week 8 Flashcards
nierfunctie
waaruit bestaat het glomerulaire basaalmembraan
- collageen type IV
- laminine
- proteoglycanen
functie nieren
-filtratie en secretie van afvalstoffen uit het bloed
- regulatie van water- en zoutbalans
- hormoonproductie
opbouw nefron
- glomerulus
- proximale tubulus
- lis van henle
- distale tubulus
- verzamelbuis
microvilli in de proximale tubulus
voor oppervlakte vergroting
functie mesangium
- houdt alles in glomerulus bij elkaar/zorgt dat het niet uit elkaar valt
- reguleert hydrostatische druk door contractie
- fagocytose van moleculen in glomerulair basaalmembraan
juxtaglomerulaire apparaat bestaat uit:
- macula densa
- arteriole
- juxtaglomerulaire cellen
lagen ureter
- mucosa
- muscularis
= adventitia
secretie =
het actief toevoegen van stoffen aan de urine, selectief
excretie =
het netto resultaat uitscheiding
klaring creatinine =
GFR (= nierfunctie)
proteinurie =
eiwit in de urine, reabsorptie werkt niet goed (> 300 mg/dag)
normale GFR
100-120 ml/min
filtratie door twee soorten druk:
- hydrostatische druk
- colloid osmotische druk
klaring =
de hoeveelheid plasma die in een gegeven tijd volledig wordt ontdaan van een bepaalde stof
bij steady state
plast een persoon evenveel creatinine uit als er geproduceerd wordt (excretie = productie) = 10 mmol/24 uur
autoregulatie:
het bloedvat zelf zorgt ervoor de bij verschillen van bloeddruk de (renale) flow gelijk blijft
wat meet de macula densa?
Na(Cl)
drie soorten regulatie renale bloeddoorstroming:
- autoregulatie
- mbv RAAS
- TGF
innervatie m. detrusor
door parasympatisch ZS, plexus pelvicus
innervatie urethrale sphincter
door somatisch ZS, nervus pudendus
functie cortex in mictiereflex
timing
functie pons in mictiereflex
coördinatie tussen m. detrusor en urethrale sphincter
functie sacraal mictiecentrum in mictiereflex
versterking signaal en fijnafstelling
excretie = … - … + …
filtratie - reabsorptie + secretie