Week 3 Flashcards
(43 cards)
Zelfconcept
Het geheel van overtuigingen die mensen hebben over hun persoonlijke eigenschappen.
Zelfbeeld
Een manier om jezelf te definiëren in termen van de eigen interne gedachten, gevoelens en handelingen.
Interdependent visie op het zelf
Een manier om zichzelf te definiëren in termen van iemands relaties met andere mensen, waarbij erkend wordt dat iemands gedrag vaak bepaald wordt door de gedachten, gevoelens en handelingen van anderen.
De 4 hoofdfuncties van het zelf:
- Zelfkennis
- Zelfbeheersing
- Impression management
- Eigenwaarde
Introspectie
Het proces van naar binnen kijken en je eigen gedachten, gevoelens en motieven onderzoeken.
Zelfbewustzijnstheorie
Stelt dat wanneer mensen hun aandacht op zichzelf richten, zij hun gedrag evalueren en vergelijken met hun eigen interne normen en waarden.
Causale theorieën
Theorieën over de oorzaken van eigen gevoelens en gedragingen; vaak leren we zulke theorieën uit onze cultuur.
Zelfperceptietheorie
Stelt dat wanneer onze houdingen en gevoelens onzeker of dubbelzinnig zijn, wij deze toestanden afleiden door ons gedrag en de situatie waarin het zich voordoet te observeren.
Twee-factortheorie van emotie
Het idee dat emotionele ervaring het resultaat is van een zelfperceptieproces in twee stappen waarbij mensen eerst een fysiologische opwinding ervaren en er vervolgens een passende verklaring voor zoeken.
Misattributie van opwinding
Het proces waarbij mensen verkeerde conclusies trekken over de oorzaak van hun gevoelens.
Intrinsieke motivatie
Het verlangen om een activiteit te ondernemen omdat je het leuk of interessant vindt, en niet vanwege externe beloningen of druk.
Extrinsieke motivatie
Het verlangen om een activiteit te ondernemen vanwege een externe beloning of druk en niet omdat je de activiteit leuk of interessant vindt.
Overjustificatie-effect
Beloningen kunnen mensen hun interesse doen verliezen in activiteiten die zij oorspronkelijk leuk vonden. Intrinsiek –> Extrinsiek
Fixed mindset
Het idee dat we een vaste hoeveelheid vaardigheden hebben die we niet kunnen veranderen.
Growth mindset
Het idee dat prestaties het resultaat zijn van hard werken, het uitproberen van nieuwe strategieën en het zoeken naar input van anderen.
Sociale vergelijkingstheorie
Het idee dat we leren over onze eigen capaciteiten en houdingen door onszelf te vergelijken met andere mensen.
Opwaartse sociale vergelijking
Jezelf vergelijken met mensen die beter zijn dan jij met betrekking tot een bepaalde eigenschap of vaardigheid.
Neerwaartse sociale vergelijking
Jezelf vergelijken met mensen die slechter zijn dan jij wat betreft een bepaalde eigenschap of vaardigheid.
Sociale afstemming
Het proces waarbij mensen de houding van een ander overnemen.
Zelfbeheersing
Het vermogen om onmiddellijke verlangens te bedwingen om lange termijn doelen te bereiken.
Impression management
De poging van mensen om anderen zichzelf te laten zien zoals zij gezien willen worden.
Ingratificatie/vleien
Het proces waarbij mensen zichzelf vleien, prijzen en in het algemeen sympathiek proberen te maken voor een ander persoon, vaak met een hogere status.
Selfhandicapping
Mensen creëren obstakels en excuses voor zichzelf, zodat ze, als ze de taak slecht uitvoeren, zichzelf niet de schuld hoeven te geven.
Behavioral self-handicapping
Mensen handelen op manieren die de kans verkleinen dat zij in een taak zullen slagen, zodat zij, als zij falen, de schuld kunnen geven aan de obstakels die zij hebben gecreëerd.