Week 14 HC 6 Primaire en secundaire hypertensie Flashcards

1
Q

Wat is bekend over hypertensie en diabetes als risicofactor?

A
  • Hypertensie en diabetes in top 10 bepalend voor levensverwachting
  • Risico neemt al toe bij een relatief lage bloeddruk
  • Hypertensie clustert met andere CV risicofactoren
  • Risico berust op nadelige effecten van hoge bloeddruk op bloedvaten (groot en klein) en op hart
  • Risico sterker voor beroertes dan voor hartinfarcten
  • Prevalentie/behandeling middels leefstijlaanpassingen en antigypertensieve medicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is hypertensie?

A

Een hoge bloeddruk

Afbeelding 83

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is primaire hypertensie?

A
  • Meest voorkomende vorm (> 90%) waarbij de oorzaak niet bekend is
  • Vaak positieve familie-anamnese (wordt geleidelijk naarmate men ouder wordt, uiteindelijk kan het leiden tot complicaties)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is secundaire hypertensie?

A
  • Komt in 5-10% van de gevallen voor en kent diverse oorzaken (zoals onderliggende ziektebeelden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wil je weten bij een patiënt met hypertensie?

A
  • Lichamelijke klachten (hartkloppingen, POB, oedeem, benauwdheid, verminderde inspanningstolerantie)
  • Leefstijl
  • Familie-anamnese

Lichamelijk onderzoek:
- Gewicht
- Uiterlijke kenmerken
- Palpatie
- Chouffle
- Etc.

Aanvullend onderzoek:
- Cholesterol
- Bloeddruk
- Nierfunctie
- Eindorgaanschade
- Suikerziekte
- RAAS
- Hormonen
- Etc.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer moet je denken aan een secundaire oorzak voor hypertensie?

A
  • Jonge patienten
  • Plots ontstaan of verergeren
  • Negatieve familie-anamnese
  • Hypertensieve crisis (CVA, hoofdpijn)
  • Therapieresistentie
  • Kenmerkende symptomatologie
  • Afwijkingen lichamelijk onderzoek of bij toutinelab (kreatinine, kalium, urine)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In welke mate is erfelijkheid een factor bij hypertensie?

A
  • Familie: 10-30%
  • Parent-offspring: 20-30%
  • Natural siblings: 40%
  • Adopted-natural siblings: 15%
  • Twins: 50-70%

Genetische factoren ca. 30% verklaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn oorzaken voor secundaire hypertensie?

A
  1. Slaap-apnoe syndroom (OSAS)
  2. Endocrien
    - Primair hyperaldosteronsisme (RAAS)
    - Feochromocytoom
    - Hypercortisolisme (crushing)
    - Acromegaliè
    - Hyperthyreoïdie
    - Hypothyreoïdie
  3. Diëet/genotsmiddelen:
    - Drop
    - Zoethout
    - Cocaïne
  4. (Reno)vasculair
    -Nierarteriestenose
    - Coarctation aortae
  5. Parenchymateuze nierziekten
  6. Zwangerschap
  7. Geneesmiddelen
    - Corticosteroïden
    - Cyclosporine
    - Angiogenese remmers
  8. Monogenetisch (1 mutatie)
    - Syndroom van Liddle
    - Syndroom van Gordon
    - Apparent mineralocortoid excess
    - Glucocorticoïd onderdrukbaar hyperaldosteronisme
  9. Neurogeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is obstructief slaap-apnoesyndroom (OSAS)?

A
  • 15 apnoes of hypopneus per uur slapen + klachten van slaperigheid overdag
  • 4% volwassen vrouwen, 9% volwassen mannen
  • Vaak dikke mensen, dikke nek
  • S’nachts normale bloeddruk bij 24h meting, normaal zou die lager moeten zijn
  • Predisponeert tot hypertensie, HVZ, DM, pulmonale hypertensie
  • Obstructie van bovenste luchtweg (functioneel, anatomisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de behandeling bij OSAS?

A
  1. Leefregels:
    - Gewichtsreductie
    - Alcoholgebruik minderen
    - Zij- ipv rugligging (tennisbal)
  2. Interventie
    - CPAP middels neusmasker
    - Operatief: KNO-arts
  3. Bloeddruk verbetert niet altijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat doet aldosteron?

A

Aldosteron werkt in op de nieren om actieve reabsorptie van natrium en een bijbehorende passieve reabsorptie van water mogelijk te maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe werkt hyperaldosteronisme?

A

Renine wordt gemeten en die is verlaagd wat zorgt voor een verhoging van het aldosteron

Afbeelding 84

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is klinisch zichtbaar bij hyperaldosteronisme?

A
  • Hypertensie + (neiging tot) hypokaliëmie
  • Kaliurese ondanks hypokaliëmie (> 30 mol/24 uur)
  • Hoog aldosteron/laag renine –> hoge aldo-renine ratio
  • CT-scan bijnieren: adenoom of bilaterale hyperplasie
  • Adenoom: laparoscopische adrenalectomie
  • Bilaterale hyperplasie: spironolactone (aldosteron-receptorblokker)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt drophypertensie?

A
  • Effect binnen enkele weken
  • Drop: ongeveer 3% glycyrrhizinezuur (heeft dezelfde werking als aldosteron doordat het omzetting cortisol remt, RAAS staat uit)
  • Klinische effecten bij > 400 mg/dag (10-15g)
  • Vrouwen gevoeliger dan mannen
  • Nast drophypertensie, hypertensieve crisis, spierparalyse en rhabdomyolyse beschreven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is renovasculaire hypertensie?

A
  • Hypertensie ten gevolge van een verminderde perfusie van een nier of beide nieren, veroorzaakt door een vernauwing van een nierslagader of meerdere nierslagaders
  • Hypertensie in eerste instantie veroorzaakt door een verhoogde renineproductie door de nier achter de vernauwde nierslagader

Afbeelding 85

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn oorzaken van een nierarteriestenose?

A
  • Atherosclerose (ouderen)
  • Fibrosmculaire dysplasie (jongeren, vooral vrouwen)
  • Arteritis: (vasculitis, compressie van nierarterie door extrinsieke laesie)
16
Q

Wat is het aanvullende onderzoek bij verschillende oorzaken van hypertensie?

A

Afbeelding 86