Week 5 Flashcards
(120 cards)
Wat betekend mentale retardatie?
Mentale retardatie = verstandelijke beperking = significante limitatie in cognitieve functies en adaptieve functie (sociaal aanpassingsvermogen) ontstaan voor 18e levensjaar
Vanaf welke leeftijd kan gezegd worden dat er wordt gesproken van een verstandelijke beperking?
> 2,5 jaar
Hoe is de verdeling in IQ gemaakt?
IQ 70-50: mild
IQ 50-35: matig ernstig
IQ 35-20: ernstig
IQ < 25: zeer ernstig
Wat is de prevalentie van mentale retardatie/verstandelijke beperking?
1-2%
Wat zijn alarmsignalen bij jonge kinderen voor mentale retardatie?
- niet halen van (motorische) mijlpalen, stilstand of regressie
- niet reageren op geluid/aanspreken
- geen oogcontact na 6e week
- onvoldoende interesse voor de omgeving
- neurologische (focale) verschijnselen: spierzwakte, bonusafwijkingen, epilepsie
Wat zijn oorzaken van mentale retardatie?
Genetisch: >50%
- chromosoom afwijkingen: vn trisomi 21, 18, 13
- structurele defecten van chromosomen
- gen defecten: vb fragiele X syndroom
- imprinting stoornissen
Omgeving/teratogeen: 3-25%
- intoxicatie: vb FAS
- maternale metabole ziekte
- maternale medicatie
- infectie
- perinataal asfyxie/hypoglycemie
- niet aangeboren hersenletsel
- deprivatie
Metabool/endocrien:1-5%
Onbekend/multifactorieel: 30%
Bij wie en wanneer wordt er diagnostiek voor mentale retardatie ingezet?
- ontwikkelingsachterstand bij kind < 2,5 jaar
- VB > 2,5 jaar na IQ onderzoek
- zwakbegaafdheid (IQ: 70-85), indien speciaal onderwijs nodig is of discrepantie IQ profiel
- autisme spectrum stoornis in VG
- uitgesproken taal-spraak achterstand die niet anders verklaard kan worden
Op welke manier gaat de diagnostiek bij mentale retardatie?
- anamnese: VG, obstetrische anamnese en FA
- lichamelijk onderzoek incl neurologische onderzoek
- bij twijfel: laagdrempelig zintuigelijke functies
- Genetische en stofwisselingsonderzoek
- karntypering
- sequencing, WGS/WES
Waar wordt naar gekeken bij moleculaire karyotypering?
genetische microarray alayse van CNV: copy number variations = test voor numerieke, structurele en submicroscopische chromosoomafwijkingen
Wat detecteert en mist een moleculaire karyotypering?
Detecteert:
- numerieke variaties
- (micro)deleties
- (micro)duplicaties
- mozaïeken (soms)
- uniparentale disolie
- regions of hetrozygotisiteit
Mist:
- translocaties
- CMV <10 kb)
- uniparentale disolie bij hetrodisomie
Wat zijn beperkingen aan de WES?
- onvoldoende dekking
- niet geschikt voor repeat-rijke gebieden
- beperkte CNV detectie
- toevalsbevindingen
- alleen coderende axonen gesequenced
- methylering/imprinting
Welke genetische vormen kunnen leiden tot down syndroom?
Trisomie 21:
- erfelijk: 94% –> non-disjunction
- translocatie: 5%
- mozaicisme: 1%
Wat is de epidemiologie van down syndroom?
- 250 levend geboren kinderen per jaar
- meest voorkomende syndroom
- 10 jaars overleving: 85%
Welke uiterlijke kenmerken kunnen er voorkomen bij down syndroom?
Gelaat:
- epicantusplooi
- upslant oogspleet
- Brushfield spots
- vlak gelaat/smal midface
- grote fontanellen
- macroglosse
- kleinere oren en mond
- brachycephalie, korte nek
Handen:
- 4 vingerlijn
- brachydactylie
- syndactylie
- clinodactylie
Voeten:
- sandel gap tussen dig 1 en 2
Hypotonie
Welke aangeboren afwijkingen komen vaak voor bij down syndroom?
⅔ minimaal 1 afwijking:
- cataract
- cardiaal: AVSD, ASD, VSD (>60%!)
- nauwe/malatische trachea/broncii
- oesofagus agressie
- duodenum atresie
- morbus hirschrprung
- UPJ-stenose
- uretrakleppen
- hypospadie
Welke neurologische aandoeningen kunnen voorkomen bij down?
- hypotonie
- ontwikkelingsachterstand
- ADHD/ASS
- epilepsie
- slaapproblemen
- dementie vanaf 50e jaar
Welke maag-darm probleem kunnen voorkomen bij down?
- voedingsproblemen/onveilige stikfunctie
- GER
- coeliakie
- obstipatie
Welke hematologische problemen kunnen voorkomen bij down?
- polycythaemie
- transiente leukemie/ALL/AML
- MDA
Welke endocriene problemen kunnen voorkomen bij down?
- kleine lengte
- schildklierproblemen
- DM
- verminderde fertiliteit
- obesitas
Welke skelet problemen kunnen voorkomen bij down syndroom?
- atlanto-axiale instabiliteit
- heup-, patella-, luxatie/perthes
- pes planes
- scoliose
- arthritis
Welke anesthesiologische aspecten zijn belangrijk om rekening mee te houden bij down syndroom?
- CWK (instabiel)
- luchtwegen
- cardiovasculaire risico’s
Hoe gaat de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling bij down syndroom?
Motorisch ontwikkeling: vertraagd
- los lopen gm 2-2.5 jaar
Cognitieve ontwikkeling; IQ gem 35-70
- 50% kan lezen, schrijven, tellen
Sociale ontwikkeling:
- 60% 16-19 jaar: zichzelf verzorgen, ontbijt maken, 30 min alleen zijn
- 10%: koken, boodschappen doen, OV reizen
- 30% zelfstandig wonen
- 90% problemen met cicade interactie
Welk speciaal opvang is er voor down syndroom?
- MKD: medisch kleuter dagverblijf
- SBO: speciaal basisonderwijs
- cluster 1: slechtziend en blind
- cluster 2: slechthorend en doof/spraak-taal achterstand
- cluster 3: lichamelijk en/of verstandelijke beperking
- cluster 4: gedragsproblematiek
- KDC: kinderdagcentrum
Vanaf welk IQ spreken we van zwak begaafd?
IQ 70-85 –> vaak ook probleem in zelfredzaamheid