Week 6 ZO's/VO's Flashcards
(89 cards)
Wat toont de Heckman-curve?
De Heckman-curve toont de relatie tussen investeringen in de zwangerschap of vroege kinderjaren en latere menselijke kapitaalontwikkeling. Het concept achter de curve is dat vroege interventies, zoals kwalitatief hoogwaardige zwangerschapsinterventies of kleuterschoolprogramma’s en andere educatieve stimulansen in de vroege kinderjaren, aanzienlijke langetermijnvoordelen kunnen opleveren in termen van verbeterde educatieve prestaties, hogere arbeidsproductiviteit en verminderde sociale kosten zoals misdaad en gezondheidszorg.
Noem 4 dingen die jij als zorgverlener tijdens de zwangerschap, na de bevalling en in het kraambed kunt doen om de moeder-kind binding te stimuleren.
- Stimuleer het contact maken met de baby in de zwangerschap (o.a. door liedjes te zingen, muziek te luisteren, de tijd en rust nemen om je kindje te voelen)
- Het stimuleren van huid-op-huid contact direct na de bevalling en in het kraambed.
- Het stimuleren van het geven van borstvoeding.
- Vrouwen sociaal-maatschappelijke ondersteuning bieden indien ze zich niet sociaal gesteund voelen.
Wat houdt early life stress in en wat heeft het vor invloed?
Bij Early Life Stress is er sprake van chronische (langdurige of frequente) stress bij (ongeboren) kinderen. Dit verstoort de hormoonhuishouding, het immuunsysteem en de ontwikkeling van de hersenen. Dit kan het emotioneel en cognitief functioneren negatief beïnvloeden en daarmee de kansen op een gezonde levensstijl en een sociaal stabiele toekomst (met opleiding, vriendschappen, relaties, huis en baan).
Noem 4 basisprincipes van motiverende gespreksvoering
- Empathie en een oordeelvrije benadering.
- Samenwerken vanuit gelijkwaardigheid.
- Het welbevinden van de cliënt staat voorop.
- Zoeken naar de intrinsieke motivatie van de cliënt, waarbij het geloof in eigen kunnen wordt versterkt en ondersteund.
Benoem een aantal aspecten die belangrijk zijn om vrouwen/gezinnen integrale gezondheidszorg op maat aan de bieden
- Zwangere en (ongeboren) kind centraal.
- Gezamenlijke besluitvorming.
- Bejegening en informed consent.
- Adequate voorlichting en counseling.
- Gebruik van een individueel geboortezorgplan.
- Inzet van een coördinerend zorgverlener.
- Multidisciplinaire en lijn-overstijgende samenwerking.
- Een interprofessioneel geboortezorgteam.
- Aandacht voor vrouwen met lage gezondheidsvaardigheden.
Noem een aantal kenmerken van een normale bevalling
- amenorroe 37 - 42 weken;
- foetus in hoofdligging;
- spontaan begin van de weeën;
- ontsluiting en uitdrijving zonder medische interventies;
- geboorte complete placenta en vliezen binnen één uur na geboorte van het kind;
- totaal bloedverlies < 1000ml;
- gaaf perineum óf 1e/2e – graad ruptuur óf episiotomie;
- apgarscore > 7 na 5 min, neonaat behoeft geen directe zorg.
Welke 4 aspecten worden bij de handgreep van Leopold bekeken?
- hoogte van de fundus (ga altijd na of dit passend is bij het termijn van de zwangerschap!);
- ligging foetus (bijvoorbeeld lengteligging of transvers);
- aard voorliggend deel (bijvoorbeeld hoofd of stuit);
- indaling voorliggend deel in het bekken.
Wat bekijk je bij de eerste handgreep van Leopold?
De hoogte van de fundus
Wat bekijk je bij de tweede handgreep van Leopold?
Met deze handgreep wordt gevoeld naar de positie van de rug en tevens voel je of er sprake is van een lengteligging of anderszins.
Wat bekijk je bij de derde handgreep van Leopold?
Met deze handgreep wordt gevoeld naar de aard en indaling van het voorliggende deel.
Wat bekijk je bij de vierde handgreep van Leopold?
Met deze handgreep wordt gevoeld naar de indaling van het voorliggende deel.
Wat wordt er onderzocht bij vaginaal toucher, ofwel, waar staat POVIAS voor?
P = portio
O = ontsluiting
V = vliezen
I = indaling
A = aard voorliggend deel
S = stand voorliggend deel
Welke 3 aspecten worden bij een vaginaal toucher beoordeeld aan de portio?
- De positie in het bekken (sacraal, mediosacraal of centraal)
- Aanwezigheid van verstrijking
- De consistentie van de portio (stug, matig week of week)
Wanneer start de uitdrijvingsfase?
De uitdrijving start bij volledige ontsluiting, reflectoire (onhoudbare) persdrang en bij voorkeur een goed ingedaald caput (op Hodge 3).
Wat is de uitwendige spildraai? Waarom is dit belangrijk?
De uitwendige spildraai vindt plaats om de schouders geboren te laten worden. Tijdens geboorte van het caput zijn de schouders in dwars-ovale positie (ter hoogte van de bekkeningang). Na de geboorte van het caput moeten de schouders in horizontale of schuine positie (in de bekkenuitgang) komen om geboren te worden
Wat wordt bij de apgarscore beoordeeld?
- Ademhaling
- Spierspanning
- Reflexen
- Huidskleur
- Hartslag
Hoe controleer je of de placenta los ligt?
Ter voorkoming van optreden inversio uteri d.m.v. handgreep van Kustner:
- met de ulnaire zijde van de linkerhand druk uitoefenen op de grens tussen het corpus uteri en het onderste uterus segment (OUS);
- de rechterhand spant de navelstreng aan;
- de navelstreng trekt wel of niet naar binnen.
In welke volgorde doe je onderzoek naar de aanwezigheid van rupturen na de bevalling?
- Labia majora
- Labia minora
- Vaginawand
- Cervix
- Perineum
- Rectaal toucher (sfincter à vue brengen)
Wat is de enige harde indicatie van een episiotomie?
Foetale nood
Hoe wordt een episiotomie uitgevoerd? (4 stappen)
- voorafgaand infiltratie met Lidocaïne ter verdoving;
- plaats twee vingers van de (linker)hand tussen het perineum en de schedel;
- plaats de schaar met de (rechter)hand op de plaats waar geknipt gaat worden;
- knip, tijdens een wee, bij voorkeur bij gespannen perineum, vanuit de commissura posterior één keer, schuin naar achteren, ongeveer twee vingers breed naast de anus, in een hoek van 60 graden met de loodlijn.
Wat zijn de 3 fases van het transitietraject?
- De diagnostische fase (genderdysforie moet worden vastgesteld)
- De hormoonbehandeling en de ‘real life test’
- De operatieve behandeling
Wat is de medische term voor intersekse?
Disorder of sex development
Wat is een postnatale depressie?
Een postnatale depressie is een depressie met een begin tijdens het kraambed.
Welke 2 verschijnselen horen in categorie A van de depressieklachten, waarvan minimaal 1 aanwezig moet zijn?
- Sombere stemming
- Duidelijk verminderde interesse en plezier in bijna alle activiteiten