Week 6 Flashcards

1
Q

Er is noodzaak tot het vormen van teams

A
  • Complexiteit van zorg
  • Specialisatie en taakdifferentiatie
  • Combineren van technische en niet-technische vaardigheden
  • 24-uurs zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verschillende vormen van teams (Smith-Carrier & Neysmith)

A
  • Multidisciplinaire teams
  • Interdisciplinaire teams
  • Transdisciplinaire teams
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Multidisciplinaire teams

A

Teamleden hebben verschillende achtergronden, kennis en vaardigheden. Geen aandacht voor het leren van andermans expertise.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Interdisciplinaire teams

A

Teams hebben verschillende achtergronden, kennis en vaardigheden, er wordt meer vertrouwd op gezamenlijke beslissingen en doelen. Samenvoegen van disciplines

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Transdisciplinaire teams

A

Gericht op het uitwisselen van kennis en vaardigheden om tot consensus te komen. Grenzen tussen disciplines vervagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Criteria voor een ‘echt’ team (Havig)

A
  • Heeft duidelijke grenzen
  • Mate van stabiliteit
  • Onderlinge afhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kenmerken voor effectieve teams (Mickan & Rodger)

A
  • Organisationele structuur
  • Individuele bijdrage
  • Teamprocessen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Organisationele structuur

A
Duidelijk doel
goed werkklimaat
duidelijke taken
duidelijke rolverdeling
goed leiderschap
teamleden met toegevoegde waarde
goede bronnen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Individuele bijdrage

A

Vermogen tot zelfreflectie
Onderling vertrouwen
Commitment
Flexibiliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Team processen

A
Coordinatie 
communicatie
cohesie
besluitvorming
conflictmanagement
sociale relaties
feedback op prestaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

ITEM model (Smith Carrier & Neysmith)

A

De input kenmerken zijn de task deisgn & organizational context. Deze bepalen het proces; te zien onder team processes en team psycho-social. Een goede psychosociale cultuur geeft ruimte voor het maken van fouten. Dit alles leidt tot uitkomsten, te zien in team effectiveness

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kenmerken voor effectieve interprofessionele eerstelijns teams

A
Gedeelde visie en gezamenlijke doelen
Respect en vertrouwen
Effectief leiderschap
Communicatie
Omgaan met conflicten
Goede werkplek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe kunnen effectieve teams worden gecreëerd?

A
Communicatie
Decision making (feedback)
Bewustzijn van potentiele veiligheidsrisico's vergroten
Omgaan met conflicten
Groupthink
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Havig over real teams

A

Beperkte omvang groepsleden
Gedeelde doelen
Gedeelde verantwoordelijkheid
Onderlinge afhankelijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Invulling van het ITEM model

A

Task design:

  • Task type
  • Task features
  • Team composition

Team processes
Team pschosocial traits
Team effectiveness
Organizational context

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Task type

A

Verschillende taken

17
Q

Task features

A

afhankelijk van andere zorgorganisaties, noodzakelijke expertises

18
Q

Team composition

A

10-15 wordt aangeraden. maar vaak groter

19
Q

Team processes

A

communicatie, samenwerking en leiderschap

20
Q

Team psychosocial traits

A

dezelfde normen aanhouden tijdens het werk en onderling vertrouwen

21
Q

Team effectiveness

A
  • Objectief (kwaliteit en patienttevredenheid)

- Subjectief (oordeel medewerkers)

22
Q

Organizational context

A

gezamenlijke doelen, faciliteiten en beloningen

23
Q

Welke barriéres kunnen met het ITEM model worden geïdentificeerd voor het functioneren van teams?

A
  • Communicatie is lastig door indirecte samenwerking
  • Team composition zijn vaak te groot
  • Organizational context onvolledig gerealiseerd
  • Followership aanwezig, juist kritisch nadenken
24
Q

Zelfsturend team

A

In een zelfsturend team zijn de zorgverleners gelijkwaardig. Ze nemen zelf de verantwoordelijkheid voorde boekhouding, roosters en nemen zelf beslissingen.

25
Gevolgen van zelfsturend team
Werknemers stellen de klantvraag centraler Medewerker heeft meer vrijheid in het leveren van de zorg waar de cliënt omvraagt Obstakels van regels, protocollen en richtlijnen worden hiermee weggenomen
26
nieuw management denken Jos de Blok
Gesprekken voeren met de patiënten om te kijken waar hun behoeften liggen. Meer tevredenheid hierdoor. Kosten- en tijdsbesparing door meer in te zetten op preventie, ipv volledige efficiëntie.
27
Kenmerken nieuw management denken
- Self-regulation: geen niveaus van hierarchie. Werkt alleen met hoog complexiteit. - Wholeness: Er wordt op het werk een professioneel masker gedragen - Evolutionary purpose: de nadruk ligt sterk op het creëren van verwachtingen en het opstellen van strategieën.