week 13 Flashcards

(72 cards)

1
Q

Hoe zwaar is de huid?

A

15 kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke functies heeft de huid?

A

Barriëre-functie
–> “buiten houden wat buiten hoort, binnen houden wat binnen is”
–> micro-organismen
–> UV licht
–> schadelijke stoffen (vloeistoffen en chemische stoffen)
Handhaven “intern milieu”
–> Vochthuishouding
–> temperatuur (bloedvaten & zweetklieren)
Pijn en temperatuur voelen
Isolatie voor warmte en kou
Opslagplaats voor energie
Omzetten Vit D
Stootkussen
Intermenselijk contact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bevindt zich allemaal in de epidermis?

A

Keratinocyten (hoorncellen)
Melanocyten (pigmentcellen)
Langerhanscellen
Merkelcellen
Vrije zenuwuiteinden
Géén bloedvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn kenmerken van de melanocyt?

A

Aanmaak melanine in melanosomen
Ieder mens heeft ongeveer evenveel melanocyten
Bij donkere huid aantal melanosomen groter en melanosomen groter
(geel, oranje melanine, vaak bij gingers) en eumelanosoom (meest beschermende, donkerste melanine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn keratinocyten + melanocyten?

A

Epidermale-melanocytaire unit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de functie van de epidermis?

A

beschermt als barriëre:
micro-organismen
UV-licht
schadelijke stoffen
Vochtverlies
mechanisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van de dermis?

A

Overgang epidermis-dermis: Basale membraan
Papillen –> stevigheid
Bloedvaten –> temperatuur
Dikte 1-3 mm
Fibroblasten –> “tussenstof“
Adnexen (huidaanhangsels)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn kenmerken van de fibroblasten in de dermale matrix?

A

Fibroblasten –> dermale matrix
collageenvezels (trekvast)
elastinevezels (rekbaar)
ertussen: glycosaminoglycanen oa chondroitinesulfaat dermatansulfaat hyaluronzuur
Stevigheid, soepelheid en volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 2 soorten zweetklieren zijn er en waar zorgen ze voor?

A

Eccriene zweetklieren in dermis/subcutis: thermoregulatie, terugresorptie Na+, homeostase water & electrolyten
Apocriene klieren dieper in subcutis: oiv androgenen secreet door bacteriën omgezet (lichaamsgeur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de functies van de dermis?

A

mechanische bescherming
thermoregulatie
aanvoer voedingsstoffen/zuurstof
aanvoer ontstekingscellen
pijn- en tastzin
aanvoer keratinocyten en melanocyten bij wondherstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bevindt zich in de subcutis?

A

vnl. vetcellen = lipocyten
netwerk van bindweefsel
verder bloedvaten, zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de functies van de subcutis?

A

Energiereserve
Isolatie
Waterreservoir
Stootkussen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat PROVOKE voor?

A

Plaats
Rangschikking
Omvang (aantal, grootte)
Vorm
Omtrek
Kleur
Efflorescenties = bloeiwijze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een macula?

A

macula (= vlek)
omschreven kleurverandering in niveau huid
zonder andere epidermale of dermale afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is lichenificatie?

A

lichenificatie: vergroving van het huidreliëf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de verschillen tussen een huidinfectie en een huidmanifestatie van een infectieziekte?

A

Huidinfectie:
Exogeen –> Van een extern reservoir
Endogeen –> Vanuit dragerschap bijv bij chirurgische ingreep, lactatie

Huidmanifestaties van infectieziekten:
Primaire oorzaak elders in het lichaam
Exanthemen
Septische emboliëen

Huid is belangrijke barrière tegen infecties
Hoornlaag
Talg (lipiden)
Antimicrobiële peptiden
Huidflora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke bacteriën kunnen huidinfecties veroorzaken?

A

Grampositieve kokken – pyodermie
–> Staphylococcus aureus
–> Streptococcus pyogenes (meestal groep-A-streptokokken, soms B,C of G)
Gramnegatieve staaf
–> Pseudomonas aeruginosa –> nestelt zich graag in andere infecties of dode stukjes huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke pyodermieën zijn er die door grampositieve kokken worden veroorzaakt, op volgorde van oppervlakkig naar dieper?

A

Impetigo vulgaris/bullosa –> krentenbaard, meestal door s aureus –> meest oppervlakkige, in stratum corneum en granulosum
Ecthyma
Folliculitis/furunkel/carbunkel
Erysipelas
Cellulitis
Fasciitis necroticans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat zijn de kenmerken van impetigo vulgaris?

A

Krentenbaard
Oppervlakkig, Staphylococcus aureus (90%) Streptococcus pyogenes (10%)
Besmettelijk, jonge kinderen
Primair / secundair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is de therapie van impetigo vulgaris?

A

Lokaal: korsten afwassen,
–> antiseptisch, antibiotisch
Per os: antibiotisch
–> Flucloxacilline
–> Strept gr A systemisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de kenmerken van impetigo bullosa?

A

Exfoliatieve toxinen producerende Staphylococcus aureus
–> gemaakt door groep II coagulase-positieve stafylokokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke secundaire infecties kunnen er ontstaan bij een verstoorde huidbarrière?

A

Eczeem
Wonden / trauma
Door krabben
Chronisch (lymf)oedeem
Navelstomp
Herpes simplex/zoster
Schimmel infecties
Parasitaire infecties
Etc!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat zijn de kenmerken van folliculitis?

A

Oppervlakkige ontsteking haarzakjes
S. aureus
Pityrosporon
Provocerend:
–> Trauma (scheren)
–> Occlusie (bv olie, strakke broeken, zittend werk)
–> Topicale corticosteroïden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is de behandeling van foliculitis?

A

Behandeling: provocerende factoren staken, antiseptica, AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de kenmerken van furunkel/carbunkel?
Acuut necrotiserende ontsteking haarzakje Koorts, malaise S. aureus Furunculosis
26
Wat is de behandeling van furunkel/carbunkel?
Behandeling: Ontlasten AB, desinfect Recidieven: Dragerschap
27
Wat zijn de kenmerken van erysipelas?
Acute bacteriële infectie dermis, opp. subcutis en opp. Lymfevaatjes Pyogene streptokokken, zelden S. aureus Vaak hoge koorts, koude rillingen, malaise Scherp begrensd erytheem, oedeem, induratie, warm --> soms blaren Risicofactoren: Verstoorde huidbarrière Porte d’entree Veneus, lymfoedeem Diabetes mellitus
28
Wat is de behandeling van erysipelas?
Flucloxacilline, clindamycine iv of oraal Oedeem verminderen dmv ambulante compressie na de acute fase (zwachtelen, steunkous) Recidiverende erysipelas: maandelijks benzylpenicilline i.m
29
Wat zijn de kenmerken van cellulitis?
(Sub)acute/ chronische bacteriële infectie dermis, subcutis Meerdere verwekkers: o.a. Streptokokken, S. aureus, soms H.influenzae ea Minder scherp begrensd Patiënt kan erg ziek zijn
30
Wat zijn risicofactoren voor cellulitis?
Risicofactoren: Verminderde lymfe afvloed, arteriële/ veneuze circulatie, huidbarrière, obesitas
31
Wat zijn kenmerken van de necrotiserende fasciitis?
Onscherp begrensd erytheem, pijn en zwelling (extremiteiten, romp, perineum (Fournier's gangreen, gevolgd door roodpaarse tot donkerblauwe verkleuring en bullae (haemorrhagisch), waarna zwarte necrose (minder pijn) Mengflora of mono-microbieel: groep A streptokokken (10-15% van totaal verwekkers), verder: groep B streptokokken, enterococcen, Staphylococcus aureus, E. coli, Pseudomonas aeruginosa, Proteus, Serratia, Clostridium, Candida, MRSA Hoge mortaliteit! Therapie: Ruime excisie! En AB obv verwachte verwekker(s) Trauma (brandwond, chirurgie) IV drugsgebruik Varicella Bestaande weke delen infectie Algemeen: Immunosuppressie, DM, ondervoeding, alcoholisme, leeftijd > 60, verminderde nierfunctie, maligniteit, perifeer arterieel vaatlijden
32
Welke virale verwekkers van huidinfecties zijn er?
Herpes-simplex-virus type 1 en 2 Varicella zoster virus Humaan papillomavirus (HPV) Molluscum-contagiosum-virus
33
Wat zijn de kenmerken van HPV?
>150 genotypen bekend Cutaan / mucosaal Oncogeen/ niet-oncogeen A- /Symptomatisch Verrucae vulgaris Verrucae plana Condylomata acuminata
34
Wat is de behandeling voor wratten?
Geen therapie Salicylzuur Stikstof Collodion ad verrucas Imiquimod 5% crème (immuunmodulerend) 5-flourouracil crème Sinecatechineszalf 15% Laser Duct tape Etc......
35
Wat zijn kenmerken van mollusca contagiosa (waterwratjes)?
M.n. bij kinderen, epidemieën Spontane genezing Uitgebreid bij atopisch eczeem Volwassenen: vaak genitaal regio NB uitgebreide infecties op volwassen leeftijd kunnen wijzen op een afweerstoornis
36
Wat zijn kenmerken van HSV 1 of 2 infecties?
Primoinfectie: herpes gingivostomatitis Recidief: vanuit sensibele ganglia Luxerend: zonlicht, stress, menstruatie, koorts , trauma HSV 1 / 2 infecties: Secundaire bacteriële infectie Frequente recidieven Immuungecompromitteerden en andere ernstige gecompliceerde infecties
37
Wat moet je doen als je eczema herpeticum ziet?
Hoge mortaliteit, zet diagnostiek in en start direct met behandeling!
38
Wat zijn de kenmerken van dermatomycose (ringworm)?
Oppervlakkige schimmelinfectie met dermatofyten Huid, nagels, haren Hecht niet aan mucosa Oppervlakkig / diep Gastheerfactoren: lokale factoren huid vochtigheidsgraad en temp onderliggend: endocrien (DM), afweerstoornis
39
Wat is onchomycose?
Schimmelinfectie van de nagels
40
Wat zijn kenmerken van tinea capitis?
Tinea capitis (haren) Overdraagbaar door contact --> Schoolkinderen --> Familie --> Huisdieren
41
Wat zijn de kenmerken van candida?
Commensaal mond tr. digestivus, vagina Afweerstoornis, obesitas, iatrogeen (AB) Slijmvliezen, plooien Mond: afschraapbaar Symmetrisch, schilferkraag, centraal erosie “Eilandjes voor de kust''
42
Wat is de behandeling van candida --> intertrigo, smetplekken?
Behandeling: bestrijd warmte, vocht en wrijving. Huidplooien schoon en droog Afvallen (bij overgewicht). Ernstige intertrigo: iets tussen de plooien (Engels pluksel, scheurlinnen, gazen, alginaten) Bestrijdt incontinentie. Beschermende cremes, zonodig met antibacteriële, antimycotische, en/of anti-inflammatoire (corticosteroïden) toevoegingen.
43
Wat is de algemene behandeling van gist/schimmel infecties?
--> Algemene maatregelen Droog houden Secundaire infectie bestrijden Onderliggende problemen behandelen --> Antimycotica lokaal Azolen (miconazolcreme, ketoconazolcreme) Whitfield creme of zalf Ciclosporox crème --> Antimycotica oraal Azolen (itraconazol, fluconazol, dermatofyten en gisten - candida) Terbinafine (Dermatofyten) Nystatine (Candida)
44
Wat zijn de kenmerken van scabiës?
Erythemateuze papels, vesikels en gangetjes
45
Wat is de diagnostiek van scabiës?
Dermatoscopie Microscopie PCR
46
Wat zijn de kenmerken van scabiës crustosa?
Miljoenen mijten Hyperkeratotische plaques, ook op handpalmen en voetzolen Zeer besmettelijk, ook aerogeen via schilfers Mijt overleeft 3 dagen bij kamertemp en tot 7 dagen bij hoge luchtvochtigheid en lage temperaturen
47
Wat is de behandeling van scabiës?
Behandeling scabiës 1.MEDICAMENTEUS ➢ Permetrine 5% creme op dag 1 en 8 ➢ Ivermectine 200 microgram/kg op dag 1 en 8 --> Beiden > 90% effectief. Bij scabies crustosa en bij frequente recidieven combinatie van beiden. Verwijs naar dermatoloog. ➢ Benzoylbenzoaat-smeersel 25% FNA op dag 1,2 en 8,9 2. CONTACTEN BEHANDELEN (>15 minuten of regelmatig huidcontact) 3. HYGIENISCHE MAATREGELEN ➢ Was – en luchtvoorschriften ➢ Vermijden > 15 min contact met besmette personen / kleding tot 12 uur na behandeling
48
Hoeveel % van de psoriasis is psoriasis vulgaris?
85% chronische plaque type
49
Wat is de overige 15% van de psoriasis typen?
Guttata (geassocieerd met luchtweginfectie) Pustulair Erythrodermisch
50
Waar heb je meer kans op als je psoriasis hebt?
Op co-morbiditeiten zoals angst of hart- en vaatziekten
51
Wat zie je bij de pathologie bij psoriasis?
Hyperparakeratose Psoriasiform verlengde retelijsten Perivasculair lymfocytair ontstekingsinfiltraat Neutrofiele granulocyten (microabces van Munro) Hypogranulose Gedilateerde capillair in papiltop
52
Waar komt psoriasis het meest voor?
Australië, Noorwegen, Israël en Denemarken
53
Waar komt psoriasis het minst voor?
Taiwan
54
Wat heb je nodig om psoriasis te krijgen?
Genetische predispositie 70 genen spelen een rol bij krijgen psoriasis
55
Wat is een belangijk psoriasis gevoeligheidsgen om het te krijgen?
HLA Cw6
56
Waar zit de grootste lymfeklier?
In de darm
57
Hoeveel soorten immuuncellen zijn er betrokken bij het krijgen van psoriasis en welke zijn het belangrijkst?
36 soorten Th1, Th17 en Th22 belangrijste 'generaals'
58
Wat is de behandeling van psoriasis?
Vitamine D + corticosteroïden (zalf) nu beste behandeling Als dat niet werkt dan tabletten en injecties --> als kinderwens geen methotrexaat en acitretine, dan ciclosporine
59
Wat zijn de bijwerkingen van psoriasis middelen?
Bovenste luchtweginfecties agv biologicals --> gaat dus lijken op psoriasis guttata
60
Waar wordt lyme door overgedragen?
Teken
61
Welke soorten bacterieën kunnen lyme veroorzaken?
US: Borrelia burgdorferi EU: Borrelia garinii, Borrelia afzelii, Borrelia burgdorferi, (Borrelia myamotoi) Familie: Spirochaetaceae genera: Leptospira/Treponema/Borrelia Lang (10-30 microm), dun (0.2μm) , spiraalvorm
62
Wat is stadium 1 van lyme borreliose?
lokale infectie 3-30 dagen na beet centrifugale uitbreiding (> 5 cm) erythema migrans (75% EM) 75% centrale opheldering (EU) 30-60% jeuk, brand gevoel algehele malaise vermoeidheid, koorts soms asymptomatisch lymphocytoom
63
Wat zijn de morfologische karakteristieken van lyme borreliose in de USA?
Homogene laesie Centraal erythema Centrale opheldering Bijtpunt zichtbaar Vestikels, papels, schilfers
64
Wat kunnen de symptomen zijn van stadium 1 van lyme borreliose?
Spier en/of gewrichtspijnen Koorts Hoofdpijn Vermoeidheid Stijve nek Geen klachten
65
Wat zijn de kenmerken van stadium 2 van lyme borreliose?
< 1 jaar na infectie/EM gedissemineerde infectie! multipele secundaire huid laesies koorts algehele malaise vermoeidheid
66
Welke manifestaties kunnen er optreden in stadium 2 van lyme borreliose?
meningitis radiculitis hersenzenuw uitval artritis carditis (a-v geleidingsblok) overige zeldzame manifestaties
67
Wat zijn de kenmerken van stadium 3 van lyme borreliose?
persisterende infectie >1 jaar na infectie of EM chronisch (>6 mnd) polyneuropathie encephalopathie: cognitieve stoornissen slaapstoornissen persoonlijkheids stoornissen chronische artritis acrodermatitis chronica atroficans (ACA)
68
Wat zijn de kenmerken van de epidemiologie van lyme borreliose?
Verwekker: Borrelia afzelii/garinii/burgdorferi Vector: teken (Ixodes) Reservoir: herten, knaagdieren (veldmuis, eekhoorn) Voorkomen NL: juni-december (95%) Geen overdracht mens-mens Risico afhankelijk van: dichtheid teken prevalentie geïnfecteerde teken (3 - >50%) mate, frequentie en duur van expositie kans op klinische Lyme na beet van geïnfecteerde teek is 1-3% positiviteit teek geen voorspellende waarde voor infectie
69
Wat doe je als iemand erythema migrans heeft?
Dan meteen behandelen voor lyme, geen verdere diagnostiek doen --> want vaak te vroeg testen voor antistoffen
70
Wat is de diagnostiek van lyme borreliose?
PRIMAIR KLINISCHE DIAGNOSE! Serologie Screenen: ELISA ziekte > 8 weken: sensitiviteit >95% < 8 weken: 50-80% specificiteit 80-95% Confirmeren: Western Blot (specificiteit > 95%) IgG soms jarenlang aanwezig; In hoog-endemische gebieden: 20-25% pos. Seroreactiviteit garandeert geen bescherming! Kweek Huidlaesies: sensitiviteit 60-80% Neuroborreliose: sensitiviteit 15% PCR variabele sensitiviteit bij neuroborreliose: 20-100% variabele sensitiviteit bij huidlaesies: 20-90% Lyme artritis sensitiviteit: 75-90%
71
Wat is de preventie (primair en secundair) van lyme?
Tekenbestrijding (pesticides) Vermijden teken habitat Persoonlijke bescherming: lange mouwen/broeken DEET (di-ethyl-toluamide) tekenverwijdering Profylaxe in gebieden met infectierisico na beet > 4% Vaccinatie risico groepen?
72
Wat is de therapie van volwassenen voor lyme per stadium?
Tekenbeet geen antibiotica, of toch wel? (argumentatie: laag risico/bijwerkingen/kosten) Stadium 1: doxycycline 2 dd 100 mg p.o. 10 d erythema migrans --> amoxicilline 3 dd 500 mg p.o. 14 d Stadium 2 vroege neuroborreliose --> ceftriaxon 1 dd 2 g i.v. 14 d arthritis --> doxycycline 2 dd 100 mg p.o 30 d Stadium 3: chron neuroborreliose --> ceftriaxon 1 dd 2 g i.v. 30 dagen