Week 8 - HC Flashcards
(189 cards)
Waaruit bestaat de buikwand en waar dragen de aanwezige spieren aan bij?
- Diafragma = craniaal
- Diafragma pelvis = caudaal
- Spieren = lateraal
Laterale buikspieren, rugspieren en tussenrib- bekkenbodemspieren dragen bij aan stevigheid nn controleren van druk en vorm van de buikwand.
In welke vlakken verdelen de bony landmarks het lichaam en hoe wordt dit genoemd?
Dit wordt projectie genoemd.
- Transpylorische vlak = loopt door de kringspier van de maa, zit op L1.
- Subcostale vlak = onder laatste rib, L3.
- Supracristale vlak = boven processi iliacae anterior superior, L4
- Intertuberculaire vlak = splitsing van a. iliaca communis interna en externe, L5.
- Verticale vlakken = centrale lijn die loopt van incisura jugularis tot symphysis pubica en aan weerszijden twee midclaviculaire lijnen.
Welke organen zijn in het transpylorische vlak te vinden?
- Pancreas
- Duodenum
- Truncus coelicus
- A. mesenterica superior
- Pylorus (uitgang maag, maagportier)
Benoem de regio’s en welke lijnen verdelen ze?
hypogastrical/ hypochondriaca rechts - regio epogastrica - hypogastrical/ hypochondriaca links
regio lateralis rechts - regio umbilica - regio lateralis links
regio inguinalis rechts - regio pubica - regio inguinalis links
midclavicular plane = verticaal
subcostal plane en intertubercular plane = horizontaal
Wat is peritoneum en welke soorten zijn er?
Buikwandbekleding / buikvlies
- Parietal peritoneum; buitenste vlies, tegen buikwand aan
- Visceraal peritoneum; om organen
- Mesenterium; verbinding met buikwand waar bloedvaten, zenuwen en lymfevaten uitkomen en vet opgeslagen ligt.
Hoe kunnen organen ten opzicht van het peritoneum liggen?
- Intraperitoneaal = deze organen hebben een instulping van het peritoneum; mesenterium
- Retroperitoneaal = achter het peritoneum gelegen, hebben geen meso-verbinding.
– Primair retroperitoneaal; achter in het lichaam ontstaan en blijft daar.
– Secundair retroperitoneaal; organen die eerst intraperitoneaal lagen en vergroeid zijn met achterwand. - Subperitoneaal = onder het peritoneum gelegen.
Retroperitoneaal en subperitoneaal horen tot de groep extraperitoneaal, ligt buiten het peritoneum.
Door welke arterien worden de darmen gevasculariseerd?
- Voordarm = ontwikkeld tot eosophagus, maag en proximale deel van duodenum; truncus coeliacus.
- Middendarm = ontwikkelt tot distel deel van duodenum, jejunum en colon t/m pars transversum; a. mesenterica superior.
- Einddarm = ontwikkelt tot laatste deel van het colon (pars descendent) en rectum; a. mesenterica inferior.
Wat is het mesenterium?
Verbinding van dunne darm met dorsale buikwand. Aan de achterwand zit een 15 cm lange aanhechting van de dunne darm aan de achterwand van de buik; radix mesenterii.
Wat is het mesocolon?
Verbinding van colon transversum of colon sigmoideum aan buikwand. Colon descendent en ascendens liggen retroperitoneaal dus hebben geen meso-verbinding. Het transversale deel van het colon ligt intraperitoneaal dus heeft een meso, het mesocolon transversum.
Wat is het mesoduodenum?
Is een secundaire retroperitoneale verbinding, deze verbinding van duodenum met het peritoneum was eerst intraperitoneaal maar is na embryonale ontwikkeling meer lateraal gaan liggen.
Wat is het mesogastrium?
Verbinding van maag met buikwand. Bij het ventrale mesogastrium vindt de ontwikkeling van de lever plaats en dorsaal van het mesogastrium vindt de ontwikkeling van de milt plaats. De lever heeft eigenlijk geen verbinding met de dorsale buikwand maar wel met de maag en ventrale mesohepaticum.
Welke organen zijn intraperitoneaal, welke zijn retroperitoneaal en welke zijn subperitoneaal?
Intra = maag, milt, lever, jéjunum, ileum, cecum (ook appendix), colon transversum, colon sigmoideum.
Retro = nieren, pancreas, duodenum (secundair), colon ascendens, colon descendens, rectum, aorta en v. cava superior.
Sub = blaas, uterus, rectum
Hoe verloopt de tractus digestivus?
Duodenum -> jejunum en ileum -> caecum -> colon ascendens -> colon transversus -> colon descendens -> colon sigmoideus -> rectum
Hoe zit de maag vast?
Door een stuk peritoneum, omentum minus is van maag naar lever (eindigt bij lig. heptoduodenale) en omentum major zit onder de maag (over de darm, beetje tegen bescherming).
Wat is de opbouw van de maag en wat zijn de functies?
- Cardia, komt uit in het corpus, naar antrum en terecht in het pylorus. In de fundus kan extra voedsel opgeslagen worden.
- Opslag; curvatura minor, is de binnenbocht en deze zit vast. curvature major, is e buitenbocht en deze zit vrij, veel beweging.
Ook begin vertering en gecontroleerd doorlaten van voedsel.
Hoe zijn andere organen ten opzichte van het duodenum te lokaliseren?
Pars superior = intraperitoneaal; dorsaal loopt de a. gastroduodenale
Pars descendens = mediaal ligt de pancreas en papil van Vater.
Pars horizontalis = zit tussen de vena cava en vena portae.
Pars ascendens = ventraal loopt de arterie mesenterica superior.
Wat is het duodenum, welke vorm heeft het en in welke stukken is het op te delen?
Twaalfvingerige darm, heeft een c vorm.
- Pars superior; maakt verbinding met de pylorus (intra)
- P. descendens (retro)
- P. horizontalis, steekt naar andere kant lichaam links (retro)
- P. ascendens, verbonden met jejunum. (retro)
Hoe wordt gal afgevoerd?
Gal wordt vanuit de lever afgevoerd via de ductus hepaticus en vanuit de galblaas via de ductus cysticus.
Welke ducten lopen door de pancreas?
- Ductus pancraeticus (ductus van Wirsung) = duct vanuit de staart van de pancreas.
- Ductus accessoire pancreaticus (ductus van Santorini) = duct vanuit de kop van de pancreas.
Ze komen samen in de papil van Vater (papil major), of in een kleinere papil minor in de ductus van Santorini, van waar gal uit de zijkant wordt toegevoegd.
Waar ligt de pancreas en wat is zijn functie?
Kop ligt in de C van duodenum en staart eindigt bij de milt. (retro) Produceert verteringsenzymen en geeft deze af aan het duodenum.
Wat is het Lig. hepatoduodenale en welke structuren lopen erdoorheen?
Het eindpunt van omentum minus.
- d. choledochus
- v. porta
- a. hepatica propria
Samen vormen ze een dikke streng.
Waar bevindt de milt zich en waar zit het nog meer aan vast?
Bevindt zicht intraperitoneaal, links en aan het uiteinde van de staart van de pancreas tegen het diafragma aan. Ook verbonden met omliggende structuren.
- Lig. spenocolici = tussen milt en colon
- Lig. phrenicosplenicum = tussen diafragma en milt
- Lig. gastrosplenicum = tusen maag en milt, liggen veel vaatjes is, dus oppassen met veel kracht.
Hoe loopt het peritoneum bij de lever en waardoor wordt de lever in links en rechts gedeeld?
- Omgeven door visceraal peritoneum en er is een omslagpunt naar parietaal peritoneum, en daar ligt ook een area nuda, waar geen peritoneum ligt. Het ligt intraperitoneaal.
- Lig. teres hepatis en lig. falciforme snijden door de lever en delen het in twee. Lig. falciforme is een overblijfsel van de embryonale verbinding tussen navel en hart; v. umbilicalis.
In welke delen is de lever verdeeld?
De rechterpoot = galblaas en v. cava inferior -> diafragma
De linkerpoot = lig. falciforme en lig. teres.
- Lobus caudatus; (I)
- Lobus quadratus; (IV)
- Lobus sinistra; bloedvoorziening via II en III
- Lobus dextra; V-VII
Nummers lopen anticlockwise met I en IV in het midden.