Week 4 Flashcards

1
Q

Wat zijn de 5 heftigste life stressors?

A
  1. Overlijden van een geliefde
  2. Scheiding
  3. Verhuizing
  4. Ernstig ziek zijn
  5. Baanverlies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de relatie tussen major life stressors/PTSS en vroegtijdig overlijden?

A

Er is een positieve correlatie, maar alleen in mensen die al een hoger risico hadden op hart- en vaatziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe ontstaat vaak stress op het werk?

A

Door een mismatch tussen iemands vaardigheden en uitdagingen op het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 factoren zijn belangrijk bij stress op werk?

A
  1. Fysieke, zoals temperatuur
  2. Psychologisch en sociaal, zoals blootstelling aan lijden van anderen
  3. Management, zoals doorgroeimogelijkheden en onduideljkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het kwadrant van controle & demand?

A

Laag controle & laag demand = Passief
Laag controle & hoog demand = High strain
Hoog controle & hoog demand = Actief
Hoog controle & laag demand = Low strain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is gevaarlijk werk op psychologisch niveau?

A

High demand, low control, en low support

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke werkstressoren zijn het grootste risico voor hart- en vaatziekten?

A

Grote effort-reward discrepantie & conflict op het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie lopen hoger risico op burn-out?

A

Mensen met hoog opgeleid zijn
Of juist ZZP’ers die laag opgeleid zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan het effect van structureel overwerken zijn?

A

Mortaliteit door gezondheidsklachten, ongelukken of zelfmood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke mensen hebben hoger risico op werkstress?

A

Jongere mensen, alleenstaande ouders, ouderen, mensen met een handicap, en mensen die veel stress ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Op welke 7 manieren kun je werkstress proberen te voorkomen als werkgever?

A
  1. Werkdruk en werkplek verbeteren
  2. Werkrooster fijner maken
  3. Toekomstzekerheid verbeteren
  4. Sociale cultuur verbeteren
  5. Inhoud van de baan matchen met de persoon. Duidelijke taken en mensen aannemen voor een rol die bij ze past
  6. Health promotion, met aandacht voor fysieke beweging, empathie, slaap, etc.
  7. Work-person fit, aandacht voor iemands waarden en sterke punten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is het verlies van een partner een grote risicofactor voor hartinfarcten?

A

Stress, verstoring van routine, minder gezondheidsgedrag, hardere reacties op stresshormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Distal minority stressors

A

Gediscrimineerd worden door anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Proximal minority stressors

A

Geïnternaliseerde haat naar jezelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wie voelen zich vaker eenzaam?

A

Mensen met emotionele stoornissen, en mensen die laag opgeleid zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn oorzaken van sociale isolatie voor verschillende leeftijdsgroepen?

A

Jongeren: misperceptie van sociale cues, internet
Ouderen: overlijden van vrienden en het wegvallen van het sociale netwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe is psychologie vooral gefocust op negativiteit?

Noem 3 redenen

A
  1. Het primaire doel is het psychologisch lijden verlossen
  2. Er zijn meer negatieve dan positieve emoties
  3. We weten pas sinds kort dat positieve factoren beschermend kunnen zijn
18
Q

Wat is de evolutionaire rol van positieve emoties?

A

Ze maken je approach oriented en gefocust op overleving op lange termijn

19
Q

Wat is de evolutionaire rol van negatieve emoties?

A

Ze maken je withdrawal oriented en gefocust op overleving op korte termijn

20
Q

Wat stelt de undoing hypothese?

A

Dat positieve emoties helpen met het herstel van de effecten van negatieve emoties

21
Q

Wat stelt het broaden & build model?

A

Dat positieve emoties zorgen voor meer openheid voor nieuwe ervaringen, waardoor je resources, contacten en life satisfaction kunt vergroten

22
Q

Wat is het broaden component in het broaden & build model?

A

Het stelt dat positieve emoties aandacht sturen naar het globale, terwijl negatieve emoties aandacht richten op details. Positieve emoties zorgen ervoor dat je meer en gevarieerdere dingen wilt doen

23
Q

Wat is het build component in het broaden & build model?

A

Het stelt dat positieve emoties ervoor zorgen dat mensen meer sociale steun opzoeken en een purpose in life voelen

24
Q

Welzijn

A

De subjectieve perceptie van je leven. Bestaat uit life satisfaction + tevredenheid met levensdomeinen + balans van positieve en negatieve emoties

25
Uit welke 6 elementen bestaat welzijn volgens Ryff?
1. Zelf-acceptatie 2. Autonomie 3. Doel in het leven hebben 4. Gevoel van persoonlijke groei 5. Environmental mastery 6. Positieve relaties
26
Wat is het PERMA model?
Wat welzijn is volgens Seligman. Positieve emoties Engagement/flow Relaties Meaning in life Achievement
27
Resilience/weerbaarheid
Het makkelijk kunnen herstellen van negatieve gebeurtenissen
28
Wat zijn 6 dingen die mensen met weinig weerbaarheid vaak doen of hebben?
1. Snel conclusies trekken 2. Tunnelvisie 3. Focussen op het negatieve 4. Schuldgevoelens 5. Kleine setbacks overgeneraliseren 6. Mindreading
29
Welke 5 dingen dragen bij aan weerbaarheid?
1. Reframing 2. Fysieke activiteit 3. Sociale steun 4. Focussen op je sterke punten 5. Optimisme
30
Explanatory style optimisme
Wanneer je negatieve dingen niet generaliseert of extern attribueert
31
Dispositional optimisme
Wanneer mensen van nature positieve verwachtingen hebben
32
Wat zijn 2 mogelijke manieren waarop welzijn invloed heeft op het risico voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten?
1. Via een genetische correlatie 2. Geluk --> gezondere levensstijl en minder stresshormonen --> lager risico
33
Acceptance & Commitment therapie
Richt zich op psychologische flexibiliteit, openheid, en acceptatie. Zorgt voor meer gezondheidsgedrag en betere psychologische uitkomsten
34
Is cognitieve gedragstherapie effectief in het verbeteren van heart failure self care?
Het is wel goed in het verbeteren van depressie, maar niet in self-care. Er is wel een lagere kans om in het ziekenhuis opgenomen te worden
35
Broader care management approaches
Manieren waarbij meerdere professionals samen de zorg nemen over een persoon, bijvoorbeeld een psycholoog en een psychiater
36
Zijn broader care management approaches effectief in het verbeteren van cardiovasculaire ziekten?
Nee, mensen hebben een betere mood en functioneren wel beter maar dit is niet geassocieerd met minder ziekenhuisopnames, lagere cardial events of mortaliteit
37
Is meditatie effectief in het verbeteren van cardiovasculaire ziekten?
Het kan distress verlagen, minder negatief affect geven, bloeddruk verlagen en mensen minder laten roken. Het is dus effectief in het verlagen van hartinfarcten en mortaliteit
38
Positieve interventies
Behandelmethoden of intentionele activiteiten die gericht zijn op het cultiveren van positieve gevoelens, gedrag en cognities
39
Wat is een must voor positieve interventies om effect te hebben?
Mensen moeten er vrijwillig aan meedoen
40
Welke positieve interventie heeft het sterkste bewijs dat het helpt tegen depressie?
Three funny things interventie