en kraakbeen afbraak ontstaat

19
Q

wanneer komt primaire en secundaire (pseudo)jicht (niet) voor

A

Jicht:
primair NOOIT bij mannen < 30 of vrouwen < 50 (vrouwelijke hormonen zorgen voor een betere urinezuursecretie)
secundair bij ernstig gestoorde nierfunctie
pseudojicht is calcificatie van het kraak been en vaak bij oudere vrouwen

20
Q

risicofactoren voor septische artritis zijn

A
  • oudere leeftijd
  • gewrichtsprothese
  • recente gewrichtsoperatie
  • schade aan gewricht
  • huidinfectie
  • diabetes mellitus
  • gestoorde afweer (medicamenteus bvb)
21
Q

Diagnose van septische artritis

A

op basis van klinisch beeld en gewrichtspunctie
- negatieve gramkleuring van gewrichtspunctie sluit een septische artritis niet uit
- kweek van punctie
- puncite beoordelen op leukocyten en kristallen

22
Q

Behandeling van septische artritis

A
  • emprisich antibiotica
  • ontlasten van gewricht met herhaalde puncties of spoeling met artroscopie
  • verwijderen van prothese of oestosynthesemateriaal
    behandelingseffectiviteit wordt gemonitored dmv bloed en synoviaalvocht kweken, klinisch beeld en ontstekingsparameters
23
Q

prognose van septische artritis

A

10-15% mortaliteit
25-50% functieverlies van gewricht
20% verminderd in zelfstandig functioneren

24
Q

wat wordt vaak gemist bij septische artritis

A

septische artritis bij patienten bekend met een gewrichtziekte zoals RA wordt vaak gemist o.a. door de immuunmodulerende middelen die worden geslikt

25
septische artritis bij kinderen
- komt minder vaak voor - heeft een andere DD (geen jicht of pseudojicht) - betere prognose - andere verwekkers - andere presentatie (niet gebruiken van aangedane ledemaat) - andere behandeling
26
5 soorten spondylartropathie
1. ziekte van bechterew 2. artritis psoriatica 3. reactieve artritis 4. artritis bij inflammatoire darmziekte 5. ongedifferentieerde spondylartropathie
27
gemeenschappelijke kenmerken van spondylartropathieen
1. enthesitis 2. dactylitis 3. spondylitis
28
CASPAR criteria voor diagnose van
Artritis psoriatica - psoriasis: huidig, in verleden, bij familie - dactylitis: huiding, in verleden - nagelpsoriasis - botafwijkingen - reumafactor negatief
29
verschillen tussen RA en artritis psoriatica
RA: - PIP en MCP gewrichten - symmetrisch - alleen erosie van bot Artritis psoriatica - PIP en DIP gewrichten - assymetrisch - naast boterosie ook botvorming - geen specifieke antistoffen (reumafactor negatief) - geen verhoogd CRP en BSE
30
Typen artritis psoriatica
- assymetrisch (70%) - symmetrisch (lijkt op RA maar heeft negatieve reumafactor) - DIP artritis - artritis mutilans - spondyilitis
31
Trias van reactieve artritis
1. artritis 2. uveitis 3. urethritis
32
behandeling van reactieve artritis
NSAIDS en antibiotica (niet tegen de artritis maar tegen onderliggende infectie)
33
Anti-CCP en reumafactor bij RA
slechtere prognose Anti-CCP zijn antistoffen tegen gecitrullineerde eiwitten. Eiwitten worden door PAD gecitrullineerd (PAD wordt door roken gestimuleerd)
34
2010 diagnose criteria van RA
- aantal betrokken gewrichten - serologie - duur symptomen - acute fase eiwitten > 6 is RA
35
criteria voor ziekteactiviteit van RA
DAS28 - aantal pijnlijke gewrichten - aantal gezwollen gewrichten - BSE - algemene gezondheid gescoord via VAS > 3,2 is ziekteactiviteit met aanpassing nodig van medicatie