week 2 Flashcards

1
Q

algemeen: relatieve bevoegdheid

A

→ relatieve bevoegdheid antwoord op de vraag welke bepaalde rechter bevoegd is
wordt bepaald door de woonplaats van de gedaagde
hier mogen in beginsel in partijen van afwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

algemeen: absolute bevoegdheid

A

→ absolute bevoegdheid geeft antwoord op welke rechter bevoegd is
wordt bepaald door de inhoud van de eis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Formaliteiten
Als.. dan.. regels (maar er zijn hier vaak uitzonderingen op)

A

Art. 125 Rv: aanhangigheid zaak, indiening bij griffie, inschrijving op de rol
Art. 127 Rv: griffierecht, ontslag van instantie
Art. 133 Rv:
De rechter stelt de termijnen voor het nemen van conclusies vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gewone termijn berekening appeltermijn

A

Art. 339 Rv (dit is een appeltermijn van een kort geding): 1) De termijn van beroep is drie maanden, te rekenen van de dag van de uitspraak van het vonnis. 2) In afwijking van het eerste lid is de termijn van beroep van een vonnis in kort geding vier weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Afwijkende dagvaardingstermijnen:

A

Buitenlandse gevallen (art. 115 Rv)
Art. 116 Rv (aandelen of effecten)
Art. 117 Rv: verkorting op verzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HR St. IPO Rijnmond

A

Indien een zaak meervoudig wordt beslist en een mondelinge behandeling niet mede tot doel heeft dat de rechter partijen in de gelegenheid stelt hun stellingen toe te lichten, belet de regel van het arrest van 2014 niet dat de mondelinge behandeling plaatsvindt ten overstaan van een rechter-commissaris respectievelijk raadsheer-commissaris, in plaats van ten overstaan van de drie rechters of raadsheren door wie de beslissing zal worden genomen (…)
→ dus, wanneer de mondelinge behandeling eigenlijk niks toevoegt of toelicht aan de rechter, wordt dit gedaan bij de RC / mag dit worden gedaan
→ Hoor en wederhoor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Termijnen indienen processtukken

A
  • Conclusies/akten: Art. 2 lid 7 Landelijk procesreglement civiele dagvaardingszaken Rb
  • 6 weken, 4 weken, 2 weken
  • Uitstel: art. 2 lid 8
  • In beginsel geen uitstel
  • Eenstemming verzoek
  • Klemmende redenen of overmacht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HR (Van Rens & Philipsen/Van Waalwijk van Doorn)

A

Als een partij nog een proceshandeling wil verrichten of nog een productie in het geding wil brengen moet dit op grond van art. 2.9 Landelijk Procesregelement ten minste twee weken voor de dag van de zitting doen.
In het arrest werd bepaald dat bij bijzondere omstandigheden er een langere termijn kan worden bepaald aan de hand van hoor en wederhoor (bijv. als je twee weken van tevoren een enorm groot en moeilijk te doorgronden processtuk inbrengt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

HR (Van Rens & Philipsen/Van Waalwijk van Doorn)

A

Als een partij nog een proceshandeling wil verrichten of nog een productie in het geding wil brengen moet dit op grond van art. 2.9 Landelijk Procesregelement ten minste twee weken voor de dag van de zitting doen.
In het arrest werd bepaald dat bij bijzondere omstandigheden er een langere termijn kan worden bepaald aan de hand van hoor en wederhoor (bijv. als je twee weken van tevoren een enorm groot en moeilijk te doorgronden processtuk inbrengt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Feestdagen en weekenden termijn?

A

Verlengd door 1077 rv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gewone termijn tussen dagvaarding en verschijning?

A
  • “De gewone termijn van dagvaarding is ten minste een week.” (art. 114)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Institutionele vereisten

A

Algemeen in art. 6 EVRM [vet zijn in Hugenholtz-Heemskerk genoemd]
* onafhankelijke rechter (art. 117 Gw)
* onpartijdigheid (onbevooroordeeldheid) (art. 36-41 Rv)
* openbaarheid (art. 27-28 Rv)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Niet in EVRM

A
  • goede procesorde
  • partijautonomie/lijdelijkheid van de rechter
  • (meervoudig) hoger beroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Meervoudig beslissen artikel?

A

art. 16 Rv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Herstelexploten (3)

A
  1. Herstel nietigheid: art. 120-122
    * Vormvereisten dagvaarding, nietigheden. H-H, nr. 61
    * Als pij niet verschijnt: nieuwe roldatum en herstel
    * Als pij verschijnt: benadeling?
  2. Herstel inschrijving, art. 125 lid 4
    * Na verstreken ‘aangezegde rechtsdag’: 2 weken.
  3. Herstel overigen, wijzigingen
    * Gewone dagvaarding, gewone termijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

HR 13 juli 2007, NJ 2007/409 (verstek en nietigheid)

A

-gebrek in dagvaarding
- In een zodanig geval dient de rechter, indien de verweerder niet in het geding verschijnt, ingevolge art. 121 lid 3 Rv. de nietigheid van het exploot uit te spreken. Maar indien de verweerder wel in het geding verschijnt dan wel, na bij verstek te zijn veroordeeld, in verzet komt en zich op de nietigheid van de dagvaarding beroept, dient de rechter dat beroep te verwerpen indien hij oordeelt dat de verweerder door het gebrek niet onredelijk in zijn belangen is geschaad (art. 122 lid 1).

16
Q

HR apparaatsfout

A

Essentie: Iemand kan niet buiten zijn schuld als gevolg van een fout of verzuim van (de griffie van)
een rechtbank of gerechtshof worden afgesneden van een rechtsmiddel dat de wet hem toekent. Dat
geldt zowel voor verzoekschrift- als voor dagvaardingsprocedures

17
Q

absolute bevoegdheid artikelen

A

Art. 42 RO: de rechtbanken nemen in eerste aanleg kennis van alle burgerlijke zaken, behoudens bij de wet bepaalde uitzonderingen
Deze regel volstaat voor de absolute bevoegdheid
Kantonzaken – art. 93-98 Rv

18
Q

relatieve bevoegdheid artikelen

A

Art. 99-110 Rv
Internationale rechtsmacht – Brussel I-bis
Hoofdregel: bevoegd is de rechter van de woonplaats van de gedaagde, of zijn werkelijke verblijf – art. 99 Rv

19
Q

objectieve cumulatie

A

Vorderingen uit verschillende oorzaken kunnen in beginsel in één dagvaarding worden samengevoegd
(optel regel kantonrechter)

20
Q

Subjectieve cumulatie

A

– twee of meer eisers bij één dagvaarding ieder een geldbedrag vorderen of dat bij één dagvaarding van ieder van twee of meer gedaagden een geldbedrag wordt gevorderd
(geen optelregel kantonrechter)

21
Q

forumkeuze?

A

Indien forumkeuzebeding is die rechtbank uitsluitend bevoegd –> art. 108 Rv

22
Q

Stel dat Alexander een procedure bij de ‘verkeerde rechter’ (‘de verkeerde kamer’) opstart.

A

De rechter zal ambtshalve (of op verzoek van de partijen) de zaak verwijzen naar de juiste kamer, art. 71 lid 1 Rv. Dit gebeurt door een tussenvonnis, zie art. 71 lid 4.

23
Q

aanvang dagvaardingstermijn

A

119 RV = (op de dag volgend op de dag waarop het exploot is ondertekent)