Week 12 Flashcards
(42 cards)
3 soorten gedragsstoornissen
disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen:
- oppositional-defiant disorder (ODD)=oppositionele-opstandige stoornis
- conduct disorder (CD) = normoverschrijdend-gedragsstoornis
Depressieve-stemmingsstoornissen
- disruptive mood dysregulation disorder (DMDD) = disruptieve-stemmingsdisregulatiestoornis
ODD symptomen
- loses temper
- argues with adults
- actively defiant
- deliberately annoying
- blames others
- easily annoyed
- often angry
- spiteful and vindictive
psychopathie
- callous and unemotional
kenmerken: - beperkte prosociale emoties
- gebrek aan berouw of schuldgevoel
- ongevoeligheid, gebrek aan empathie
- onverschillig over niet-presteren
- vlak of deficiënt affect
onderscheid twee vormen agressie
Reactieve agressie:
- vijandige daad als reactie op een ervaren dreiging of provocatie
- gebrek aan controle
- anger expressions, temper tantrums, vengeful hostility
- bij psychiatrie
Proactieve agressie
- minder emotioneel
- gedreven door de verwachting van beloning
- pesten, dominantie, plagen, uitschelden
oppositionele-opstandige stoornis dsm kenmerken
A. boze/prikkelbare stemming, brutaal/ongehoorzaam gedrag, of ontevredenheid:
- boze/prikkelbare stemming
- ruziezoekend c.q. openlijk ongehoorzaam gedrag
- wraakzucht
B. De verstoring in het gedrag gaat samen met lijdensdruk bij de betrokkene zelf of anderen in zijn/haar onmiddelijke sociale omgeving of heeft een negatieve invloed op het sociale, schoolse, of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen
Normoverschrijdend-gedragsstoornis dsm kenmerken
A. grondrechten van anderen, of belangrijke maatschappelijke normen/regels worden geschonden:
- agressie jegens mensen en dieren
- vernieling van eigendommen
- bedrog/diefstal
- ernstige overtredingen van regels
B. De gedragsstoornis veroorzaakt klinisch significante beperkingen in het functioneren op sociaal, school- of beroepsmatig gebied
C. Indien de betrokkene ouder is dan 18 jaar: er wordt niet voldaan aan criteria voor de antisociale persoonlijkheidsstoornis
wat te specificeren bij CD
- begin kinderleeftijd/adolescentie/ongespecificeerd
- beperkte prosociale emoties: gebrek berouw, ongevoelig, onverschillig over prestaties, vlak affect
kenmerken dsm disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis
ahemg
dd bij gedragsstoornissen
- geïsoleerd antisociaal gedrag
- ADHD
- reactieve hechtingsstoornis
- ontremd-sociaalcontactstoornis
- psychose/manie
- depressie
- ASS
therapie odd kind
operante conditionering: leren van de gevolgen van gedrag
versterkers: doen gedrag toenemen
verzwakkers: doen gedrag afnemen
psycho-educatie
PMT
social problem-solving skills training
therapie odd adolescent
psycho-educatie
MST
farmacotherapie: ADHD of antipsychotica
comorbiditeiten odd
adhd, depressie, angststoornissen, middelenmisbruik
wat is het pre-occupatiesynroom: drug-seeking behavior
Iemand is alleen nog maar bezig om het geld bij elkaar te krijgen voor de drugs.
indeling psychotrope farmaca 4 groepen
- algemeen dempend: alcohol, benzodiazepines
- narcotische analgetica: natuurlijk (morfine), semisynthetisch (heroïne), synthetisch (methadon, fentanyl, ketamine)
- psychostimulantia: (met)amfetamine, ecstasy, cocaïne, caffeïne, nicotine, 3-MMC
- hallucinogenen/psychedelica: cannabis, LSD
relatie cannabis en psychoses
hoger
wat is 3-methylmethcathinon 3mmc
amfetamine-achtige stof die re-uptake remt: noradrenaline, dopamine & serotonine omhoog.
Het is toxisch: hartritmestoornissen, hyperthermie en convulsie
wat gebeurt er bij opioïd receptor stimulatie
- remming adenylyl cyclase (cAMPomlaag)
- opening K+-kanalen (leidt tot hyperpolarisatie)
- sluiting Ca2+-kanalen (transmitter release daalt)
Waardoor wordt tolerantie veroorzaakt?
bij gebruik drugs gaat je lichaam aanpassen om het effect van de drugs minder te maken. dit doet het door:
- Meer adenylyl cyclase aanmaken
- Minder kaliumkanalen aanmaken
- Meer calciumkanalen aanmaken
abstinentiesyndroom komt doordat als je stopt je last hebt van deze aanpassingen
tolerantie is na afkicken verdwenen
Hoe ontstaat craving bij drugsgebruik
ligt aan GABA, dopamine en endogene opioïden, mesolimbische dopaminerge zenuwbanen. therapie: partiële D-receptor agonist
Wat is de rol van GABA bij afgifte dopamine
GABA onderdrukt de dopamine afgifte naar de nucleus accumbens. Op de GABA-zenuwuiteinden zitten de mu-receptoren en dat is een type van opioïdreceptoren. Bij binding valt de remming van GABA weg en komt er meer dopamine.
wat is de rol van de partiële D-receptor agonist bij de behandeling van craving
Tijdens het moment van verslaving hebben we veel dopamine en zonder drug inname heb je weinig dopamine en het lichaam wil die situatie weer terug. Kan je misschien op een andere manier de dopamine receptor stimuleren? Een partiële D-receptor agonist geeft maar een deel van het effect van dopamine. Wat is dan het gevolg? Als je iemand behandelt hiermee terwijl ze nog drugs gebruiken hebben ze nog heel veel dopamine en deze agonist krijg je er dan nog bovenop. Dan kan een deel van de receptoren niet meer bezet worden door dopamine want daar zit de agonist al en het effect is niet zo maximaal als eerst. Dus uiteindelijk minder effect
Als iemand geen drugs gebruikt en je hebt weinig dopamine. Een deel van de receptoren is dan bezet door de agonist en die geeft wel een beetje effect. Uiteindelijk heb je dan meer effect.
hoe werken dopamine receptor antagonisten bij drugsbehandeling
Antagonist wordt eigenlijk niet gebruikt want mensen nemen dat niet in
hoe werken GABA stimulantia bij behandeling drugsverslaving
gabapentine, topiramaat
GABA dempt natuurlijk dus als je die stimuleert heb je minder effect
hoe werken opioïd receptor antagonisten bij drugs
naloxon (IV) en naltrexon (ook oraal)
Bij overdosis