week 6 Flashcards
Kalimijnen
onder artikel 2 EEX-Vo (oud) is dat de rechter bevoegd is van de lidstaat waar de
gedaagde zijn woonplaats heeft (of gevestigd is). Artikel 5 lid 3 EEX-Vo (oud) voorziet in een
alternatief: naast de rechter van de woonplaats van verweerder, is bij een onrechtmatige daad tevens
de rechter bevoegd van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan (het
“Handlungsort”). In dit arrest oordeelde het HvJ dat onder “de plaats waar het schadebrengende feit
zich heeft voorgedaan” tevens moet worden verstaan “de plaats waar de schade is ingetreden” (het
“Erfolgsort”).
–> rechter waar schade heeft plaatsgevonden
HR (Staat/NVV)
Essentie: De regel van het “primaat van de bodemrechter”, houdt in dat de rechter in kort geding bij
de beoordeling van de toewijsbaarheid van de gevorderde voorziening in beginsel zijn oordeel moet
afstemmen op het oordeel van de bodemrechter, zonder daarbij de kans van slagen van een mogelijk
tegen het vonnis van de bodemrechter in te stellen rechtsmiddel te betrekken.
TENZIJ het vonnis van de bodemrechter klaarblijkelijk op een misslag berust en
indien de zaak zo spoedeisend is dat de beslissing op een tegen dat vonnis aangewend rechtsmiddel
niet kan worden afgewacht
HR herstelmogelijkheden
cassatiedagvaarding
Voor de beoordeling of een (foutieve) aanduiding van een procespartij kan worden gewijzigd nadat de
procedure in een volgende instantie aanhangig is gemaakt, geeft de Hoge Raad een aantal regels:
“(i) Een procedure in een volgende instantie dient in beginsel plaats te vinden tussen de partijen uit de
vorige instantie;
(ii) Indien een procedure in een volgende instantie aanhangig is gemaakt, kan een verschenen partij
wijziging verzoeken van haar aanduiding in de procedure op de grond dat een vergissing is begaan in
die aanduiding of een partijwisseling heeft plaatsgevonden;
(iii) Het verzoek is toewijsbaar, tenzij de wederpartij stelt en bij betwisting aannemelijk maakt dat zij
daardoor onredelijk in haar belangen wordt geschaad (vgl. art. 122 lid 1 Rv);
(iv) Indien de wederpartij niet in de door het rechtsmiddel ingeleide procedure is verschenen, beveelt
de rechter dat zij wordt opgeroepen teneinde zich over het verzoek tot wijziging uit te laten.”
HR strandhotel
een uitvoerige maatstaf gegeven voor de beoordeling van een vordering tot schorsing
van de tenuitvoerlegging van een uitspraak in kort geding en
in een incident (in hoger beroep).
kun je meerdere keren vragen om een belangenafweging langs de uitvoerbaarheid? Nee, zegt de Hoge Raad. In beginsel vindt die belangenafweging eenmalig plaats. Heeft de rechter in eerste aanleg al een belangenafweging gemaakt en is er geen sprake van nieuwe omstandigheden (die nog niet zijn gewogen) of een feitelijke misslag, dan vindt geen tweede belangenafweging plaats.
Kort geding artikel
art. 254 lid 1 Rv
Wat is een kort geding
-vaak een bevel of een verbod
-is een dagvaardingsprocedure
- door voorzieningenrechter
-andere manier van normale regels toepassing
-heel erg snel
-normaliter binnen 2 maanden
-kunt niet zomaar ernaartoe toe → drempel
-“gelet op belang van partijen”-> goede onderbouwing voor belang en voor de partijen
-belangenafweging van partijen
-moet iets concreets eruit willen krijgen
-kan niet wanneer de zaak té complex is
Hoe is een kort geding anders dan artikel 223?
223 = voorziening voor het geduur van het geding -> je wil alvast iets omdat de uitspraak te lang gaat duren → geen aparte dagvaarding nodig MAAR alleen tijdens de zaak → + geen spoedeisend heid nodig
Proces regels toepassing bij kort geding?
Ja, maar minder streng over het algemeen
Bewijsrecht toepassing bij kort geding?
→ je moet naar het concrete geval kijken
→ bewijsrecht regels zijn niet van toepassing want leidt tot te veel vertraging
6 evrm kort geding?
probleem = is dan 6 EVRM toepasselijk in kort geding? =
→ het is maar een voorlopige voorziening en alles moet snel, dus zo erg is het niet
→ MAAR 6 EVRM is nog wel ongeveer toepasselijk, dus gedeeltelijk (maar vage beslissing)
Sprake van verklaring van recht door voorzieningenrechter?
→ HR: nee, want dat is niet de taak van een kort geding rechter = hij geeft alleen een onmiddellijke voorlopige voorziening
Wat kan besloten worden door de voorzieningenrechter?
- Medewerking aan levering zaak
* HR 31 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:499
lijkt op een verklaring van recht -> MAAR het kan worden teruggedraaid - Schorsing van verplichting, bijv. non-concurrentiebeding
lijkt ook op verklaring van recht → voor een korte oplossing totdat ze doorgaan naar een verdere zaak - betaling van een voorschot op een betalingsverplichting: HR 14 april 2000, NJ 2000/489 (HBS/Danestyle)
→ Belangenafweging!!
* Vordering voldoende aannemelijk
* onverwijlde spoed (verzwaarde motiveringseis bij spoed voor geld)–> want ja je zou het kunnen lenen of beslag leggen, dus goede motivatie nodig om deze voorschot te krijgen
* afweging van belangen: restitutierisico
Nevenvoorzieningen? (3)
1Dwangsom (art. 611a Rv)
→ wanneer een verbod of gebod niet wordt voldaan
→ wordt goed gekeken in concrete zaken in de hoeveelheid
→ dwangsom dus bij een verbod of gebod
2 Uitvoerbaar bij voorraad? (art. 258 Rv)
→ tegen kort geding kun je hoger beroep instellen
→ bij hoger beroep wordt de uitspraak geschorst bij een kort geding
→ een kort geding rechter mag dus zijn vonnis ambtshalve bij uitvoerbaar bij voorraad verklaren
3 Proceskosten, incassokosten bij een kort geding
Procedure?
- Oproepingstermijn (art. 117 Rv)
→ dus verkorting van het termijn aanvragen in de dagvaarding
→ hoor en wederhoor blijft van belang voor voorbereiding van beide partijen
Zitting hoe?
- Zitting (mondelinge behandeling)
→ vaak meteen een mondelinge behandeling
→ geen advocaat nodig als vertegenwoordiging - (Mondelinge) uitspraak? art. 30p Rv
→ mondelinge uitspraak mag en anders een normale uitspraak als vonnis