Week 7: HC Dyslexia and dyscalculia - Snowling - Mammerella - HC Trauma - Parritz H8 Flashcards
(138 cards)
1
Q
What approach is needed to diagnose a learning disorder (dyslexia and dyscalculia)? (HC Learning Disorders)
A
- Low achievement
- Discrepancy with general intelligence
- Response to instruction
2
Q
What is the Low achievement model? (HC LD)
A
- Measuring a specific skill (reading, spelling, math)
- Determine whether performance is poor or not en when someone has LD
3
Q
What are advantages and disadvantages of the Low achievement model? (HC LD)
A
Advantages: je kunt echt meten wat je wilt meten; for reading, spelling, math tests are available to measure performance.
Disadvantages: use of cut-off (possibility measurement error, unfair if a child falls just above/below cuf off, how to determine the cut off?) and assess only one specific skill (the unexpectedness of the poor outcome isn’t established, general learning outcomes/ability, related to enviornment)
4
Q
What is the Discrepancy model? (HC LD)
A
- Measuring a specific skill (reading, math, spelling)
- Determine this outcome in relation to IQ
- If achievement on specific skill (e.g. reading) is significantly poorer than general cognitieve ability (IQ), then dyslexia/dyscalculia
5
Q
What are advantages and disadvantages of the Discrepancy model? (HC LD)
A
Advantages: both the specific skill and intelligence can be measured; General cognitive ability is taken into account.
Discrepancy: measurement error is possible for both specific skill and general cognitive ability; Information on opportunity to learn is not taken into account; Wait-to-fail approach (intervention only after the skill fails to develop properly)
6
Q
What are four problems of the Discrepancy model? (HC LD)
A
1: The relationship between reading and IQ is limited
2: There is a reciprocal relationship over time
3: The discrepancy disappears, but the reading problems don’t
4: Poor readers with and without IQ discrepancy don’t differ on reading outcomes, reading-related skills (phonological awareness), reading-treatment outcomes
7
Q
What is the Response to instruction model (aka response to intervention model; HC LD)
A
- Measuring a specific ability at different time points
- Focus on development (growth) of the ability
- Takes into account how a child responds to fitting instruction in an optimal environment (establish whether a student is a non-responder; low achievement (irt class performance); persistance of the low achievement = slow growth)
- Takes into account the opportunity to learn (child/home and instruction)
8
Q
Definitie Dyslexia (HC LD)
A
Severe and persistent word-level literacy difficulties that are not due to general learning problems, inadequate instruction or sensory limitations
9
Q
What are environmental risk factors for poor literacy/dyslexia? (HC DL)
A
Home language environment; Exposure of books/stories; Amount and quality is essential.
10
Q
What are child risk factors for poor literacy/dyslexia? (HC LD)
A
Reading motivation; Concentration; Motor skills; Parents with dyslexia; Oral language ability; Reading development (phoneme awareness, letter knowledge)
11
Q
Definitie Phoneme awareness (HC LD)
A
The ability to perceive phonemes (sounds), store them and manipulate them. E.g.: swap first sounds (Mark Rutte > Rark Mutte), delete sounds (delete all ‘k’ in coffee cup container); Isolate phonemes to be able to connect them to graphemes (letters).
12
Q
Definitie Letter knowledge (HC LD)
A
Recognize the symbols; Know the alphabet; Needed to know which letters relates to which phoneme
13
Q
Definitie Rapid automized naming (RAN; HC LD)
A
Retrieve phonological information from memory; Needed for decoding visual symbols quickly
14
Q
Where does diagnosis of dyslexia focuses on? (HC LD)
A
Exclusion and inclusion (severity and persistence of the literacy deficit).
15
Q
What is included in the analysis of reading results in diagnostic assessments? (HC LD)
A
Accuracy and speed; Real words and pseudowords; Words and sentences; Error analysis (many errors and/or slow? Which errors?); Reading aloud and silently
16
Q
What is included in the analysis of spelling outcomes in diagnostic assessments? (HC LD)
A
Accuracy and error analysis
17
Q
Wanneer ontstaat stress? (Parritz)
A
Wanneer de eisen van een individu boven de beschikbare middelen uitsteken.
18
Q
Definitie Coping (Parritz)
A
Heeft betrekking op de regulatieprocessen die geactiveerd worden als reactie op stress.
19
Q
Welke delen van de hersenen zijn betrokken bij het stressreactie systeem? (Parritz)
A
Hippocampus, amygdala en prefrontale kwabben.
20
Q
Vul in (Parritz). Stress activeert de …(1) en geeft het hormoon …(2) uit.
A
1: HPA-as
2: cortisol
21
Q
Definitie Homeostase (Parritz)
A
Vermogen van het lichaam om de gezondheid te bewaken door constant het inwendige of interne milieu te herstellen en in evenwicht te houden, ook wanneer de omstandigheden veranderen.
22
Q
Het stresshormoon cortisol activeert een fysiologisch systeem binnen het individu. Wat is een vervolg hiervan? (Parritz)
A
Bij het activeren van fysiologisch systeem wordt er constante feedback gegeven aan de HPA-as om opnieuw homeostase te bereiken.
23
Q
Welke twee constructen helpen het proces van homeostase te beschrijven? (Parritz)
A
Allostatic en allostatic load
24
Q
Definitie Allostatic (Parritz)
A
Het proces van blijvende stabiliteit door actieve middelen. Onderdeel van homeostase.
25
Definitie Allostiatic load (Parritz)
De slijtage aan het lichaam en de hersenen door gebruik te maken van allostasis, wanneer de mediatoren niet goed gereguleerd zijn. Onderdeel van homeostase.
26
Wat is belangrijk na periodes van stress? (Parritz)
Perioden van rust en herstel, anders kan dit leiden tot negatieve gevolgen.
27
Tijdens de prenatale fase kunnen stressfactoren invloed hebben op de ontwikkeling van bepaalde genen en hersengebieden. Waar staat dit bekend om? (Parritz)
Epigenetica: de regulatie van genexpressie door de omgeving.
28
Vul in (Parritz). De stress in de vroege ontwikkeling kan gebufferd worden door protectieve factoren als een ...(1) of ...(2).
1: veilige hechting
2: warme opvoedstijl
29
Welke drie verschillende reacties op stress van kinderen heb je? (Parritz)
1: Positive stress responses
2: Tolerable stress responses
3: Toxic stress responses
30
Definitie Positive stress responses (Parritz)
Milde reactie, vaak met een verzorger (everyday frustrations).
31
Definitie Tolerable stress responses (Parritz)
Atypische stress reactie op bv ziekten, ouderlijke conflicten of rampen.
32
Definitie Toxic stress responses (Parritz)
Strong, frequent, or prolonged activation of the body's stress response systems in the absence of the buffering protection of a supportive, adult relationship.
33
Waarom is stress nodig voor kinderen? (Parritz)
Voor de ontwikkeling van coping strategieën en probleem-oplossen strategieën.
34
Wat zijn de meest gebruikte coping typen? (Parritz)
Probleem-oplossen, steun zoeken, afleiden en ontsnappen.
35
Vul aan (Parritz). Bij coping kan er onderscheid gemaakt worden tussen...
automatic and controlled processes.
36
Vul aan (Parritz). Er kan ook onderscheid gemaakt worden tussen ...(1) en ...(2) bij coping. Leg deze begrippen uit.
1: antecedent regulation - coping that anticipates a psychologically demanding event
2: response-focused regulation - coping that follows the psycologically demanding event
37
Welke vier soorten maltreatment heb je? (Parritz)
1: Physical abuse
2: Sexual abuse
3: Neglect
4: Emotional (or psychological) abuse
38
Definitie Sexual abuse (Parritz)
Sexueel contact of poging tot sexueel contact tussen een volwassene en een kind.
39
Definitie Physical abuse (Parritz)
Verwijst naar de blessures als gevolg van bedachte redenen.
40
Definitie Neglect (Parritz)
Mislukken in het geven van minimale standaard zorg dat leidt tot schade en in gevaar brengen.
41
Definitie Emotional or psychological abuse (Parritz)
Verwijst naar doorgaande en extreme negeren van emotionele noden.
42
Wanneer komt mishandeling het vaakst voor? En wat komt dan het meeste voor? (Parritz)
In de eerste vijf jaren van een kind, omdat ze dan het meest kwetsbaar zijn. Verwaarlozing komt het meeste voor.
43
In welke soort gezinnen komt mishandeling het meeste voor? (Parritz)
Gezin met alleenstaande ouder, in gezinnen met armoede of in Afrikaanse Amerikaanse gezinnen.
44
Wat is een acute stress disorder? (Parritz)
Display of multiple symptoms from any combination of categories (e.g. related to intrusion, dissociation, avoidance, and arousal) folowing exposure to a traumatic event. Heeft duur tot één maand.
45
Wat is een posttraumatic stress disorder? (Parritz)
Involves the experience of trauma and the display of symptoms last longer than one moeth.
46
What include intrusion symptoms? (Parritz)
Recurrent memories of the trauma, frightening drams, or flashbacks.
47
What include avoidance symptoms? (Parritz)
Efforts to avoid people, places, or situations that are associated with the trauma.
48
What include alterations in cognition or mood? (Parritz)
Dissociative symptoms (such as difficulties with memory), negative beliefs about the self or others or the world, or persistent negative mood (such as fear, anxiety, or shame).
49
Wanneer wordt PTSD meer gediagnosticeerd? (Parritz)
Bij kinderen en adolescenten wanneer er een herhaaldelijk, meerdere of lange ervaring van de trauma is, wanneer er meer directe blootstelling aan het trauma is of wanneer er een gebrek aan bescherming is.
50
Hoe ontstaat PTSS? (Parritz)
PTSS ontwikkelt zich over tijd, waarbij het begint als een acute stress stoornis. Wanneer er een gebrek aan aanpassing en coping is, kan dit resulteren in PTSS.
51
Welke soort emoties zijn gebruikelijk bij acute stress stoornis? (Parritz)
Schaamte, verdriet, hulpeloosheid en verschrikking.
52
Waar zijn individuele verschillen afhankelijk van bij PTSS? (Parritz)
Etnische achtergrond, SES, gender, leeftijd en aanwezigheid van verzorger/ouder.
53
Definitie Developmental trauma disorder (Parritz)
Een stoornis die betrekking heeft op zowel blootstelling als adaptatie aan de chronische trauma die vaak voorkomt in de thuisomgeving.
54
Is mishandeling een stoornis? (Parritz)
Nee, het is een risicofactor op verschillende domeinen.
55
Waar kan mishandeling tot leiden in het fysiologische domein? (Parritz)
Veranderende hersenstructuren of verbindingen binnen de hersenen. De ernst hiervan is afhankelijk van de periode wanneer mishandeling voorkomt, of dit in een periode is wanneer er nieuwe verbindingen worden gevormd worden of niet. Ook negatieve gevolgen HPA-as en hormoonsysteem.
56
Waar kan mishandeling tot leiden binnen het psychologisch domein? (Parritz)
Verwerken en communiceren van emoties wordt negatief beïnvloed.
57
Waar kan mishandeling tot leiden binnen het cognitieve domein? (Parritz)
- Verschillende cognitieve processen, geheugen, aandacht en probleem-oplossen worden allemaal negatief beïnvloed. Kan te maken hebben met vermijden negatieve emoties, waardoor negatieve herinnering onderdrukt wordt.
- Tekorten in vormen van zelfconcept, uitoefenen van zelfregulatie en autonomie.
- Dissociatie: pijnlijke emoties en herinneringen worden vermeden.
58
Waar kan mishandeling tot leiden binnen het relatie domein? (Parritz)
Negatieve effecten zichtbaar in zowel de familie als vrienden systemen. Bv onveilige hechting in familiesysteem en hogere risico op pesten en slachtofferschap in vriendensystemen.
59
Definitie Poly-victimization (Parritz)
Het ervaren van hoge niveaus van verschillende typen slachtofferschap, is met name negatieve uitkomst.
60
Wat ervaren kinderen die poly-victimization doormaken? (Parritz)
Ervaren fysieke en emotionele mishandeling van verzorgers, intimidatie en aanvallen van hun leeftijdsgenoten en criminaliteit en gevaar in hun buurt.
61
Wat zijn vier manieren om een poly-slachtoffer te worden? (Parritz)
1. Leven in een gevaarlijke buurt (criminaliteit, geen sociale steun, burenruzies)
2. Leven in gevaarlijke familie (veel mishandeling)
3. Hebben van chaotische, probleem familieomgeving (ouders ziek, geen werk, slechte supervisie)
4. Hebben van emotionele problemen die risicogedrag verhogen en adaptie overeenkomen
62
Wat zijn vier manieren om een poly-slachtoffer te worden? (Parritz)
1. Leven in een gevaarlijke buurt (criminaliteit, geen sociale steun, burenruzies)
2. Leven in gevaarlijke familie (veel mishandeling)
3. Hebben van chaotische, probleem familieomgeving (ouders ziek, geen werk, slechte supervisie)
4. Hebben van emotionele problemen die risicogedrag verhogen en adaptie overeenkomen
63
Wat zijn drie verschillende patronen die herkend kunnen worden in mishandeling en uitkomsten bij meisjes? (Parritz)
1. Seksueel misbruik door de biologische vader, vroege oorsprong en lang aanhoudend.
2. Seksueel misbruik door de stiefvader of vriend van de moeder of ander familielid, latere oorsprong, kortere duur en minder vaak geweld.
3. Seksueel misbruik door meerdere mannen, korte duur en ernstig geweld.
64
Wat zijn protectieve factoren die veerkracht versterken? (Parritz)
Genetische eigenschappen, kindeigenschappen (zoals bovengemiddelde intelligentie, positieve persoonlijkheid, optimisme) en relatie eigenschappen (veilige hechting, vriendschappen).
65
Vul aan (Parritz). Een niet-interpersoonlijk trauma is verbonden met...
angststoornissen.
66
Definitie Inoculation effect (bij blootstelling stress; Parritz)
Vroege blootstelling aan stress activeert het ontwikkelen en oefenen van verschillende coping reacties wat een beschermende factor kan zijn.
67
Definitie Sensitization effect (bij blootstelling stress, Parritz)
Vroege blootstelling aan stress leidt tot veranderingen in fysiologische en psychologische domeinen wat het risico op negatieve uitkomsten vergroot.
68
Welke rol spelen fysiologische factoren bij de etiologie van stress? (Parritz)
Verschil in hersensystemen perceptie van dreiging en reactie op dreiging. Kan kwetsbaarheid zijn, maar ook een gevolg. Daarnaast hebben kinderen van moeders die stress hebben ervaren tijdens zwangerschap veranderingen in reguleren HPA-as. Timing van stress en hersenontwikkeling is cruciaal voor ontwikkeling van stoornis.
69
Definitie Shotgun effect (Parritz)
Trauma dat zo heftig is dat alle familieleden angstige symptomen laten zien.
70
Definitie Lack of protective shield effect (Parritz)
Ouders die niet genoeg comfort, steun en veiligheid bieden die nodig is voor herstel.
71
Definitie Toxic family effect (Parritz)
De manier waarop ouders reageren op het trauma veroorzaakt angst in de kinderen.
72
Vul in (Parritz). Bij het beoordelen van kinderen met trauma moet er rekening gehouden worden met ...(1). In de meeste gevallen is het gebruikelijk om naast het ...(2) ook te focussen op de ...(3) en ...(4). Naast psychologische/klinische diagnoses is het ook belangrijk om ...(5) symptomen te checken, omdat...
1: socio-culturele factoren
2: identificeren van symptomen
3: sociale steun
4: coping middelen
5: somatische
fysieke onderzoeken erg belangrijk zijn bij kinderen die een trauma hebben meegemaakt.
73
Op welke drie gedragingen focust de behandeling voor mishandelde kinderen zich (Parritz)
1: Het geven van zorg aan de kinderen wanneer ze overstuur zijn
2: Het volgen van de wil van de kinderen wanneer ze niet overstuur zijn
3: Het niet uiten van beangstigend gedrag
74
Wat zijn de centrale componenten in de behandeling van PTSS? (Parritz)
Herstellen gevoel van veiligheid van het kind, verwerken van emotionele ervaring, begrijpen van impact van traumatische ervaring en geven van steun en hulp aan de verzorgers.
75
Wat is een centraal thema in de geschiedenis van dyslexia? (Snowling)
Spanning tussen specificiteit van de stoornis en de complexe associatie met andere vormen van leerstoornissen.
76
Definitie Dyslexie (Snowling)
A particular problem with reading and spelling that is somehow unexpected and therefore requiring a diagnosis and an explanation, as well as specialist intervention.
77
Wat is het Matthew effect? (Snowling)
Children who are good at reading read more and therefore have a greater opportunity to learn new information via print than children who are poor at reading. So, the verbal skills of children who read less fail to keep pace with their peers.
78
Definitie Reading development (Snowling)
Learning mappings between print and sound; translate print into sound and the meaning of familiar words; provides a detailed knowledge about how written language works; word recognition becomes increasingly efficient
79
Definitie Triangle model (Snowling)
Bestaat uit 3 reeksen representaties (fonologisch, orthografisch en semantisch) die op elkaar inwerken en met elkaar verbonden zijn om woordherkenning te vormen.
80
Definitie Phonological knowledge (Snowling)
Kennis over het geluid van woorden
81
Definitie Semantic system (Snowling)
Betekenis van woorden.
82
Hoeveel procent van de kinderen met een reading disorder/dyslexia heeft een andere stoornis? (Snowling)
40%
83
Wat zijn de voorstellen van Snowling om de toename van diagnosticering van dyslexia tegen te gaan? (Snowling)
1: Dyslexia niet gebruiken voor leerstoornis, maar moet verwijzen naar probleem met decoderen en spellingsvaardigheid die duidelijk is vanaf de eerste schooljaren en in de loop der tijd blijft bestaan
2: Moet van invloed zijn op academisch functioneren, zodat vooruitgang slechter is op het gebied van geletterdheid dan die van peers in vergelijkbare omgeving
3: Als er bijkomende effecten zijn moeten deze als zodanig worden aangeduid, maar niet worden beschouwd als de kern van de diagnose
4: Diagnose moet worden gekwalificeerd als mild, matig of ernstig
84
Waarom is dyslexia geen handicap? (Snowling)
Het is een dimensionele stoornis, maar er is geen duidelijke scheidslijn met slecht lezen
85
Wat houdt de volgende hypothese in: The core deficit hypothesis of domain-specific numerical acuity, magnitude representation or number sense? (Mammerella)
Ontstaat uit observaties van kinderen die verschillen kunnen zien in grote en kleine getallen. Dit leidde tot de suggestie dat een specifiek tekort in het vermogen om getallen te discrimineren de oorzaak zou kunnen zijn van zuivere ontwikkelingsstoornis in het rekenen.
86
Wat houdt de volgende hypothese in: The domain-general hypothesis (Mammerella)
Focus op cognitieve profielen van kinderen met Mathematical Learning Difficulties (MLD). Dus dat cognitieve stoornissen in aandacht, kortetermijngeheugen, werkgeheugen of executieve functies zouden bijdragen tot verklaring van kinderen met MLD.
87
Definitie Dyscalculia (HC LD)
A disorder characterized by persistent problems with learning mathemetical knowledge and applying mathematical knowledge in an accurate and fluent manner despite adequate instruction.
88
What is essential for counting, for mathematical knowledge and for mathematical operations? (HC LD)
Number sense
89
Hoe gebruik je je working memory bij het oplossen van een som in een casus? (HC LD)
The ability to temporarily hold and manipulate information for cognitive tasks performed in daily life.
90
Wat zijn voorbeelden van tools at school als je kijkt naar 'compensation' bij dyslexia en dyscalclia? (HC LD)
Dyslexia: allowing use of test-to-speech software
Dyslcalculia: use of calculator
91
Wat zijn voorbeelden van tools at school als je kijkt naar 'dispensation' bij dyslexia en dyscalclia? (HC LD)
Dyslexia: more lenient score for spelling errors; longer exam time
Dyscalculia: longer exam time
92
Wat zijn voorbeelden van Early Life Stress? (HC Trauma)
* Physical abuse by a parent
* Emotional abuse by a parent
* Sexual abuse by anyone
* Domestic violence
* Loss of a parent
* Emotional neglect
* Physical neglect
* Extreme poverty
* Starvation
* Growing up with an alcohol and/or drug abuser in the household
* Experiencing the incarceration of a household member
* Living with a family member experiencing mental illness
93
Wat zijn de consequenties van ELS? (HC Trauma)
* Increased risk for smoking, alcoholism, and drug abuse
* Increased risk for depression and suicide attempts
* Poor self-rated health
* 50 or more sexual partners
* Greatest likelihood of sexually transmitted disease
* Increased challenges with physical inactivity and severe obesity
* Increased likelihood of attempted suicide across the lifespan
* Increased risk for broken bones
* Increased heart, lung and liver disease
* Multiple types of cancer
94
What are the four types of child maltreatment? (HC Trauma)
1: Neglect
2: Physical abuse
3: Psychological or emotional abuse
4: Sexual abuse
95
Definitie Neglect en welke soorten heb je? (HC Trauma)
A failure to provide for their basic physical, educational, and emotional needs (e.g. no medical care or lack of stimulation). Dus je hebt physical, educational, emotional neglect.
96
Definitie Physical abuse (HC Trauma)
Multiple acts of aggression that include punching, beating, kicking, biting, burning, shaking or otherwise physically harming a child.
97
Definitie Psychological or emotional abuse (HC Trauma)
Repeated acts or omissions by the parent or caregivers that have caused, or could cause, serious behavioral, cognitive, emotional, or mental disorders
98
Definitie Sexual abuse (HC Trauma)
Fondling a child's genitals, intercourse with the child, incest, rape, sodomoy, exhibitionism, and commercial exploitation through prostitution or the production of pornographic materials.
99
Wat zijn de 6 risicofactoren van child maltreatment? (HC Trauma)
1: Age - 0-3 jaar hoogste
2: Sex - geen verschil boy/girl
3: Developmental disabilities - children with ID more often victim, except Autism and DS
4: Parental characteristics - parents were victims of abuse as a child, maternal depressions, other psychiatric disorders and drugs addiction, teenage mothers
5: Family context - stress, single-parent, social isolation, coercive interactions, number of children, violence, marital conflicts
6: Low SES and poverty - stress, unemployment, insecure neighborhoods, violence
100
Wat zijn de 4 grootste risk factors for child maltreatment in the Netherlands? (HC Trauma)
1: Low level of education (8x higher)
2: Both parents unemployed (5x higher)
3: Single parent families, large families, and step-families
4: Parents are refugees (when low educational level)
101
Wat zijn de 5 stappen in de procudure van Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling? (HC Trauma)
1. To observe and map the signals
2. Consultation with a colleague or a professional with expertise on child abuse
3. Conversation with the people involved (e.g. parents)
4. To judge the situation: is there an acute or structural situation of unsafety? In the case of doubt, always consult Veilig Thuis
5. To decide to organize help or to report the case to Veilig Thuis. If not possible, reporting to Veilig Thuis is necessary. It is also necessary when there is acute unsafety or structural unsafety
102
Wat was een nadeel van de screening of child abuse in the Netherlands? (HC Trauma)
98% of the reports of physicans to Veilig Thuis tend to be false. The step code did not least to less false positives or a reduction in the number of false negatives.
103
When does attachment disorders develop? (HC Trauma)
In the first 5 years of life
104
Welke twee disorders vallen onder attachment disorders? Kunnen deze disorders over gaan? (HC Trauma)
Reactive attachment disorder (RAD) & Disinhibited social engagement disorder (DSED). RAD can recover, DSED may improve, but some problems are irreversible.
105
Hoe onstaan attachment disorders? (HC Trauma)
Very indicate care or absence of care.
106
When does acute stress disorder and PTSD develop? (HC Trauma)
Not necessarily during childhood.
107
Definitie Acute stress disorder (HC Trauma)
Intense, unpleasant, and dysfunctional reaction beginning shortly after an overwhelming traumatic event and lasting less than a month.
108
Vul in (HC Trauma). People with ASD may have ...(1) symptoms.
dissociative
109
Vul aan (HC Trauma). If symptoms of ASD persist longer than a month, people are diagnosed with...
posttraumatic stress disorder
110
Definitie Developmental Trauma Disroder (HC Trauma)
It refers to childhood experiences characterized by complex trauma, i.e. interpersonal traumatic or stressful experiences that are chronic, repeated, prolonged and developmentally adverse.
111
What are the 7 criteria of DTD? (HC trauma)
* Exposure to multiple or prolonged adverse events beginning in childhood (criteria A)
* with impairments in affective and physiological dysregulation (criteria B),
* attentional and behavioral dysregulation (criterion C),
* self and relational dysregulation (criterion D),
* posttraumatic spectrum symptoms (criterion E)
* and functional impairment (criterion G)
* for a minimum of 6 months (criterion F)
112
What is strong epirical support for the treatment of PTSD? (HC trauma)
Cognitive and cognitive-behavioral interventions
113
When does stress occur (the old definition)? (HC trauma)
When the demands on the individual exceeds his/her available resources (old definition)
114
Definitie Stress McEwen (HC trauma)
Stress is a process of adaptation, it is a feeling of pressure, which might be experienced as pleasant or unpleasant, and it changes the homeostasis.
115
Definitie Stressor (HC trauma)
A situation or event that triggers a stress reaction.
116
Definitie Stress reactions (Hc trauma)
Processes in our brain and body that regulate the stress
117
Definitie Coping (HC trauma)
Regulatory processes enacted in response to stress
118
Definitie Homeostasis (HC trauma)
Property of cells, tissues, and organisms that allows the maintenance and regulation of the stability and constancy needed to function properly.
Homeostase is het vermogen van het lichaam om de gezondheid te bewaken door constant het inwendige of interne milieu te herstellen en in evenwicht te houden, ook wanneer de omstandigheden veranderen.
119
Definitie Allostasis (HC trauma)
A change in the homeostasis.
120
Definitie Allostatic (over)load (HC trauma)
Extra energy needed to adapt to the stressor. Inadequate, excessive or prolonged stress reactions may exceed the organism’s natural adaptive capacity and permanently affect stress responses. The allostatic load becomes too high = allostatic overload.
121
Wat kan leiden tot een veranderde toestand van homeostase (dwz een nieuw instelpunt; HC trauma)
Overmatige blootstelling aan stress, vooral in stressgevoelige ontwikkelingsstadia van hogere hersenplasticiteit, kan neuroendocriene reacties op stress over-of ondergevoelig maken. Gevolg voor fysiologische ontwikkeling en nauw verband met chronische/lichamelijke/geestelijke problemen
122
Definitie Acute stress (HC trauma)
Threats don't need to be intensely threatning, the can be mild stressors. Can be real/imagined, perception. Easily to manage. 'Daily stress'.
123
Definitie Chronic stress (HC trauma)
Repeated instances of acute stress. Uncontrollable, no time to recover. Stressresponse constantly triggerd by different or the same stressors.
124
What are the effects of chronic stress? (HC trauma)
- Can exeed a persons natural adaptive capacity and cause continuous stress responses
- Allostatic charge becomes too high
- Can make neurohormonal responses hypersensitive or insensitive to stress, leading in turn to a change in homeostasis
- Repeated adjustment of homeostasis leads to serious and often irreversible effects in physiological development in close relation to chronic physical and mental problems
125
Welke twee biologische stress systemen activeert een stressor en hoe werkt dit? (HC trauma)
1: The autonomic nervous system - onmiddelijke reactie door vrijgeven adrealine > verhoogt hersenactiviteit, verhoging ademhaling/bloeddruk en extra energie stroomt naar spieren om snel te reageren
2: The HPA axis/system - meer productie cortisol > remt activiteit van systematic nervous system en reguleert processen hersenen/lichaam
126
What are the general functions of cortisol? (HC trauma)
- Increases alertness, memory and learning
- Stimulates the immune system
- Regulates sleep-wake rhythm and energy management
- Regulates stress
127
Deifnitie Diurnal rhythm (HC trauma)
Onderdeel HPA-as - het biologisch ritme
- High, shortly before awakening
- Further increase in the first 30-45 min
- Rapid decline in first few hours
- Then gradual decrease until midnight
128
Wanneer vindt de hyposensitive period van ontwikkelen HPA-as plaats? (HC trauma)
Infancy - early childhood (0-5 jaar).
129
What influences the HPA-axis reprogramming in puberty? (HC trauma)
Sexual maturaion and interaction with sex and environmental cues
130
Definitie Positive stress (HC trauma)
Mild physological response: meeting new peple, dealing with frustrations and separations. This is important and essential for healthy development, as long as it takes place in the context of stable and supporting relationships.
131
Why are relationships important by positive stress? (HC trauma)
These relationships help to reduce the amount of cortisol and other stress hormones to normal proportions.
132
Definitie Toleralbe stress (HC trauma)
Strong physiological response. Can disupt brain development, but thanks to supporting relations the situation will restore very soon. Vb dood, ziekte met een hecht persoon, scheiding, natuurramp, terrorisme
133
Can the brain still recover by tolerable stress? (HC Trauma)
Could have long term effects, but it is acceptable if the period is restricted and when the supporting parents protect the child further stress experiences. The brain is still able to recover.
134
Definitie Toxic stress (HC trauma)
Strong and enduring activation of the stress systems in the absence of parental support. Bv chronic neglect, extreme poverty + family chaos, depression mother, drugs/alcohol abuse parents, home violence.
135
Wat zijn gevolgen van toxic stress? (HC trauma)
Permanent increased production of cortisol and disruption of brain development.
* Problems in learning, memory and self-regulation
* Disturbances of the immune system
* Greater vulnerability of stress-related physical illnesses, such as cardio-vascular illness, hypertension and diabetes
* Mental health problems, such as depression, anxiety disorders and addiction
136
Vul aan (HC trauma). Child maltreatment is associated with structural and functional changes in the brain, particularly in ...
Benoem ook wawt deze hersengebieden qua functie hebben.
anterior cingulate cortex, hippocampus, amygdala and prefrontal cortex. These brain areas support higher level cognitive processes and executive functions, such as sustained attention, emotion regulation, and impulsitivity.
137
Vul aan (HC trauma). Exposure to child abuse results in...
heightened appraisals of threatening circumstances, leading to enhanced reactivity to negative emotional stimuli and greater difficulty modulating emotional responses
138
Waar is the amygdala-ventromedial prefrontal cortex bij betrokken? (HC trauma)
Involved in threat reactivity and emotion regulation. Sensitve to early stress.
