Week 9 Flashcards
(84 cards)
Wat zijn de 3 indicaties voor immuunsuppressiva?
- auto-immuunziekten, vooral immunoglobulinen aanvallen
- niet-infectieuze inflammatoire ziekten, vooral neutrofiele granulocyten aanvallen
- na een transplantatie, vooral T-cellen aanvallen
Welke 7 verschillende groepen immunosuppressiva zijn er?
- Glucocorticosteroïden (bijv. prednison)
- Anti-metabolieten → remmen proliferatie immuunsysteem
- Calcineurine blokkerende middelen (cyclosporine, tacrolimus)
- JAK-remmers
- NSAID’s
- Thalidomides (softanon), hydroxychloroquine
- Biologicals
→ ieder middel heeft eigen aangrijpingspunt, werkingsmechanisme, indicaties en bijwerkingen
Wat zijn glucocorticosteroïden?
- Groep hormonen die door de bijnierschors worden gemaakt
- Spelen een rol bij: ontstekingsremming, immuunregulatie en stofwisseling
- Synthetische glucocorticosteroïden zijn: ontstekingsremmend, immuunsysteemonderdrukken en zijn belangrijk bij het reguleren van de stressrespons
- Voorbeelden: cortisol (maakt het lichaam zelf) en synthetische: prednison, Dexamethason en Hydrocortison
- Indicaties: bijna alle auto-immuunziekten. allergische reacties en na een transplantatie
Waar moet je op letten bij het gebruik van glucocorticosteroïden?
- Door het gebruik van deze medicatie, wordt de productie van cortisol in de bijnier stil gelegd.
- Hoe cortisol aanmaak gestimuleerd wordt, zie dia
- Bij pt die langer dan 2 weken glucocorticosteroïden gebruiken, mag de medicatie niet zomaar gestopt worden, deze pt moeten langzaam afbouwen zodat het lichaam de cortisol productie weer gaat overnemen.
- Vanaf ongeweer 10mg/dag is de lichaamseigen cortisol productie volledig onderdrukt
- Het lichaam heeft ± een jaar nodig om eigen cortisol productie weer helemaal op gang te krijgen
- Klachten bij te weinig cortisol (bv door te snel afbouwen): algehele malaise, misselijkheid en braken
Het is belangrijk om in een geval van stress genoeg cortisol te hebben. Stel:
Iemand heeft 1/2 jaar geleden zijn laatste tablet van deze medicatie ingenomen en de pt moet nu geopereerd worden. Het is heel belangrijk dat de pt cortisol suppletie krijgt omdat het lichaam zelf nog niet genoeg cortisol aanmaakt.
Wat zijn de effecten van glucocorticosteroïden?
- Stressrespons
- Regulatie glucose- en vetmetabolisme
- Anti-inflammatoire effecten
- Meer botresorptie
- Meer immunosuppressie
- Vasculaire effecten
Wat is het genomische en niet-genomische effect van glucocorticoïden?
Genomische effect:
- Wordt veroorzaakt door binding van een glucocorticoïd aan een steroïd receptor → in de kern worden genen aan en uit gezet
Niet genomische effect:
- Treedt pas op bij hele hoge doseringen corticosteroïden
- Effect is op de membraanreceptor en in het cytoplasma
Wat zijn de effecten van glucocorticosteroïden op het immuunsysteem?
- Remmen van de inflammatoire mediatoren (NO, cytokinen, prostaglandinen)
- Remmen van celmigratie en adhesie
- Inductie van apoptose van leukocyten
Wat is de ontstekingsremmende werken van de verschillende glucocorticosteroïden?
- Zie dia
- Dexamethason kan de placenta passeren, soms wil je de foutus behandelen vanwege auto-immunziekte v/d moeder, dan geef je dit middel
- Bij langdurig gebruik van deze medicatie probeer je na 2 maanden onder de 7.5 mg/dag te zitten
Wat zijn bijwerkingen van glucocorticosteroïden?
- Cushing habitas: atrofie van de spieren, romp adipositas, buffalo hump, vollemaansgezicht en striae
- Osteoporose
- Diabetes mellites
- Aseptische botnecrose
- Huidbloedingen
- Psychisch disfunctioneren
- Infecties
Wat zijn en doen anti-metabolieten?
- Remmen de proliferatie, ze interfereren met de DNA-aanmaak, waardoor cellen van het immuunsysteem niet kunnen ontstaan.
- Deze medicijnen werken het beste bij celdeling
- Een veel voorkomende bijwerking van deze middelen is: beenmergsuppresie, doordat ook andere delende cellen geremd worden
- Er zijn verschillende soorten:
- Purine synthese remmers (azathioprine)
- Mycofenolzuur (MPA)
- Alkylerende middelen
- Methotrexaat
Wat doen purine synthese remmers/azathiprine?
- deze middelen blokkeren de synthese van adenosine en guanosine: dit zijn purines, deze worden geremd
- Het zijn cytostatische middelen die werken op delende cellen, dus ook op witte bloedcellen, hb, etc
- Belangrijkste indicatie: auto-immuunziekten
- Bijwerkingen: beenmergtoxiciteit, rode bloedcel aplasie, hepatotoxiciteit
- Het is veilig tijdens de zwangerscap
Wat doet mycofenolzuur (MPA)?
- Remt inosinemonofosfaatdehydrogenase (IMPDH), dit enzym is nodig bij ‘de novo’ synthese van purines
- Lymfocyten zijn voor de synthese van guanosine afhankelijk van IMPDH, andere cellen kunnen via de slavage pathway nucleïnezuren recyclen
- Door de relatieve selectiviteit van MPA wordt B- en T-cel proliferatie geremd → remming van lymfocytenproliferatie en antistoffen
- De remming is reversibel → geen myelotoxiciteit, andere cellen in het beenmerg kunnen dus wel gewoon prolifereren
- Indicaties: Transplantaatrejectie, SLE, uveitis
- Bijwerkingen: , voornamelijk maagklachten, diarree, leukopenie en een verhoogde infectie gevoeligheid
Wat doen alkylerende middelen?
- Dit zijn hele zware middelen en worden alleen toegepast als andere middelen niet werken
- Voorbeelden: cyclofosfamide en chloorambucil
- Deze middelen alkyleren het DNA en vormen crosslinks tussen DNA-strengen en remmen de splitsing van DNA-stengen tijdens proliferatie
- Door de remming van DNA heeft het een brede werking op het hele immuunsysteem, controleerd zowel de antilichaam gemediceerde immuunrespons als de celgemedieerde immuunrespons
- Indicatie: orgaan- en levensbedreigende condities (vasculitis) of SLE met renale of cerebrale betrokkenheid
- Deze middelijk zijn carcinogeen: 10% kans op het krijgen van secundaire maligniteiten
- Bijwerkingen: steriliteit, verhoogde kans op infecties en verhoogde kant op hemorragische cystitis
- Gebruik: max 3-6 maanden
Wat doet methotrexaat?
- Wordt heel veel gebruikt bij de behandeling van reuma en hematologische maligniteiten, kan ook gebruikt worden bij granulomateuze ontstekingen en als chemotherapie
- Zorgt voor de reductie van de synthese van immunoglobulinen
- Het is een structureel analoog van foliumzuur en blokkeert foliumzuurafhankelijke routes → deze routes zijn essentieel voor DNA-synthese
- Remt ook geactiveerde netrofielen door het vrijkomen van adenosine
- Dit middel is wel geschikt voor langdurige behandeling
- Bijwerkingen: beenmergtoxiciteit, leverttoxiciteit en ernstige longafwijkingen (zeldzaam)
- Het is teratogeen en kan intra-uteriene afwijkingen veroorzaken
Wat zijn calcineurine temmers?
- De middelen: cyclosporine en tacrolimus
- Worden met name in de transplantatie wereld heel veel gebruikt (T-celremmers)
- Remmen van het aflezen van DNA → verminderde productie van cytokinen, specifiel IL-2, blokeren dus de DNA activatie
- Middelen zijn nefrotoxisch
- Kunnen zorgen voor tumoren, vaak na Tx
- Wordt weinig voor auto-immuunziektes gebruikt
Wat zijn JAK-inhibitors?
- JAK activeert STATS → die gaan aan elkaar zitten → complexen gaan naar de kern en doen daar iets, vaak zorgt het ervoor dat het DNA niet gestimuleerd kan worden
- Voorbeelden: duplimab, ruxolitinib, baricitinib
- Er zijn heel veel soorten stats, dat maakt het ingewikkeld om specifiek in te grijpen
- Indicaties: psoriasis en rematoïde artritis
- Relatief nieuwe groep medicaties
Wat is hydroxychoroquine?
- indicatie: malaria, RA, SLE
- bijwerkingen: cardiomyopathie, oogproblematiek (bull’s eye: uitval van retina na lang gebruik in hoge dosering): screenen voor toxiciteit bij: dosis >6,5 mg/kg/dag, >6 jaar
behandeling, nierziekten, leeftijd 65+ - bijzonderheden: immuunmodulerend (geen toename van infecties)
Wat zijn de kenmerken van thalidomide:
- soorten: softenon
- indicatie: epilepsie, lepra, huidlupus, neuritis, nefritis, leukocytose, ziekte van Kahler en het is een slaapmiddel
- bijwerkingen: spontane abortussen, afwijkende ledematen bij pasgeborenen (dus nooit bij (mogelijk) zwangere vrouwen!)
Wat is de indicatie en werking van colchicine?
- indicatie: jicht, auto-inflammatoire ziekten
- werking: zorgt dat granulocyten minder goed werken en hierdoor minder ontsteking, komt uit de herfststijlloos
Wat zijn NSAID’s?
- soorten: ibuprofen, diclofenac, naproxen
- werking: remming van processen via COX1 (mucosale weefsels voor homeostase, vooral nodig voor bloedplaatjes) en/of COX2 (botten, hersenen, nieren, geïnduceerd door cytokinen)
- COX1 zit bijna overal, COX2 komt tot expressie bij ontsteking, COX 2 remmers hebben dus vaak ook de voorkeur
- Er zijn dus allemene COX-remmers (remmen COX1 en COX2) en er zijn specifieke COX2 remmers
- bijwerkingen: nefrotoxisch, maagzweren
Kan je een patiënt vaccineren als deze immunosuppressiva gebruikt?
- Ligt voornamelijk aan het medicament wat de patiënt gebruikt
→ sowieso mag je nooit levende verzwakte vaccins inspuiten! - Vaccinatie respons gaat inpirncipe omlaag bij het gebruik van immuunsuppressie
Wat zijn biologicals, hoe is de indeling en hoe worden ze in de kliniek gebruikt?
Definitie: (biologisch) geneesmiddel waarvan de werkzame stof vervaardigd is door of afkomstig is van een levend organisme (andere definitie: geneesmiddelen die bestaan uit natuurlijke eiwitten (antilichamen of cytokinen), fragmenten van eiwitten of synthetische peptiden)
Indeling:
- blokkeren van ziekte targets (anti-TNF, anti-IL1, anti-IL6, anti-IgE): in normale situatie balans tussen cytokinen en remmers ervan maar een overschot aan pro-imflammatoire cytokinen zorgt voor ziekte, bij geen beschikbare biologicals anti-inflammatoire cytokinen om het effect teniet te doen
- cytotoxische activiteit (B-cel ablatieve therapie, cetuximab, trastuzumab): een ander soort biologicals heeft cytotoxische effecten en zorgt direct voor celdood
- immuuncel interactie (remmen of activeren van co-stimulatie): interactie tussen co-receptor B7 (CD80/-86) en CD28 zorgt voor proliferatie en differentiatie van naïeve T-cellen, om ontstekingsreactie te remmen zijn remmende receptoren nodig (bijv. CTLA-4 wat met hogere affiniteit aan B7 bindt)
In de kliniek: tegen infecties, als antistoffen, upregulatie van ziekte targets of als biosimilars (subtiele veranderingen waardoor het aminozuur overeenkomt maar de glycosylering niet)
Wat zijn de pro-inflammatoire en anti-inflammatoire cytokinen?
Zie afbeelding!
Waarbij worden biologicals ingezet en wat zijn de belangrijkste aangrijpingspunten + het middel wat hierop werkt?
Ingezet bij auto-immuunziekten, auto-inflammatoire ziekten, maligniteiten, nierinsufficiëntie (EPO), endocriene aandoeningen (somatotropie), transplantatie (OKT3), astma (omalizumab)
Aangrijpingspunten:
- IL-1: anakinra, canakinumab
- TNF-alfa: infliximab, adalimumab, etanercept, certolizumab, golimumab
- IL-12/23: ustekinumab
- IL-17: secukinumab
- BlyS: belimumab
- CD20: rituximab, tositumomab
- CD28: ipilimumab
- CD80/86: abatacept (ook remming interactie CD80/86 en CD28)
- plasmacel: anti-CD38, daratumumab
- IgE: omalizumab