week 3 HC Flashcards
(24 cards)
3 subtypes ADHD
- Aandachtstekort EN hyperactivieti- impulsiviteit
–> 6 of meer symtpomen uit een lijst van 9 nodig voor beide demensies - Overwegend aandachtstekort
- Overwegend hyperactivitieit- impulsiviteit
etiologie kinderpsychiatrische stoornissen
- Omgevingsinvloeden: maternaal roken/ alcohol, laag gebortegewicht, psychosociaal risico-omogeving
- Gen- omgevingsinteracties
- Neuropsychologische interacties
- Neuropsychologische menachnismen: executieve functies
- Neurofysiologische: trage hersengolven, verhoogde theta/beta ratio
–> vertraagde ontwikkeling cortex
3 punten van het lymbisch systeem
- genot
- groepsmentaliteit
- angst: fomo
betrokken structuren van het lymbisch systeem
- amygdala
- hippocampus
- gyrus cinguli
- orbitale en mediale prefrontale schors
- dorso- mediale thalamus
- ventrale basale ganglia (nucleus accumbens)
- insulaire schors
- hypothalamus
functies hypothalamus
- Endocrien ( via hypofyse)
- Autonoom (n. paraventricularis, n. dorsomedialis, laterale hypothalamus)
- Algemenefucnties: slaap- waag ritme en stress reacties
input
- Direct vanuit ruggenmerg en hersenstam, deels zonder tussenkomst thalamus (guer) of schors (vnl viscerale input)
- Indirect na processing in de schors (complexe informatie) –> eerst via cortex geintrepeteerd
output
- Direct via hypothalamus en (autonome) centra in ruggenmerg en hersenstam: bv bij angst je hartslag omhoog
- Indirect via beinvloeding van (dub) corticale systemen
–> door bv ervaringen die opgeslagen zijn die je bewst vermijd.
- Indirect via beinvloeding van (dub) corticale systemen
circuit van papez
sensorische imput gaan via thalmaus naar sensorische cotex die dan een heel circuit langs gaat:
- fysiologisch door hypothalamus
- bewustwoording door congulate gyrus
vormen van depressieve klachten
- beperkte depressie
- dysthyme stoornis
- depressieve stoornis licht - ernstig
diagnose depressie
5/ 9 voor minimaal 2 weken
+ sombere stemming en/ of anhedonie zijn altijd vereist
- verandering eetlust of gewicht
- psychomotore agitatie of remming
- gedachten over waardeloosheid of schuld
- gedachten aan dood, suicidaliteit
- slaapproblemen
- lichamelijk vermoied
- concentratie stoornis/ bewusteloos
depressie met melancholische kenmerken
minimaal anhedonie of het ontbreken van stemmingsreactivitiet + minimaal 3 van:
- distinct qualitu mood (ander gevoel dan verdriet)
- dagschommeling (vaak sochtends slechter)
- vroeg ochtend ontwaken
- psychomotore remming/ agitatie
- verminderde eetlust of gewichtsbverlies
- buitensporige schuldgevoelens
soorten depressieve stoornissen
- depressieve stoornis: 1 of meer episoden met continu klachten
- persisterende depressieve stoornisL dysthyme stoornis: kleineer aantal symptomen voor minimaal 2 jaar
- premenstruele stemmingsstoornis
- depressieve stoornis
behandeling depressie
- overal basis inerventie: dagstructuur, actief volgen en psychoeducatie
- eerste, lichte epidose < 3 maanden: met eerste stap interventies als running therapie en psuchosociale hulp
- eerste, licht episode > 3 maanden of recidief: + kortsrend psychotherapie
- matig zonder melancholisch + edicatie evt
- ernstig met melancholisch of psychotische sws mediactie en geen psychotherapie in actieve fase
behandelalgortime depressie
- psychotherpue
- switchen naar antidepressiev
- additie van lithium
0 klassieke MAO rmemmer - elektroconvulsie therapie
angststoornis
angst intefereert met dagelijks leven
typische angsten per levensfase
- 0-2: geluiden, vallen, vreemde voorwerpen en personen
- 4-6: dieren, donker, monsters en spoken
- 6-10: lichamelijk letsel, dood en falen
- 10+: uiterlijk, kritiek, beoordeling, examens en eigen gedrag
vormen angststoornissen kinderen
- seperatie angsstoornis
- specifieke fobie
- gengeneraliseerde angsstoornis
- sociale angststoornis
- paniekstoornis
risicofacoren angstooornis
- genetisch
- geinhibeerd temperament
negatieve ervaringen - sociaal vermijdende gezinnen
- angstige, overprotecieve, weinig aanmoedigende opvoestijl
- interactie tussen gen en omgeving: overdracht van ouder op kind
indicaties antidepressiva
- 50% voor depressie
- Rest angst of andere klachten (vaak hand in hand)
- 60-70% door huisarts en 30% door psychiater
- 55% is placebo effect
- Therapietrouw is heel laag vanwege bijwerkingen
Hoe zou antidpressiva ontstaan
–> NA en 5- HT konden de oorzaak van depressie zijn:
- Reserpine zorgt ervoor dat 5HT en NA uit zenuwuiteinde kan lopen en dit kan accuut depressie veroorzaken
belangrijke targets anti- depressiva
- Reuptake pomp
- Afbraak monoamines door enzymen: monoamineoxidase
- Postsynaptische receptoren stimuleren of remmen
- Presynaptische recpotren 5-HT en NA afgifte remmen of inhiberen
noradrenline
- Wordt uit tyrosine gemaakt
- Uit alfa en beta receptoren (alfa2 is negatieve terugkoppeling receptor en alfa 1 draagt bij aan gemoedstoestand)
- Uit synapstspleet door pompen verwijderd en afbraak van MAO- A en COMT
farmacologische interventie:
- receptor (ant)agonisten
- re-uptake blokkers
- MAO-A remmers
- depletie NA- bevattende granules als reserpine (wordt je depressief omdat het al je adrenaline uit je zenuweinden laat verdwijnen)
serotoninene
- gemaakt uit tryptofaan
- Afgebroken door MAO-A
- Heel veel receptortype maar onbekend hoe deze op depressie werken
farmacologische interventie:
- 5-HT receptor agonisten (anxiolytica)
- 5HT receptor antagonisten (antipsygotica, antihypertensiva)
- 5HT- receptor agonisten (anti-brakmiddelen)
- MAO-A remmers (antidepressiva)
- re-uptake blokkers (antidepressiva)
soorten antidepressiva
- klassieke (tricyclische) antidepressiva
- selective serotonine re-uptake inhibitors
- serotonine- noradrenaline re-uptake inhibitprs
- (presynaptische) alfa 2 receptor agonisten
- MAO- A remmers
- overige antidepressiva