Week 5 Flashcards

(120 cards)

1
Q

Wat betekend mentale retardatie?

A

Mentale retardatie = verstandelijke beperking = significante limitatie in cognitieve functies en adaptieve functie (sociaal aanpassingsvermogen) ontstaan voor 18e levensjaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf welke leeftijd kan gezegd worden dat er wordt gesproken van een verstandelijke beperking?

A

> 2,5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe is de verdeling in IQ gemaakt?

A

IQ 70-50: mild
IQ 50-35: matig ernstig
IQ 35-20: ernstig
IQ < 25: zeer ernstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de prevalentie van mentale retardatie/verstandelijke beperking?

A

1-2%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn alarmsignalen bij jonge kinderen voor mentale retardatie?

A
  • niet halen van (motorische) mijlpalen, stilstand of regressie
  • niet reageren op geluid/aanspreken
  • geen oogcontact na 6e week
  • onvoldoende interesse voor de omgeving
  • neurologische (focale) verschijnselen: spierzwakte, bonusafwijkingen, epilepsie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn oorzaken van mentale retardatie?

A

Genetisch: >50%
- chromosoom afwijkingen: vn trisomi 21, 18, 13
- structurele defecten van chromosomen
- gen defecten: vb fragiele X syndroom
- imprinting stoornissen

Omgeving/teratogeen: 3-25%
- intoxicatie: vb FAS
- maternale metabole ziekte
- maternale medicatie
- infectie
- perinataal asfyxie/hypoglycemie
- niet aangeboren hersenletsel
- deprivatie

Metabool/endocrien:1-5%

Onbekend/multifactorieel: 30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij wie en wanneer wordt er diagnostiek voor mentale retardatie ingezet?

A
  • ontwikkelingsachterstand bij kind < 2,5 jaar
  • VB > 2,5 jaar na IQ onderzoek
  • zwakbegaafdheid (IQ: 70-85), indien speciaal onderwijs nodig is of discrepantie IQ profiel
  • autisme spectrum stoornis in VG
  • uitgesproken taal-spraak achterstand die niet anders verklaard kan worden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op welke manier gaat de diagnostiek bij mentale retardatie?

A
  1. anamnese: VG, obstetrische anamnese en FA
  2. lichamelijk onderzoek incl neurologische onderzoek
  3. bij twijfel: laagdrempelig zintuigelijke functies
  4. Genetische en stofwisselingsonderzoek
    • karntypering
    • sequencing, WGS/WES
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar wordt naar gekeken bij moleculaire karyotypering?

A

genetische microarray alayse van CNV: copy number variations = test voor numerieke, structurele en submicroscopische chromosoomafwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat detecteert en mist een moleculaire karyotypering?

A

Detecteert:
- numerieke variaties
- (micro)deleties
- (micro)duplicaties
- mozaïeken (soms)
- uniparentale disolie
- regions of hetrozygotisiteit

Mist:
- translocaties
- CMV <10 kb)
- uniparentale disolie bij hetrodisomie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn beperkingen aan de WES?

A
  • onvoldoende dekking
  • niet geschikt voor repeat-rijke gebieden
  • beperkte CNV detectie
  • toevalsbevindingen
  • alleen coderende axonen gesequenced
  • methylering/imprinting
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke genetische vormen kunnen leiden tot down syndroom?

A

Trisomie 21:
- erfelijk: 94% –> non-disjunction
- translocatie: 5%
- mozaicisme: 1%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de epidemiologie van down syndroom?

A
  • 250 levend geboren kinderen per jaar
  • meest voorkomende syndroom
  • 10 jaars overleving: 85%
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke uiterlijke kenmerken kunnen er voorkomen bij down syndroom?

A

Gelaat:
- epicantusplooi
- upslant oogspleet
- Brushfield spots
- vlak gelaat/smal midface
- grote fontanellen
- macroglosse
- kleinere oren en mond
- brachycephalie, korte nek

Handen:
- 4 vingerlijn
- brachydactylie
- syndactylie
- clinodactylie

Voeten:
- sandel gap tussen dig 1 en 2

Hypotonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke aangeboren afwijkingen komen vaak voor bij down syndroom?

A

⅔ minimaal 1 afwijking:
- cataract
- cardiaal: AVSD, ASD, VSD (>60%!)
- nauwe/malatische trachea/broncii
- oesofagus agressie
- duodenum atresie
- morbus hirschrprung
- UPJ-stenose
- uretrakleppen
- hypospadie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke neurologische aandoeningen kunnen voorkomen bij down?

A
  • hypotonie
  • ontwikkelingsachterstand
  • ADHD/ASS
  • epilepsie
  • slaapproblemen
  • dementie vanaf 50e jaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke maag-darm probleem kunnen voorkomen bij down?

A
  • voedingsproblemen/onveilige stikfunctie
  • GER
  • coeliakie
  • obstipatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welke hematologische problemen kunnen voorkomen bij down?

A
  • polycythaemie
  • transiente leukemie/ALL/AML
  • MDA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke endocriene problemen kunnen voorkomen bij down?

A
  • kleine lengte
  • schildklierproblemen
  • DM
  • verminderde fertiliteit
  • obesitas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welke skelet problemen kunnen voorkomen bij down syndroom?

A
  • atlanto-axiale instabiliteit
  • heup-, patella-, luxatie/perthes
  • pes planes
  • scoliose
  • arthritis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke anesthesiologische aspecten zijn belangrijk om rekening mee te houden bij down syndroom?

A
  • CWK (instabiel)
  • luchtwegen
  • cardiovasculaire risico’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Hoe gaat de motorische, cognitieve en sociale ontwikkeling bij down syndroom?

A

Motorisch ontwikkeling: vertraagd
- los lopen gm 2-2.5 jaar

Cognitieve ontwikkeling; IQ gem 35-70
- 50% kan lezen, schrijven, tellen

Sociale ontwikkeling:
- 60% 16-19 jaar: zichzelf verzorgen, ontbijt maken, 30 min alleen zijn
- 10%: koken, boodschappen doen, OV reizen
- 30% zelfstandig wonen
- 90% problemen met cicade interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welk speciaal opvang is er voor down syndroom?

A
  • MKD: medisch kleuter dagverblijf
  • SBO: speciaal basisonderwijs
  • cluster 1: slechtziend en blind
  • cluster 2: slechthorend en doof/spraak-taal achterstand
  • cluster 3: lichamelijk en/of verstandelijke beperking
  • cluster 4: gedragsproblematiek
  • KDC: kinderdagcentrum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Vanaf welk IQ spreken we van zwak begaafd?

A

IQ 70-85 –> vaak ook probleem in zelfredzaamheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Welke leeftijd past bij: - lichte verstandelijke beperking (VB) - matige VB - ernstige VB - zeer ernstige VB
- lichte verstandelijke beperking (VB): IQ 50-70 = 7-11 jaar - matige VB: IQ 35-50 = 4-7 jaar - ernstige VB: IQ <35 = 2-4 jaar - zeer ernstige VB: IQ <25
26
Wanneer is iemand wilsonbekwaam?
Wilsonbekwaam als: - informatie van de arts niet meer kan begrijpen of afwegen - niet begrijpt wat de gevolgen van zijn besluit zijn - en/of geen besluit kan nemen
27
Welke 3 vormen van wettelijke vertegenwoordiging zijn er?
1. bewindvoering: voor wie zijn financiele zaken niet zelf kan regelen 2. mentorschap: voor het nemen van beslissingen over de verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding van betrokken 3. curatele: mensen die hun financiele en persoonlijke zaken niet zelf kunnen regelen
28
Wat zijn aandachtspunten voor communicatie met mensen met een verstandelijke beperking?
- sluit aan bij verstandelijke en emotionele ontwikkelingsleeftijd - plan dubbele tijd/neem de tijd - houdt rekening met langere verwerkingstijd/geef pt tijd om na te denken - probeer rustig en duidelijk te praten - houd rekening met beperkt abstracties vermogen - geef niet te veel informatie tegelijk - gebruik afbeeldingen ter verduidelijking - houdt rekening met angst voor de dokter - weer alert op sociaal wenselijke antwoorden - geef informatie nee naar huis en betrek het netwerk
29
Welke factoren beïnvloeden de gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking?
Pyramide: van boven naar beneden: 1. ongezond leeftstijl 2. psychische kwetsbaarheid 3. chronische multimorbiditeit en polofarmacie 4. oorzaak verstandelijke beperking
30
Welke factoren vallen onder ongezonde leefstijl bij verstandelijke beperking?
- niet geleerd of beperkte mogelijkheden om te sporten - verwennen en belonen met eten - lange termijn consequenties niet overzien
31
Wat zijn gezondheidsrisico's bij verstandelijke beperking?
- vervroegde functionele achteruitgang: - VB van 50-59 jaar = kwetsbare 75-80 jarige algemene bevolking - gem 19,7 jaar eerder overlijden, levensverwachting: 65,5 jaar
32
Welke factoren voor chronische multimorbiditeit en psychofarmaca past bij verstandelijke beperking?
- veel antipsychotica gebruik: 30% - frequente gebruik met indicatie gedragsmedicatie - bijwerkingen als overgewicht en metabool syndroom
33
Welke factoren vallen onder de psychische kwetsbaarheid bij mensen met een verstandelijke beperking?
- risico op misbruik/pesten * loverboys/mensenhandel - verslaving - psych onwelzijn kan uiten als lichamelijke klachten - ouderen met VB 5x vaker depressief
34
Welke pro-actieve maatregelen kunnen worden genomen om de gezondheid van mensen met een verstandelijke beperking te vergroten?
- laagdrempelig contact opnemen met andere betrokken zorgverleners - preventieve jaarlijkse controle - bij onduidelijk of niet kloppend verhaal zelf beoordelen - vinger aan de pols houden, terug laten komen en herhalen adviezen - gebruik maken van hetroanamnese - overleggen met arts VB
35
Welke catergorieën vallen onder de adverse child experinces (ACE)?
Misbruik: mentaal, fysiek, seksueel Geweld naar moeder Gezinslid met middelenmisbruik, psychiatrische ziekte of gevangenis gezeten
36
Wat is de relatie tussen adverse child experinces en gezondheidsuitkomst op latere leeftijd?
> 4 ACE aanwezig: - 4-12x meer alcoholisme, drugsmisbruik, depressie, suïcide poging - 2-4x meer roken, slechte gezodheid, >50 seksuele partners, soa's - 1,4-1,6x meer fysieke inactiviteit, ernstige obesitas - meer kans op: ischemische hartzieke, kanker, chronische longziekte, diabetes
37
Wat betekend affect?
Affect = zichtbare en hoorbare expressie van een emotionele reactie
38
Wat zijn de 4 stappen van affectspiegeling?
- markeren van het affect - interpreteren en representeren van affect - moduleren van het affect - expressie van emotionele response of actie
39
Hoeveel % van de matches tussen ouder-kind met juist zijn voor goede relatie/affectspiegeling?
30-50% - vooral reparatie na mismatch is belangrijk
40
Wat houdt de cumulatieve risicohypothese in?
Aantal stressoren meer voorspellend voor latere problemen dan enige specifieke stressor
41
Welke diagnostische assen worden gebruikt bij infant mental health?
DC 0-5: 1. klinische stoornissen 2. relationele context 3. lichamelijke gezondheid 4. psychosociale stressoren 5. ontwikkeling van competenties
42
Wat is de volgorde van classificatie van de DC-assen bij infant mental health?
3 - 4 - 5 - 2 - 1 1. klinische stoornissen 2. relationele context 3. lichamelijke gezondheid 4. psychosociale stressoren 5. ontwikkeling van competenties
43
Wat is autisme spectrum stoornis (ASS)?
ASS = problemen met sociale communicatie + stereotiep of receptief gedrag + sensorische (over)gevoeligheid
44
Wat zijn rode vlaggen voor ASS bij jonge kinderen?
- lacht niet naar andere vanaf 12 maanden - reageert niet wanner hij/zij wordt toegesproken vanaf 12 maanden - brabbelt niet vanaf 12 maanden - maakt geen gebaren vanaf 12 maanden - heeft geen interesse in andere mensen vanaf 12 maanden - maakt geen functioneel gebruik van woorden vanaf 18 maanden - gebruikt geen 2 woord zinnen vanaf 24 maanden - elk verlies van taal of sociale vaardigheden
45
Wanneer start de puberteit bij jongens + wat is de gemiddelde leeftijd?
start als: Testisvolume > 4 ml Gemiddeld: 11,5 jaar
46
Wanneer spreken we van vroege en late puberteit bij jongens?
Vroeg < 9 jaar Laat >14 jaar
47
Hoe start de puberteit bij jongens?
hersenen: pulsatiel GnRH afgifte --> afgifte LH en FSH uit hypofyse --> groei van testis (sertoricellen) + afgifte van testosteron door leydigcellen --> groei en puberteitsstadia
48
Wanneer spreken we van geen centrale puberteit bij jongens?
Geen centrale puberteit: wel beharing, maar geen/nauwelijks testesgroei - testosteron/androgenen komen dan autonoom uit testes (vb tumor) of uit bijnieren
49
Wanneer spreken we van start puberteit bij de meisjes + wat is de gemiddelde leeftijd?
Start als: mamma stadium 2 Gemiddeld: 10,5 jaar
50
Wanner spreken we van vroege of late puberteit bij meisjes?
Vroeg: < 8 jaar Laat: >13 jaar
51
Wat is de gemiddelde leeftijd van de menarche?
menarche = 1e menstruatie Gemiddeld: 13,1 jaar
52
Hoeveel jaar zit er gemiddeld tussen de start puberteit en menarche bij meisjes?
start puberteit en menarche gemiddeld 2,5 jaar tussen
53
Welke vormen van pubertas praecox zijn er?
1. Centrale pubertas praecox 2. perifere pubertas praecox
54
Wat kunnen oorzaken zijn van centrale pubertas praecox?
In cerebro: - congenitaal: hydrocephalus, arachnoidale cyste - verworven: tumoren, hydrocephalus, infectie, trauma, radiotherapie - syndromen: neurofibromatose - secundair aan blootstelling geslachtshormonen Idiopatisch (meestal): - familiair - sporadisch
55
Wat is de behandeling van pubertas praecox?
-IM/SC-injecties elke 4-12 weken met: GnRH agonist --> pulsatie GnRH vlakker maken --> remmen puberteit
56
Wat is premature adrenarche + komt vaker voor bij jongens of meisjes?
Premature adrenarche = puberteit van de bijnieren: androgeen productie in zona reticulaire Meisjes : jongens = 10:1
57
Wat is premature thelarche?
Premature thelarceh = geïsoleerde borstontwikkeling maar blijft hangen bij normale groei, botrijping, eindlengte en geen beharing
58
Welke diagnostiek kan er gedaan worden bij pubertas praecox?
- handfoto: skeletleeftijd bepalen - basaal LH/FSH - oestradiol/testosteron - GnEH rest: zien of LH en FSH centraal geactiveerd is
59
Wat is de behandeling van pubertas praecox?
- remmen puberteit door: GnRH agonist of antagonist tot gemiddelde leeftijd puberteit - puberteit induceren met oestrogeen (meisjes) en testosteron (jongens) - GnRH deficiëntie: GnRH, LH, FSH geven
60
Hoe is het gender toewijziging gegaan vanaf 1950 tot heden?
1950: biologische benadering: - lichaamsdeel dat essentieel geslacht bepaalt, bepaalt welk geslacht zal worden: gonaden, karyotypering 1955-1995: biosociale focus en maatschappelijke acceptatie: - fertiliteit sparend - toewijziging geslacht dat het best past bij fysieke ontwikkeling maar voorkomen ambiguïteit va het uiterlijk; genitale chirurgie en vormen 1990-heden: biopsychosociaal focus en individuele gender en seksualiteit: - fertiliteitssparend - toewijziging geslacht passen bij te verwachten genderidentiteit
61
Wat is DSD?
Differences of seks development = mensen met geslachtskenmerken van beide seksen en/of geen geslachtskenmerken hebben
62
Wat zijn de gevolgen van het ontwikkelen van de frontale hersenschors?
- rijpen hogere cognitieve functies: focus, plannen, organiseren, overzicht, consequenties, (ir)relevant, reguleren gedrag en emoties - evalueren eigen gedrag en emoties - bewust worden van zichzelf (eigen persoonlijkheid) - peergroep belangrijk: losmaken ouders
63
Welke psychoseksuele veranderingen treden op tijdens de puberteit?
- seksuele arousal: erotiek en exploderen eigen seksualiteit - romantische relaties aangaan - sekse en gender krijgen andere betekenis
64
Wat is een UPJ-stenose?
UPJ-stenose = uretro-pelvic-junction stenos
65
Welke klachten kunnen voorkomen bij een UPJ-stenose?
- buikpijn/flankpijn - misselijkheid - braken
66
Welke gevolgen kunnen voorkomen bij een UPJ stenose?
- hematurie - niersteken - febriele UWI - hypertensie - nierfunctieverleis
67
Wat zijn behandeling indicatie bij een UPJ-stenose?
- klachten: pijn, UWI - hypertensie - niersteken - echo: pyelumdiameter > 40 mm of toename pyelumdiameter - nierscan: verminderde functie
68
Wat is de behandeling van een UPJ-stenose?
- pyelumplastiek + nierdrainage: neurodrain of JJ-catheter
69
Wat kunnen oorzaken zijn vaan een vesico-uretrale reflux?
- anatomie ureter-blaaswand - erfelijk - hoge blaasdruk door: stenose urethra, verhoogde spanning spinster
70
Welke klachten en gevolgen kan een vesico-uretrale reflux hebben?
klachten: - pyelonefritis - cystitis Gevolgen: - nierscade - dialyse - niertransplantatie
71
Welke diagnostiek wordt ingezet bij vesico-ureterale reflux?
- cytografie via blaaskatheter - DSMA scan
72
Wat is de behandeling van een vesico-ureterale reflux?
Preventie UWI: - preventieve AB - optimaliseren van: plas patroon, ontlasting patroon * jongens: circumcisie/phimosis * meisjes: hygiene Operatie: * minimaal invasie: 60% succes * open: ureter-reimplantatie: 95% succes
73
Wat zijn operatie indicaties bij een vesico-ureterale reflux?
- doorbraak, febriele, UWI - toename nierschade
74
Waar ligt de stenose bij een primair obstructieve mega-ureter?
Stenose: voor de blaas
75
Welke klachten kunnen voorkomen bij een primaire obstructieve mega-ureter?
- pyelonefritis - nierschade
76
Welke diagnostiek wordt ingezet bij een primaire obstructieve mega-ureter?
- echo - nier scan
77
Wat is de behandeling van een primaire obstructieve mega-ureter?
Preventie UWI: - preventief AB - optimaliseren plas patroon, ontlasting patroon: * jongens: circumsis/phimosis * meisjes; hygiene Operatief: urter-reimplantatie
78
Wat zijn operatie indicaties bij primaire obstructieve mega-ureter?
- doorbraak, febriele, UWI - toename echografische dilatatie - afname nierfunctie
79
Waar ligt de stenose bij een duplicatuur + reterocèle?
stenose IN blaas: ureter verwijding in de blaas
80
Welke klachten kunnen voorkomen bij een duplicatuur + reterocèle?
- pyelonefritis - nierschade
81
Welke diagnostiek kan er gebruikt worden bij duplicatuur + reterocèle?
- echo - nier scan
82
Wat is de behandeling bij duplicatuur + reterocèle?
Preventie UWI - preventief AB - optimaliseren: plas patroon, ontlastingpatroon * jongens; circumcisie/phimosis * meisjes: hygiene Operatie: - puncties ureterocele - excisie ureterocele + dubbele reinplantatie
83
Wat zijn operatie indicaties bij duplicatuur + reterocèle?
- doorbraak, febriele, UWI - toename echografische dilatatie - afname nierfunctie
84
Wat is ureter-ectopie?
Ureter-ectopie = uitmonding bovenpools ureter buiten de blaas
85
Welke klachten passen bij ureter-ectopie?
druppel-incontinentie
86
Welke diagnostiek kan er worden ingezet bij ureter-ectopie?
- echo - MRI - nier-scan
87
Wat is de behandeling van ureter-ectopie?
Operatie: bovenpoolresectie
88
Welke fases zijn er te onderscheiden bij een normale werking van de blaas?
Vulfase: opslagfase Ledigingsfase: mictiefae
89
Door welk systeem is geïnnerveerd: - m. detrusor - urethrale sphincter
- m. detrusor: parasympaticus - urethrale sphincter: somatisch
90
Wat zijn belangrijke centra voor innervatie bij een normale blaasfunctie?
- cortex - pons (PMC) - sacrale mictiecentrum (SMC) - n. pelvicus --> motorische innervatie - n. pudendus --> urethrale sphincter, bekkenbodem en corpus cavernosum
91
Wat is de functie van de verschillende centra betrokken bij een mictiereflex?
Cortex --> timing PMC (pons) --> coördinatie blaasspier en urethrale sphincter SMC --> versterken en fijn afstemmen
92
Wat is het gevolg van een suprapontine laesie?
cortex uitgeschakeld: spastische blaas - neurogene overactieve detrusor
93
Wat is het gevolg van een spinaal laesie?
Cortex + pons uitgeschakeld: spastische blaas + dyscoördiantie - overactive detrusor + detrusor-sphincter dyssnergie - stugge, overactieve blaas: * druk blaas omhoog --> slechter nierfunctie * spier hypertrofie --> intramurale druk --> stuwing nieren --> slechtere nierfunctie * overactieve sluitspier --> verhoogde druk blaas + reflux + UWI's --> reflux nefropathie --> slechtere nierfunctie
94
Wat is het gevolg van een sacrale/infrasacrale laesie?
zenuwen kleine bekken aangedaan: cortex, pons, SMC uitgeschakeld: - hypocontractiele of acontractie detrusor - slappe blaas --> urine retentie --> overloop INCO + UWI + stuwing nieren --> slechtere nierfunctie
95
Wat zijn oorzaken voor een neurose blaas bij kinderen?
- sluitingsdefect neurale buis (MMC) - anorectale malformație - tethered cord syndroom (TCS): ruggenmerg op spanning - traumatische/iatrogene dwarslaesie - myelitis transversa/MS - cerebral palsy - grote chirurgie in kleine bekken
96
Welke behandeling is gericht op problemen in de mictiefae?
- CIC - alfa-blokker - TUC/SPC - neuromodulatie
97
Welke behandeling is gericht op problemen in de opslagfase?
- anticholinergica --> inhibitie blaascontractie - beta-mimica - botox - TUC/SPC - neuromodulatie - blaasaugemtatie: ileocystoplastiek, mitroffanof (appendico-vesico-stomie) - bricker
98
Welke bijwerkingen kunnen optreden bij anticholinergica behandeling?
- troebel zien - droge mond - obstipatie
99
Hoe gaat bij jongens de ontwikkeling van het mannelijk geslacht in de embryonale periode?
XY: ontwikkeling genitale interna: - testosteron --> stabilisatie + stimuleren ontwikkeling buizen van WOlff - anti-mullers hormoon (AMH) --> regressie buis van muller Ontwikkeling genitale externa: -testosteron --> indeling testis van lies naar scrotum - DHT (dihydrotestosteron) --> ontwikkeling fallus, scrotum en prostaat
100
Hoe/wanneer kan een DSD zich presenteren
- Antenataal; karyogram komt niet overeen met uitwendig geniaal (echo) - neonataal: atypisch geniaal - kinderleeftijd; liesbreuk bij meisjes met testis erin - puberteit; uitblijven, virillisatie bij meisjes - volwassen: infertiliteit, kiemceltumor
101
Hoe gaat de behandeling van een DSD?
shared decision making !! + multidisciplinair team Toestemming geven: - < 12 jaar: ouders - 12-16 jaar: kind + ouders - > 16 jaar: kind
102
Hoe kan AGS leiden tot een DSD?
AGS = enzymstoornis in de bijnier waardoor voorloper hormonen niet worden omgezet in cortisol --> geen feedback van cortisol --> HPA-as actief --> ophoping voorloper stoffen --> weg naar testosteron 'open' --> testosteron geproduceerd --> uitwendig en inwendig geniaal vertilsseerd
103
Wat betekend a priori risico?
A priori risico = risico op basis van de plaats in de stamboom, NIET wat er in de familie gebeurt
104
Via welke lijn gaat mitochondriële overerving + wanneer daaraan denken ?
Mitochondriele overerving = maternale overerving Denk aan als: mannen niet doorgeven aan kinderen + vrouwen aangedaan
105
Hoe kan mitochondriale ziekte op 2 manieren overerven?
1. kerngecodeerd oververing: DNA in kern aangedaan wat codeert voor een eiwit dat betrokken is bij functie van mitochondriën 2. mitochondrieel overerving: DNA in mitochondriën aangedaan
106
Op welke leeftijd kan een mitochondriale ziekte zich uiten?
- kerngecodeerd: kinderleeftijd - mitochondrieel gecodeerd: puberteit of volwassen leeftijd
107
Wat is een kenmerk van een geïmprint gen?
Geïmprint = staat uit
108
Welke 3 vormen van mozaïek bij overerving zijn er?
1. constitutioneel mozaïek: mozaïek in hele lichaam aanwezig (verschillende weefsels) 2. somatisch mozaïek: mozaik op 1 plek in het lichaam aanwezig (vaak niet doorgeven aan nageslacht) 3. kiemcel mozaïek: mutatie alleen in eicel of zaadcel aanwezig
109
Wat is het advies van de WHO met betrekking tot borstvoeding?
- alle zuigelingen minimaal 6 md volledig borstvoeding - borstvoeding zo lang moeder en kind willen
110
Wat zijn de voordelen van borstvoeding voor het kind?
- maagdarminfecties: - 50% - middenoorinfecties: -50% - luchtweginfecties: -33% - mider wiegendood (SIDS) - minder overgewicht en obesitas op latere leeftijd - minder cardiovasculaire risicofactoren - betere hersenontwikkeling: neurologisch, visueel en cognitieve ontwikkeling - minder eczeem (atopisch) - natuurlijke band tussen moeder en kind: gunstig effect op gedrag en ontwikkeling kind, minder postnatale depressie en psychose
111
Hoe kan borstvoeding leiden tot minder infecties + andere positieve effecten?
- veel immunologische factoren in moedermelk; * specifiek en aspecifieke afweer * afweercellen * probiotica * probiotica * cytokines * anti-inflammatoire stoffen - Ig-dip bij kind 1e jaar --> specifieke secretaire IgA in moedermelk * IgA van infectie waar moede mee in aanraking komt doorgeven aan moeder - borstvoeding zorgt voor gunstiger profiel microtoom --> levenslang effect
112
Wat voor effect heeft borstvoeding geven bij prematuren?
- minder infecties - snellere volledige enterale voeding - minder necrotische enterocolitis (NEC) - minder heropname na ontslag - betere psychomotore ontwikkeling
113
Wat is colostrum + welke stoffen bevat het?
Colostrum = moedermelk in de 1e week: - veel eiwit + extreem rijk aan Ig en immunologische stoffen
114
Wat is het advies voor aanvullen van vitamines bij borstvoeding?
- Vitamine K bij borstvoeding: 1e 3 maanden - vitamine D + ook bij flesvoeding: tot min 4 jaar Prematuur: - vit D voor groei en preventie rachitis, extra eiwit, extra calcium en fosfaat
115
Welke 2 hormonen zijn betrokken bij lactatie + uit welk deel hypofyse komen ze?
1. prolactine - hypofyse voorkwab 2. oxytocine - hypofyse achterkwab
116
Wat is het effect van prolactine op de lactatie?
Prolactine: komt vrij door prikkeling tepel waardoor melkproductie toeneemt
117
Wat is het effect van Oxytocine op de lactatie?
Oxytocine: komt vrij bij zien/horen/voelen kind waardoor toeschietreflex + binding
118
Welke maternale complicaties kunnen ontstaan bij borstvoeding?
- tepelkloven - verstopping - mastitis/abces vorming
119
Wat is het advies bij mastitis?
- ontlasten --> doorgaan met borstvoeding geven
120
Wat zijn contra-indicaties voor borstvoeding?
Infecties: - borstlaesie: TBC, varicella, HSV - HIV (alleen als niet goed behandeld wordt) - HTLV - haemorragische koortsen: marburg, Ebola Psychofarmaca: lithium, antidepressiva Chemotherapie Harddrug en methadon > 20 mg/dag Overmatig alcoholgebruik