week 7 Flashcards
(81 cards)
Werkingsmechanismen van antibiotica
- Celwandsynthese
- Eiwitsynthese
- Nucleinzuursynthese en structuur
- Foliumzuurmetabolisme
- Overige
Werking vancomyicine gramnegatief/grampositief
Vancomyicine is een glycopeptide dat werkt op de glycopeptidaanlaag (celwandsynthese) van bacterien. Bij gramnegatieven ligt deze laag tussen binnen en buitenmembraan. Vancomycine is te groot om door de poriën van de buitenmembraan te reizen. Gramnegatieven zijn daarom intrinsiek resistent tegen vancomycine.
Indeling beta lactam antibiotica
- penicilline (smalste)
- cefalosporine
- carbapenem (breedste)
werking van betalactam antibiotica
celwandsynthese is uniek voor bacterien waardoor de selectieve toxiciteit ontstaat
- suikers worden gevormd door cytoplasma
- door binding aan peptiden worden suikers over celmembraan vervoerd
- buiten de membraan zorgt transpeptidase ervoor dat de suikers aan elkaar gehecht worden
transpeptidase (ook wel penicilline bindend eiwit) wordt door betalactam antibiotica geblokkeerd
tegen welke bacterien werken penicillinen
- penicilline g:
- grampositief: s. pneumoniae
- grampositieve en gramnegatieve anaeroben - flucoxaciline:
grampositief: s. aureus (mits methicilline gevoelig) - amoxicilline:
grampositief: s. pneumoniae, enterococcus faecialis
gramnegatief: h. influenzae, enterobacterien
grampositieve en gramnegatieve enterobacteriën
tegen welke bacteriën werken cefalosporinen
cefalosporinen werken alleen tegen aerobe bacteriën
1ste generatie (cefazoline): grampositieve
2de generatie (cefuroxim): grampositief en negatief, goed empirisch middel bij sepsis
3de generatie (ceftazidime/cefotaxim): gramnegatief
tegen welke bacterien werken carbapenems
gram positief, negatief, aeroob, anaeroob
carbapenems worden alleen voorgeschreven in ziekenhuis via IV bij hele enrstige infecties met resistente micro-organismen
is een reserve antibiotica om resistentie te voorkomen
resistentiemechanismen tegen betalactam antibiotica
- productie van betalactamase (eenvoudig, extended spectrum, AmpC)
- blokkeren van porines
- actieve efflux
- veranderen aangrijpingspunt transpeptidase
werking van augmentin
clavulaanzuur + amoxicilline
clavulaanzuur remt de werking van eenvoudige betalactamase waardoor amoxicilline toch werkzaam is
het is niet werkzaam tegen extended spectrum betalactamase of AmpC
wanneer ontstaat resistentie
bij te korte of te lage dosering van AB toediening: mutatie en selectie
sommige bacteriën kunnen resistentie overdragen dmv plasmiden
principes van behandeling met antimicrobiele middelen
- het middel dient het oorzakelijke micro organisme te doden of de groei ervan te remmen
- het middel dient de ontstekingshaard of getroffen orgaan in voldoende mate te bereiken (waarbij farmacologische parameters van groot belang zijn)
Wat is empirische behandeling
behandeling wordt gestart voordat het oorzakelijke micro-organisme bekend is rekening houdend met de meest waarschijnlijke verwekker
na de kweek wordt er gestroomlijnd tot een smal AB dat specifieker is
empirische therapie is niet per definitie breed
Keuze voor antibioticum hangt af van 6 dingen
- focus van infectie
- verwachte verwekkers
- (oude) kweekuitslagen
- toedieningsweg en dosering (afhankelijk van beschikbaarheid, PD/PK parameters, lever/nierfunctie, gewicht)
- contra-indicaties (nierfunctie, interactie met andere middelen, bijwerkingen, allergie)
- kosten
wat is belangrijk bij gevoeligheid van AB
MIC: minimaal inhibitoire concentratie dmv broths dilute test is de kleinste concentratie waarbij er geen groei is in de buisjes
MBC: minimaal bactericide concetratie is de kleinste concentratie waar er afwezigheid is van de bacteriën op de groeiplaat
EUCAST bepaald bij welke MIC/MBC een bacterie resistent/gevoelig is op basis van PD/PK en in vitro data
farmacokinetiek en dynamiek
farmacodynamiek PD: effect van AB op lichaam en bacterie
farmacokinetiek PK: absorptie, distributie, metabolisme, eliminatie
absorption lag time:
absorptiefase:
eliminatiefase:
absorption lag time: bij orale middelen duurt het even voordat de plasmaconcentratie stijgt na inname
absorptiefase : de fase totdat de maximale concentratie Cmax is bereikt binnen een tijd van Tmax
eliminatiefase: de fase van afbraak van een middel
biologische beschikbaarheid
distributie
biologische beschikbaarheid: fractie van de dosis die onveranderd in de algemene concentratie terecht komt afhangend van opslobaarheid, afbraak en first-pass effect
distributie: verdeling over het lichaam afhankelijk van fysisch chemische eigenschappen als oplosbaarheid in vet en mate van binding aan plasma-eiwitten en weefselcomponenten
gastheerfactoren die een rol spelen bij de distributie van middelen
- bloed-hersenbarriere
- slechte doorbloeding door necrose of bot
- abcessen (hier werken AB minder goed door zuurstofarme milieu en lage pH)
voorbeeld van kostenoverweging bij AB gebruik
cl. dificile kan behandeld worden met fidaxomicine of metronidazol maar fidaxomicine is 100 keer zo duur en wordt altijd meegewogen in de keuze
SWAB
beoogt de kwaliteit van AB gebruik in nederland zodat:
- resistentie wordt beperkt
- kosten worden bespaard
Waarom worden er combinaties van antibiotica gebruikt?
- om spectrum te verbreden (bij empirische therapie)
- voor synergie (bij ernstige infecties)
- om selectie van resistentie te voorkomen
bijwerkingen van antibiotica gebruik
leuko- en trombopenie, herseninsulten, diarree (direct door clavulaanzuur of indirect door veranderde darmflora), nierinsufficientie, hepatotoxicitiet, ototoxicitiet
waar moet aan gedacht worden bij hevige diarree na AB gebruik
door AB gebruik wordt cl. dificile voor geselecteerd en vind er overgroei van de bacterie plaats. de bacterie produceert toxinen wat leidt tot een pseudomembraneuze colitis met waterige diarree, bloed, koorts, soms evolutie naar toxisch megacolon
congenitale, perinatale, postnatale en neonatale infecties
congenitale infecties vinden intra-uterien plaats en hebben als gevolg vroeggeboorte, doodgeboorte, groeiafwijkingen en laag geboortegewicht
perinatale infecties vinden plaats rondom de partus en hebben vroeggeboorte, pneumonie, meningitis en sepsis als gevolg
Postnatale infecties vinden plaats na partus en hebben pneumonie, meningitis, conjuncitivitis en sepsis als gevolg
neonatale infecties vinden plaats in de eerste 4 weken na geboorte