Week 2 Flashcards
(84 cards)
welke lading heeft de fosfaatgroep aan de buitenkant van een DNA streng
negatief
hoeveel waterstofbruggen hebben AT en CG?
AT heeft er twee
CG heeft er een
noem 4 soorten puntmutaties
- transitie/ stille mutatie
- transversie
- deletie
- insertie
wat gebeurd er bij transitie/ stille mutatie
base veranderd maar aminozuur blijf hetzelfde
purine -> purine of pyrimidine -> pyrimidine
wat is een purine
base met een heterocyclische ring (adenine of guanine) A of G
wat is een pyrimidine
base met twee heterocyclische ringen (thymine of cytosine) T of C
wat gebeurd er bij transversie (en 2 soorten)
purine -> pyrimidine
- missende mutatie = aminozuurverandering
- nonsense mutatie = codon omgezet in stopcodon
wat gebeurd er bij deletie
verschuiving van leesraam
Hoe werkt het RAS-gen
een groeifactor bindt aan receptor
eiwitexpressie van RAS (kan celgroei aanzetten)
RAS-GTP is actief (wordt gehydrolyseerd tot GDP = inactief)
glutamine 61 of glycine 12 remt de GTP hydrolyse waardoor proces blijft doorgaan
noem 4 soorten chromosomale afwijkingen
- translocatie
- amplificatie
- deletie
- numerieke afwijkingen
wat is een translocatie
uitwisseling van chromosoom strengen
* bij gebalanceerde translocatie => geen netto DNA verlies
er kan een fusie gen ontstaan waardoor er nieuwe eiwitten ontstaan
Wat is een amplificatie
vermeerdering van mutatie
DHFR zorgt voor expressie van thymidine (nodig voor celgroei)
MTX is een remmer van DHFR
deleties bij chromosomen gevaar
er kan verlies van hetrozygositeit zijn (LOH)
wat is er mis bij een numerieke afwijking?
te veel of te weinig kopieën van een chromosoom (aneuploidie)
-> overexpressie van genen of verlies van hetrozygositeit
noem de 5 oorzaken voor DNA beschadiging
chemische instabiliteit
chemische verbindingen
biologische stoffen
fysische agentia (rontgen)
foutieve replicatie
waardoor treedt er DNA schade op bij chemische instabiliteit? (2 redenen)
** spontane hydrolyse - hierdoor gaat n-glycosylverbinding tussen suiker en base verloren en krijg je abasische site (geen base)
** deaminatie van base - aminogroep verdwijnt (c veranderd dan bijv. in u)
waardoor treedt er DNA schade op bij chemische verbindingen (2 vormen)
het is zowel direct als indirect giftig
direct; bind meteen aan DNA en zorgt voor schade
indirect; chemische stof moet eerst in de cel metabool worden geactiveerd en is daarna schadelijk
waardoor treedt er DNA schade op bij biologische stoffen (2 soorten)
endogene stoffen; (produceert lichaam zelf) zuurstofradicalen (8-oxoguanine paart met adenosine)
exogene stoffen; aflatoxine wordt geproduceerd door schimmel (in mais of pinda’s)
waardoor treedt er DNA schade op bij fysische agentia
hoogenergetische straling -» leidt vaak tot dubbelstrengs breuken
waardoor treedt er DNA schade op bij foutieve replicatie (pag 39)
soms kan polymerase door fout niet verder, dan neemt translatie DNA-polymerase het over, als deze het ook niet lukt bindt ubiquinol een PCNA-ring waarna translatie DNA-polymerase toch verder kan
normale DNA replicatie proces met enzym
legging strand - polymerase alfa
leading strand - polymerase delta
soorten DNA beschadigingen (5)
chemische adducten
intrastreng crosslinks
interstreng crosslinks
DNA-streng breuken
basepaar mismatches
wat is een chemisch adduct
DNA beschadiging doordat chemische stof bind aan een nucleotide
- stof die DNA-dubbele helix verstoort; benzopyreen (roken stofje)
- stof die DNA dubbele helix niet verstoort; deaminatie, chloorgroepen
wat is een interstreng crosslink
een verbinding tussen twee verschillende strengen door te binden aan twee basenparen